Brief regering : Belastingrente voor Toeslagen
31 066 Belastingdienst
Nr. 1248 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2023
Bij de definitieve vaststelling van een toeslag wordt bij een nabetaling of terugvordering
rente gerekend, dan wel vergoed.1 Deze rente wordt gerekend voor de periode tussen 1 juli na afloop van het berekeningsjaar
tot het moment van de beschikking tot definitieve vaststelling. Deze rente is tot
op heden gekoppeld aan de belastingrente voor de zogenoemde overige belastingmiddelen2. De belastingrente voor overige belastingmiddelen is gekoppeld aan de wettelijke
rente voor niet-handelstransacties. Deze rente wordt eens per halfjaar bij algemene
maatregel van bestuur vastgesteld en is gebaseerd op de ECB-rente voor herfinancieringstransacties,
vermeerderd met 2,25%-punt. Per 1 juli 2023 zal deze rente worden vastgesteld op 6%.
Dit is een stijging ten opzichte van de nu geldende 4%.
Deze stijging vindt het Kabinet onwenselijk voor de doelgroep van Toeslagen. Om de
toeslagen zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de draagkracht in het nu zijn de
uitgekeerde toeslagen niet gebaseerd op het vastgestelde inkomen, maar op (de inschatting
van) het actuele inkomen3. Omdat het daadwerkelijke inkomen pas achteraf vastgesteld kan worden, betekent dit
dat Toeslagen worden uitgekeerd als voorschot. Deze vormgeving voorkomt dat er geen
gebruik gemaakt kan worden van vitale voorzieningen of dat er schulden ontstaan bij
bijvoorbeeld een verhuurder of zorgverzekeraar. De keerzijde hiervan is dat er terugvorderingen
of nabetalingen ontstaan als achteraf het inkomen en/of het vermogen hoger of juist
lager blijkt te zijn dan vooraf ingeschat. Juist voor de doelgroep die is aangewezen
op toeslagen kunnen terugvorderingen financieel een grote impact hebben. In dat licht
acht het kabinet het wenselijk om de rente op terugvorderingen voor toeslagen niet
mee te laten stijgen met de belastingrente voor overige belastingmiddelen en de rente
te maximeren op het huidige percentage van 4%.
Om dit te realiseren zal een wetsvoorstel bij Uw Kamer worden ingediend met het voorstel
de wettelijke koppeling tussen de rente bij Toeslagen en de belastingrente voor overige
belastingmiddelen los te laten. In dit wetsvoorstel wordt een aparte grondslag gecreëerd
voor Toeslagen om het percentage voor de rente vast te stellen. Dit wetsvoorstel zal
evenwel niet al voor het moment van rentestijging per 1 juli 2023 gereed kunnen zijn
en door het parlement aanvaard. Daarom zal in het wetsvoorstel terugwerkende kracht
worden voorgesteld tot 1 juli 2023, zodat de rente over terugvorderingen al per 1 juli
op 4% gehandhaafd kan blijven. De stijging van de rente over nabetalingen naar 6%
per 1 juli zal wel worden gevolgd, aangezien het handhaven van deze rente op 4% ten
opzichte van het volgen van de huidige wettelijke systematiek benadelend voor de betrokken
huishoudens zou zijn. De terugwerkende kracht is daarmee alleen bevoordelend voor
huishoudens.
Omdat dit voorstel per 1 juli 2023 tot uitvoering zal komen, voordat uw Kamer zich
over het betreffende wetsvoorstel heeft kunnen buigen informeer ik u via deze brief
over dit voornemen.
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries
Indieners
-
Indiener
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën