Brief regering : Dodelijk steekincident Albert Heijn Turfmarkt Den Haag
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 724
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2023
In deze brief informeer ik uw Kamer over het ernstige steekincident dat op dinsdag
                  20 juni 2023 in het filiaal van Albert Heijn aan de Turfmarkt in Den Haag heeft plaatsgevonden.
                  Daarbij is een medewerkster omgekomen. Ik ben diep geschokt door deze trieste gebeurtenis.
                  Ik leef mee met de familie en nabestaanden van het dodelijk slachtoffer. Deze gebeurtenis
                  heeft ook een grote weerslag op het personeel van de Albert Heijn. In gedachten ben
                  ik ook bij hen.
               
De verdachte is op heterdaad aangehouden. De verdachte is op donderdag 22 juni voorgeleid
                  aan de rechter-commissaris. Aan de nabestaanden is slachtofferhulp aangeboden en wanneer
                  daar behoefte aan bestaat, kunnen ook omstanders van het incident zich hiervoor altijd
                  tot Slachtofferhulp Nederland wenden.
               
Het strafrechtelijk onderzoek moet uitwijzen wat er precies is gebeurd. Daarbij wordt
                     het strafrechtelijk verleden van de verdachte zorgvuldig in kaart gebracht.
                  
Zoals uw Kamer bekend worden in principe geen mededelingen gedaan over lopende strafrechtelijke
                     onderzoeken. Echter realiseer ik mij heel goed dat dit een uitzonderlijk gebeurtenis
                     is met grote maatschappelijke impact. Daarnaast zijn de afgelopen dagen berichten
                     in de media verschenen die aanleiding kunnen geven tot misverstanden. Om deze redenen
                     informeer ik u op hoofdlijnen over deze zaak.
                  
Zoals het openbaar ministerie (hierna: OM) in een persbericht op 21 juni 2023 bekend
                  heeft gemaakt is de verdachte, voor zover bekend, in Nederland, het Verenigd Koninkrijk
                  en op Curaçao door de strafrechter veroordeeld. De strafrechter op Curaçao heeft de
                  verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) opgelegd. Een verzoek in 2018
                  om de tenuitvoerlegging van deze maatregel over te nemen en in Nederland uit te voeren
                  is door de toenmalig Minister voor Rechtsbescherming afgewezen. Curaçao kent geen
                  tbs-systeem zoals wij deze in Nederland kennen. Over de vraag of en hoe de tbs-maatregel
                  daar ten uitvoer is gelegd, is bij de Curaçaose overheid informatie opgevraagd.
               
Sinds september 2022 kwam de verdachte opnieuw in Zeeland, in de regio Rotterdam en
                  in Den Haag in aanraking met de politie vanwege nieuwe misdrijven. De verdachte is
                  recent nog vervolgd door het OM, voor bedreiging van gemeentepersoneel en diefstal
                  met geweld in de regio Rotterdam.
               
Op 9 juni 2023 is uitspraak gedaan door de rechter, waarbij de verdachte werd vrijgesproken
                  voor de diefstal met geweld. Voor de bedreiging werd hij veroordeeld tot een straf
                  gelijk aan de duur van het voorarrest. Op 20 juni vond de verschrikkelijke gebeurtenis
                  plaats.
               
Als er lessen te trekken zijn uit een incident als deze, dan doen wij dat. Hiermee
                  moet de kans op herhaling worden geminimaliseerd. Momenteel wordt het dossier van
                  betrokkene onderzocht. Verder is de Inspectie Justitie en Veiligheid geïnformeerd.
                  Zij inventariseert beschikbare informatie. Op basis hiervan weegt zij of onderzoek
                  opportuun is, ook gegeven haar mandaat. Uw Kamer zal vanzelfsprekend worden geïnformeerd
                  over relevante ontwikkelingen.
               
De Minister voor Rechtsbescherming,
                  F.M. Weerwind
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming