Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de bouwambities, met hierin een toelichting op de gevolgen voor de langdurige zorg
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
34 104
Langdurige zorg
Nr. 1047
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2023
Met uw brief van 25 mei 2023 heeft u mij verzocht om een reactie op de brief van de
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) van 22 mei jongstleden
over de bouwambities. U heeft gevraagd om in deze reactie in te gaan op de gevolgen
hiervan voor de langdurige zorg.
Vanzelfsprekend ben ik bekend met de brief van de Minister voor VRO van 22 mei jongstleden
(Kamerstuk 32 847, nr. 1040) over de bouwambities en de in die brief geschetste inzet om de dip in de bouw zo
goed mogelijk op te vangen. Inzet van de Minister voor VRO is om snel te (blijven)
bouwen wat al vergund is én snel te vergunnen wat op korte termijn gebouwd kan worden.
Daarnaast zet hij een extra stap om de verwachte dip in de woningbouw te beperken
en voortgang te forceren.
De Minister voor VRO roept provincies en gemeenten onder meer op uit te kijken naar
alternatieve locaties wanneer projecten vertragen of stilvallen door bijvoorbeeld
hogere rentes en gestegen bouwkosten. Dit zodat de bouw toch door kan gaan. Daarnaast
stelde het kabinet recent ruim een half miljard euro beschikbaar voor: de start-bouwimpuls
(minimaal € 250 miljoen) en de versnelde realisatie van flexwoningen (€ 300 miljoen).
De Minister voor VRO wil van de regio’s weten wat er nodig is om door te blijven bouwen.
Daarover gaan versnellingsgesprekken van start, die moeten zorgen voor een regionale
doorbraak om de bouwproductie op peil te houden. Voor iedere locatie die vertraagt,
moet een andere locatie worden aangewezen of versneld.
Via de woningbouwimpuls wordt ook financieel fors geïnvesteerd in het realiseren van
voldoende huizen. Het kabinet komt met plannen om de bouwduur van een gemiddelde woning
stevig terug te brengen, van 10 jaar naar enkele jaren. Dit voorjaar ging de wet Versterking
Regie Volkshuisvesting in consultatie. Deze moet zorgen voor een passend wettelijk
kader om de regie op de volkshuisvesting stevig te verankeren voor toekomstige jaren.
De in de brief van de Minister voor VRO aangekondigde aanpak is ook relevant voor
de huisvesting van ouderen. De ambitie om tussen nu en 2030 290.000 geschikte woningen
voor ouderen te realiseren (170.000 nultredenwoningen, 80.000 geclusterde woonvormen
en 40.000 verpleegzorgplekken) is onveranderd.
Specifiek voor de verpleegzorgplekken geldt dat uit de regiomonitor 2022 van Zorgverzekeraars
Nederland blijkt dat zorgaanbieders plannen hebben voor uitbreiding met 18.920 plekken
(dit betreft zowel verpleeghuisplekken als verpleegzorgplekken) in de periode t/m
2027. Dit aantal is weliswaar lager dan de doelstelling van 40.000 extra plekken per
2030, maar dit betreft een inventarisatie voor plannen t/m 2027, terwijl de tijdshorizon
voor de 40.000 plekken 2030 is. Van de bestaande uitbreidingsplannen is van belang
dat deze zo snel mogelijk worden uitgewerkt tot concrete bouwplannen.
Voor de realisatie van het totaal aantal woningen (niet alleen de ouderenwoningen)
worden met provincies, woondealregio’s en gemeenten afspraken gemaakt, waarbij nadere
concretisering van de voornemens voor woningen voor ouderen eind 2023 gereed moeten
zijn.
Provincies en woondealregio’s worden gestimuleerd om aparte actietafels te organiseren,
waaraan lokale partijen, zorgaanbieders en zorgkantoren zitting nemen om de voortgang
rondom de doelstellingen voor wonen en zorg te bewaken.
Dit proces wordt ondersteund door adviseurs van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijkrelaties/VRO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het Aanjaagteam
Wonen Welzijn Zorg Ouderen onder leiding van Hans Adriani.
Inspanningen Ministerie van VWS
Zoals hiervoor aangegeven is de ambitie voor 2030 voor de bouw van woningen voor ouderen
onveranderd. Om de uitdagingen in de bouw aan te kunnen zijn er drie zaken die ik
als Minister voor Langdurige zorg doe:
− Ik investeer € 312 miljoen om de bouw van geclusterde verpleegzorgplekken te financieel
mogelijk te maken. Met een subsidie worden investeringen in deze plekken rendabel
gemaakt. De planning is om deze regeling in de zomer 2023 gereed te hebben voor consultatie.
− Ik spreek gemeenten aan. Iedere gemeente moet in 2026 een gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma
hebben, waarin ze duidelijk maken hoeveel er gebouwd moet worden en hoeveel voor ouderen.
Alle regio’s samen hebben afgesproken voor 2030 in totaal 290.000 woningen voor ouderen
te bouwen. De Minister voor VRO en ik houden hen daaraan.
− Ik breng partijen bij elkaar, juist ook op plekken waar het nog niet vanzelf gaat.
Nog niet overal weten gemeenten, zorgpartijen of woningcorporaties wat de mogelijkheden
zijn of wachten partijen op elkaar. Daardoor worden soms kansen gemist, en lopen bouwprojecten
vertraging op. Ik bezoek regio’s van het land en bespreek samen met hen waar de barrières
zitten.
Naast de inzet op de creatie van extra woningen voor ouderen met een zorgvraag, vind
ik het belangrijk om ook te investeren in de zorgverlening die minder afhankelijk
is van het bouwproces. Zorg kan immers ook geboden worden op de plek waar mensen nu
al wonen. Bij zorg in de thuissituatie komt het wonen meer voorop te staan en wordt
aanvullend zorg en ondersteuning geboden. Dit sluit in veel gevallen aan bij wat mensen
graag willen. Je blijft in je eigen omgeving wonen, houdt het sociale netwerk, blijft
in contact met mensen die je kent. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een Volledig
Pakket Thuis (VPT). Voor mensen voor wie zorg thuis niet langer een optie is, blijft
ook in de toekomst een plek in het verpleeghuis beschikbaar. Jaarlijks komen ongeveer
50 duizend mensen als nieuwe bewoners in het verpleeghuis wonen.
Tot slot
Ik besef dat we met zijn allen te maken hebben met een forse opgave. Om die reden
zijn vanuit het Ministerie van VWS meerdere programma’s gelanceerd met als doel om
de zorg en ondersteuning ook in de toekomst te kunnen garanderen voor mensen die dat
nodig hebben.
Voor het zomerreces van 2023 ontvangt uw kamer een update van de voortgang van het
programma wonen en zorg voor ouderen via de Minister voor VRO en van mij een update
van de WOZO brief van 22 december 2022.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.