Brief regering : Aanvulling appreciatie motie van het lid Klaver c.s. over het in de wet Groningen borgen van de generatielange inzet (Kamerstuk 35561-20)
35 561 Parlementaire enquête aardgaswinning in Groningen
Nr. 48
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2023
In het debat van 6 en 7 juni (Handelingen II 2022/23, nrs. 89 en 90, Debat over het rapport van de Parlementaire enquêtecommissie Groningen) over het
rapport van de Parlementaire Enquetecommissie Aardgaswinning Groningen heb ik aangegeven
nog nadere afstemming met het Ministerie van Financiën te zoeken over de appreciatie
van moties. Deze afstemming heeft plaatsgevonden. Op basis hiervan vul ik de appreciatie
van de motie van lid Klaver aan.
Motie van het lid Klaver c.s. het in de wet Groningen borgen van de generatielange
inzet (Kamerstuk 33 561, nr. 20)
De motie heeft oordeel Kamer gekregen, omdat voor schade en versterken geldt: koste
wat het kost. Het Kabinet steunt voor het overgrote deel de strekking van de motie.
In de motie staat echter dat de kosten voor schade en versterken in de toekomst buiten
het begrotingskader worden gehouden. Dit betekent dat extra uitgaven voor schade en
versterken direct ten laste komen van het EMU-saldo (de staatsschuld). Dit doorkruist
zorgvuldig budgettair beleid met als uitgangspunt houdbare overheidsfinanciën. Het
is voor Groningen niet nodig om middelen buiten het begrotingskader te houden om te
verzekeren dat alle benodigde uitgaven worden gedaan, want we doen voor schade en
versterken koste wat kost.
De motie met specifiek deze formulering wordt daarom ontraden. Oordeel Kamer kan gehandhaafd
worden indien het dictum over het buiten het begrotingskader houden van de middelen
wordt geschrapt.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat