Brief regering : Voortgang ROB-adviesrapport 'Sturen of gestuurd worden: over de legitimiteit van sturen met data'
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1034
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juni 2023
Op 16 december 2021 heeft het toenmalige kabinet zijn reactie1 gegeven op het rapport «Sturen of gestuurd worden: over de legitimiteit van sturen
met data» van de Raad voor het Openbaar Bestuur (hierna: de Raad). In het commissiedebat
van 5 oktober 2022 is toegezegd om uw Kamer op de hoogte te stellen van de voortgang
van de uitvoering van die aanbevelingen. Hieronder zal ik per aanbeveling vanuit de
Raad aangeven wat de voortgang is van de uitvoering hiervan.
1. Zorg voor inhoudelijke expertise en strategie ten aanzien van data-technologie
op het hoogste politiek-bestuurlijke niveau
Zoals geschreven in de Kamerbrief2 over de I-strategie Rijk 2021–2025 wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in de
mensen, de organisaties en de cultuur om digitalisering vorm te geven. Hierbij wordt
ook geïnvesteerd in inhoudelijke expertise op het hoogste politiek bestuurlijke niveau.
Zo is er afgelopen jaar in opdracht van het Bureau van de Algemene Bestuursdienst
door de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO) een
opleidingsaanbod op het gebied van digitalisering en data-technologie ontwikkeld.
De doelgroep hiervoor is de ambtelijke top. In dit aanbod wordt niet alleen kennis
overgedragen, maar wordt ook ingegaan op de verschillende rollen en verantwoordelijkheden
die bestuurders en topambtenaren hebben. RADIO biedt daarnaast regelmatig opleidingstrajecten
op maat aan voor bestuurders en managers van specifieke organisaties. Dit aanbod voorziet
in een groeiende behoefte. Naast specifiek opleidingsaanbod wordt ook gebruik gemaakt
van het CIO stelsel voor het vergroten van het kennisniveau over digitalisering. Dit
stelsel kan ervoor zorgen dat discussies over digitalisering worden geagendeerd in
de politieke en ambtelijke top, wat tot bewustwording en kennisontwikkeling leidt.
Aanvullend op de kabinetsreactie op de aanbevelingen wordt er gewerkt aan een Chief
Data Officer (CDO) stelsel. Daarnaast verken ik ook de mogelijkheden voor een Chief
Privacy Officer (CPO) stelsel, zoals ook vermeld in 2.2 van de Werkagenda.
2. Werk samen met kennisinstellingen aan een gemeenschappelijke Onderzoeksagenda
In de reactie werd ingegaan op samenwerkingen op het gebied van onderzoek die ingezet
zijn, zoals de Nederlandse Artificial Intelligence Coalitie (NLAIC) en de ELSA (ethical,
legal, societal aspects) labs. In de NLAIC, en dan specifiek de werkgroep publieke
diensten, zijn en worden lessen uit use cases verzameld en gedeeld. De ELSA labs zijn
in 2021 van start gegaan. Voorbeelden van labs binnen dit netwerk zijn ELSA lab Schulden
en Armoede, ELSA AI-lab Northern Netherlands, AI, media en democracy lab, en het ELSA
lab defence.
Verder werk ik ook op veel andere onderwerpen samen met kennisinstellingen, universiteiten,
hogescholen en NGO’s. Een goed voorbeeld daarvan zijn de techscans die ik in het kader
van de Werkagenda uitvoer. Ik werk nu ook aan de kabinetsvisie op generatieve AI.
Daarin betrek ik ook kennisinstellingen, universiteiten en hogescholen om de impact
goed in kaart te brengen.
3. Maak werk van democratisch en digitaal burgerschap
Met de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren zet het kabinet erop in dat iedereen
de digitale vaardigheden heeft om (zo veel mogelijk zelfstandig) mee te kunnen doen
in de digitale samenleving. Naast basale digitale vaardigheden (knoppenkennis) gaat
het hier ook om de kansen die technologie en digitalisering bieden, veilig en weerbaar
te kunnen benutten. Op 1 oktober 2022 is het programma digitaal burgerschap in bibliotheken
van start gegaan. Met dit programma helpen bibliotheken mensen de vaardigheden op
te bouwen om zich actief, vaardig en weerbaar te kunnen bewegen in de online informatiesamenleving.
In het onderwijs wordt gewerkt aan een herziening van het curriculum voor het basis
en voorgezet onderwijs. In afwachting van het nieuwe curriculum waarin digitale geletterdheid
wordt opgenomen, ontvangen scholen in het funderend onderwijs via het Masterplan basisvaardigheden
ondersteuning bij het geven van onderwijs in digitale geletterdheid.
Samen met de VNG, gemeenten en de partners van de Alliantie Digitaal Samenleven wordt
gewerkt aan een publiek, privaat en maatschappelijk ondersteuningsnetwerk voor burgers
die digitaal niet mee kunnen komen. Binnen dit netwerk zijn bijvoorbeeld de bankensector,
telecompartijen en verzekeraars bezig met het aanbieden van of doorverwijzen naar
passende hulp en ondersteuning bij digitale hulpvragen over digitale diensten en handelingen.
Deze private partijen zijn lokaal onderdeel van een ondersteuningsnetwerk waarin ook
publieke en maatschappelijke organisaties (gemeenten, bibliotheken, buurthuizen) een
rol spelen. Zo verbinden we kennis, ervaring, oplossingen en netwerken om burgers
beter te ondersteunen in de digitale samenleving.
Daarnaast kunnen mensen in hun eigen buurt terecht voor ondersteuning bij digitale
uitdagingen in het dagelijks leven. Hiervoor zijn er verspreid over Nederland Informatiepunten
Digitale Overheid. Ook wordt er door de Alliantie Digitaal Samenleven en de VNG gewerkt
aan een ondersteuningsnetwerk, waarin publieke, private en maatschappelijke partners
samenwerken.
4. Zorg voor een consistent juridisch kader dat publieke doelen en waarden centraal
stelt
De Europese Digital Markets Act (DMA), Digital Services Act (DSA) en Data Governance
Act (DGA) zijn allemaal gepubliceerd. Het kabinet werkt aan implementeren van deze
Europese verordeningen. De onderhandelingen over de Data Act en AI-Act lopen nog.
In die laatste onderhandelingen heeft het kabinet zich ingezet voor verplichtingen
voor hoog risico AI-systemen, en zal dat ook blijven doen. Op nationaal niveau is
het kabinet verder ook bezig met een implementatiekader «inzet van algoritmes» en
het Algoritmeregister voor de Nederlandse overheid. Deze moeten in samenhang bezien
worden met de AI-Act.
De Raad verwees verder ook naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
als een goed voorbeeld van wet- en regelgeving die de regulering van data-sturing
mogelijk maakt. Het kabinet deelt die zienswijze en vindt het belangrijk dat het gegevensbeschermingsrecht
bij de tijd blijft. Het kabinet heeft in dit licht een wijzigingsvoorstel3 ingediend dat onder meer ziet op de uitvoeringswet (UAVG). Dit voorstel is momenteel
bij uw Kamer in behandeling.
5. Dwing transparantie af door de positie van onafhankelijke waakhonden te versterken
Het kabinet heeft in 2023 meer middelen vrijgemaakt voor de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP) om zo het toezicht te versterken. Allereerst krijgt de AP extra middelen voor
het handhaven van de AVG. Daarbij is de AP dit jaar gestart met de Directie Coördinatie
Algoritmes die zich specifiek richt op algoritmes. Deze directie focust zich op het
versterken van het toezichtlandschap door samenwerkingen te optimaliseren, signalen
en risico’s te analyseren en te delen en door het streven naar gezamenlijke normuitleg.
Daarbij wordt er door (digitale) toezichthouders actief samengewerkt binnen verschillende
samenwerkingsplatforms. Dit betreft bijvoorbeeld de informele werkgroep «Toezichthouders
op AI», die sinds 2020 actief is en waarin verschillende toezichthouders deelnemen
om kennis en casuïstiek te delen en te bespreken. Daarnaast is er het Samenwerkingsplatform
Digitale Toezichthouders (SDT) waar toezichthouders samenwerken bij het toezicht op
het digitale domein. Ook is dit jaar het Algoritmeregister gelanceerd, wat dit jaar
verbeterd en verder gevuld zal worden. Dit register kan intern en extern onderzoek
naar algoritmes vergemakkelijken.
6. Haal expertise van buiten het openbaar bestuur naar binnen met een open cultuur
van verantwoording
In de kabinetsreactie is aangegeven op welke wijze de overheid reeds expertise van
buiten betrekt bij haar werkzaamheden. Het kabinet zet dit voort. Bij de totstandkoming
van zowel de hoofdlijnenbrief digitalisering4 als de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren5 waren zeer veel en zeer diverse maatschappelijke partijen betrokken, zoals wetenschappers,
bedrijven, NGO’s en uitvoeringsorganisaties. Het kabinet probeert verder trajecten
zo transparant en toegankelijk mogelijk te maken, zoals de openbare sessies met betrekking
tot de Europese id-wallet en het Algoritmeregister. Ook verkent het kabinet met verschillende
partijen zoals de SER, ECP en het Rathenau instituut hoe hun expertise over digitalisering
de samenleving ten goede kan komen. Hierop zal ik terugkomen in de Agenda Digitale
Samenleving.
7. Creëer bestuurlijke en politieke portefeuilles voor digitalisering en Datahuishouding
Het kabinet heeft de aanbeveling aangenomen en heeft de portefeuille van digitalisering
expliciet toegewezen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Daarnaast is sinds 2022 ook de regeringscommissaris Informatiehuishouding aan de slag.
8. Werk vanuit de rol als opdrachtgever aan een (wettelijk) ordeningskader voor techbedrijven
Eind vorig jaar is er een akkoord gekomen op een herziening van de digitale dienstenverordening,
die regelt hoe techbedrijven moeten omgaan met illegale content en met risico’s van
hun diensten voor mensenrechten en democratie. Ook is er een akkoord gekomen op de
digitale markten verordening, die regels omtrent concentratie van (data) marktmacht
opstelt, en aanvullende regels opstelt voor poortwachterplatforms, zoals de verplichting
om berichtendiensten interoperabel te maken. Deze wetten treden deels in de loop van
dit jaar en begin 2024 in werking.
Ook als inkoper van producten van private marktpartijen werkt het kabinet aan verantwoorde
inzet. Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie is in september 2022 de Algemene Rijksinkoopvoorwaarden
bij IT-overeenkomsten (ARBIT) herzien. Bij onder meer Facebook heeft het kabinet ook
een Human Rights Impact Assessment (HRIA) en Data Protection Impact Assessment (DPIA)
laten uitvoeren om de gevolgen op privacy en mensenrechten in kaart te brengen.
9. Bied tegenmacht aan techbedrijven door nauw samen te werken met de Europese Commissie,
de media en burgers
Het kabinet heeft in de onderhandelingen voor onder meer de DSA, DGA, DMA, de AI-Act
en eIDAS verordening ingezet op het bieden van tegenmacht. Ook spreek ik met techbedrijven
zoals Facebook en TikTok en spreek hen aan op de zorgen omtrent onder meer privacy,
maar ook de rechten van kinderen en de inzet van algoritmen. Met de inwerkingtreding
van de DSA dit jaar zullen zeer grote online platforms verplicht worden om risico’s
van hun systemen voor fundamentele rechten in kaart te brengen en deze te mitigeren.
De inzet is dat bedrijven via de AI-act zullen worden verplicht om risico’s van AI
systemen voor mensenrechten in kaart te brengen. Deze transparante risicoanalyses
bieden concrete handvatten om proactief toezicht te houden op mogelijk risico’s, en
een breed scala aan partijen als wetenschappers en maatschappelijke organisaties hier
bij te betrekken.
Zoals ik in mijn Kamerbrief van 21 maart 2023 heb aangegeven, is in nauw contact met
de Europese Commissie en een aantal partnerlanden onderzoek uitgevoerd naar apps op
mobiele apparaten in gebruik door overheidsambtenaren.6 Binnen de rijksoverheid gaan wij mede daarom ook over op zogeheten «managed devices».
Hiermee krijgen wij meer grip op de hoeveelheid data van Rijksambtenaren die private
techbedrijven in handen krijgen. Tevens ben ik met medeoverheden in gesprek om deze
lijn van het Kabinet te ondersteunen, zodat we als één overheid opereren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties