Brief regering : Tweede voortgang Meerjarenagenda Slachtofferbeleid
33 552 Slachtofferbeleid
Nr. 112
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2023
Met deze tweede voortgangsbrief informeer ik u over de uitvoering van de Meerjarenagenda
Slachtofferbeleid 2022 – 2025 (hierna: Meerjarenagenda).1 In de Meerjarenagenda heb ik uiteengezet dat ik mij de komende jaren richt op het
zo goed mogelijk tot uitvoering brengen van de slachtofferrechten en -voorzieningen
die het afgelopen decennium zijn geïntroduceerd om zo de positie van slachtoffers
te borgen. Dit aan de hand van de vier hoofdthema’s:
1. Versterken rechtspositie slachtoffers
2. Verbeteren bescherming slachtoffers
3. Herijken schadeverhaal slachtoffers
4. Uitbreiden ondersteuning slachtoffer
De afgelopen periode is in samenwerking met de diverse ketenpartners weer aan dit
doel gewerkt. Er zijn stappen gezet in het verbeteren van de bescherming van de persoonsgegevens
van slachtoffers in het strafproces. Daarnaast zijn de geconstateerde knelpunten in
de gegevensuitwisseling tussen Slachtofferhulp Nederland en het Openbaar Ministerie
weggenomen. Ook blijkt uit het bijgevoegde rapport van de derde meting van de slachtoffermonitor
dat de slachtoffers in meerderheid positief tot zeer positief zijn over slachtofferondersteuning
in de justitiële keten.2 Verder heb ik uw Kamer op 2 juni jl. geïnformeerd over de opvolging van het advies
van de commissie-Donner over het schadeverhaal voor slachtoffers van strafbare feiten,
waarbij ik op een aantal onderdelen verbeteringen voor slachtoffers ga bewerkstelligen.
Tevens heb ik u op 15 mei jl. bericht over de voortgang van de implementatie van de
Wet uitbreiding slachtofferrechten, waarbij de implementatie van de verschijningsplicht
voor inhoudelijke zittingen op 1 juli 2024 in werking zal treden.3 Hieronder licht ik aan de hand van de vier hoofdthema’s de ontwikkelingen van de
afgelopen periode toe. Voor een compleet overzicht van de activiteiten in het kader
van de Meerjarenagenda, verwijs ik u naar de bijlage 1.
Voortgang Meerjarenagenda 2022 – 2025
Slachtoffermonitor
Ik ben verheugd dat de slachtoffermonitor een overwegend positief beeld laat zien
over de kwaliteit van de justitiële slachtofferondersteuning. De onderzochte organisaties,
van wie dit de verdiensten zijn, hebben hier goede stappen gezet. De slachtoffermonitor
heeft als doel de kwaliteit van de justitiële slachtofferondersteuning, zoals ervaren
door slachtoffers die met justitiële keteninstanties in aanraking komen, te monitoren.
In deze derde meting stonden twee vragen centraal:
• Wat is anno 2022 de kwaliteit van de justitiële slachtofferondersteuning, zoals bezien
door slachtoffers?
• Is de kwaliteitsbeoordeling met betrekking tot de politie, het Openbaar Ministerie
(hierna: OM), de rechtspraak, Slachtofferhulp Nederland (hierna: SHN), het Schadefonds
Geweldsmisdrijven (hierna: SGM) of het Slachtofferinformatiepunt Schadevergoedingsmaatregelen
(SIS) van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (hierna: CJIB) veranderd ten opzichte
van de vorige metingen in 2012 en 2016?
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat slachtoffers in meerderheid positief tot
zeer positief zijn over slachtofferondersteuning in de justitiële keten. Het aandeel
slachtoffers dat (zeer) positief is, varieert tussen 58 en 87 procent. Voor alle keteninstanties
geldt dat een groter deel van de slachtoffers positief is over de slachtofferondersteuning
dan negatief. Het aandeel slachtoffers dat (zeer) negatief is, varieert tussen 6 en
25 procent. Daarnaast wordt de ondersteuning van alle keteninstanties belangrijk gevonden.
Bij alle ketenpartners geldt dat de procesuitkomst (arrestatie, vervolging, veroordeling)
van invloed is op (onderdelen van) de ervaringen met de slachtofferondersteuning.
In de gevallen waarin dit speelt, zijn slachtoffers positiever over de slachtofferondersteuning
wanneer er een arrestatie is verricht, wanneer een verdachte is vervolgd.
Daarnaast zijn er ook verbeterpunten geïdentificeerd. Deze verbeterpunten zien op
onderdelen van de dienstverlening waar slachtoffers veel belang aan hechten maar waarmee
de ervaringen relatief minder goed zijn:
• Bij SHN, SGM en het SIS zou volgens slachtoffers in de eerste plaats de informatievoorziening
(over de rechten en het verloop van het proces) richting slachtoffers verbeterd kunnen
worden.
• Aanvullend is bij SGM verbetering mogelijk waar het gaat om het betrekken van slachtoffers
bij het nemen van een beslissing.
• Bij de politie is de opsporing van verdachten een verbeterpunt.
• Voor het OM geldt dat een goede inschatting maken van de schade, voldoende rekening
houden met de wensen van slachtoffers en voldoende informatie uitvragen om een goede
beslissing te nemen, verbeterd kunnen worden.
• Tot slot gaat het bij de rechtspraak om de inspraak van het slachtoffer bij het proces
en of de rechter voldoende heeft gedaan om de dader te berechten.
Tussen 2012 en 2022 is de relatieve waardering van verschillende hoofdaspecten van
de slachtofferondersteuning niet veranderd.
Er is in deze periode een hoge mate van overeenstemming in de ervaringen met de ondersteuning
door keteninstanties.
Ik ga over de geïdentificeerde verbeterpunten komende periode met de ketenpartners
in gesprek. Over de voortgang hiervan zal ik uw Kamer in de volgende voortgangsbrief
nader informeren. Het volledige rapport (bijlage 2), de bijlagen (bijlage 3) en de
samenvatting (bijlage 4) treft u bijgaand aan.
Versterken rechtspositie slachtoffers
Rechten slachtoffers bij OM-strafbeschikking
Tijdens het commissiedebat slachtofferbeleid heb ik met uw Kamer gesproken over de
balans die ik voorsta tussen de aard van de Openbaar Ministerie strafbeschikking (hierna:
OM-strafbeschikking) en het borgen van de rechten van slachtoffers in die procedure.4 Ook in de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid en mij d.d. 9 december
jl. heb is daarop gewezen.5 Daarin kwam tevens terug dat het OM het slachtoffer expliciet zal gaan wijzen op
de mogelijkheid van het indienen van een schriftelijke slachtofferverklaring, zodat
de officier van justitie in staat wordt gesteld de belangen van het slachtoffer adequaat
mee te wegen bij de keuze voor een afdoening.
Voor de afdoening met een OM-strafbeschikking geldt volgens het beleid van het OM
een contra-indicatie bij ernstig spreekrechtwaardige delicten. Dat wil zeggen dat
in dat geval geen OM-strafbeschikking mag worden opgelegd. Ik heb benadrukt dat de
praktijk in lijn moet zijn met dit beleid. Het OM onderschrijft dat en zal nog dit
jaar een onderzoek uitvoeren om een scherp beeld te krijgen bij de uitvoeringspraktijk.
Over de uitkomsten van dit onderzoek zal ik uw Kamer berichten. Tevens blijf ik open
staan voor eventuele signalen vanuit de Nationale ombudsman, die mij in zijn brief
van 22 maart jl. heeft geschreven aandacht te houden voor de OM-strafbeschikking en
de rol van het slachtoffer daarbij.
Meewegen belangen slachtoffers bij sepotzaken
Tevens heb ik in voornoemd commissiedebat toegezegd terug te komen op hoe wordt omgegaan
met de belangen van slachtoffers bij sepotzaken.6 Dit naar aanleiding van vragen vanuit uw Kamer over de sepotactie bij het arrondissementsparket
Oost Nederland en de acties bij de rechtbanken Den Haag en Noord-Holland waar zaken
niet ontvankelijk zijn verklaard. In het merendeel van deze zaken waren geen slachtoffers
betrokken. Ik betreur het dat het OM genoodzaakt is om deze sepotacties te doen, zeker
in zaken waarbij wel slachtoffers zijn betrokken. Zowel het OM als ik hechten eraan
dat de belangen van slachtoffers bij dergelijke acties worden geborgd. Het OM heeft
mij laten weten er alles aan te doen dat dit in de praktijk ook gebeurt en zal hier
in de toekomst, in samenwerking met SHN, scherp op blijven.
Driepartijenstelsel en onbelemmerd spreekrecht
Het lid Helder heeft naar voren gebracht dat het onbelemmerd spreekrecht van slachtoffers
op gespannen voet lijkt te staan met de onschuldpresumptie.7
Zij heeft mij verzocht te verkennen of een driepartijenstelsel in dit verband wenselijk
is. Het slachtoffer, het OM en de verdachte zijn dan gelijkwaardige partijen met de
daarbij behorende rechten en plichten. Ik heb toegezegd deze wenselijkheid te onderzoeken
en hierop in deze voortgangsbrief terug te komen.
In het Nederlands strafproces is sprake van een tweepartijenstelsel, waarbij het OM
en de verdachte de procespartijen zijn. Invoering van driepartijenstelsel kent grote
nadelen voor zowel slachtoffer, verdachte als OM. In het kader van de nadere uitwerking
van de wet uitbreiding slachtofferrechten is mijn ambtsvoorganger hier uitgebreid
op ingegaan.8
Voorts blijkt uit de evaluatie van het onbelemmerd spreekrecht dat er geen aanwijzingen
zijn dat de onschuldpresumptie onder druk staat als gevolg van het onbelemmerd spreekrecht.9 Uit de evaluatie is bovendien gebleken dat de andere professionals overwegend positief
zijn over de manier waarop rechters met het spreekrecht omgaan. Ook is gebleken dat
het onbelemmerd spreekrecht niet gerelateerd is aan of de verdachte wel of niet wordt
veroordeeld en of wel of geen schadevergoeding wordt toegekend. De slachtofferverklaring
kan wel meegenomen worden in de beslissing van de rechter over de strafmaat. Dit is
te zien aan het feit dat rechters hieraan refereren in het vonnis, veelal ter onderbouwing
van de gevolgen van het strafbare feit. Het spreekrecht heeft ook wettelijk een informatiefunctie
en zo lijkt het ook door rechters te worden gebruikt. Rechters hebben bovendien de
mogelijkheid in te grijpen als een verklaring te ver gaat of grensoverschrijdend is.
Nu het invoeren van een driepartijenstelsel veel nadelen kent en uit de evaluatie
van het onbelemmerd spreekrecht niet is gebleken dat er een spanning is tussen de
onschuldpresumptie en het onbelemmerd spreekrecht, zie ik geen reden tot wijziging
van het huidige Nederlandse strafprocesrecht.
Verbeteren bescherming slachtoffers
Privacy van slachtoffers in het strafproces
Slachtoffers hebben recht op bescherming van hun privacy. Er moet daarom zorgvuldig
worden omgegaan met het gebruik van hun persoonsgegevens in het strafproces. De afgelopen
tijd heb ik hier samen met de betrokken organisaties op twee onderdelen goede stappen
in gezet.
Ten eerste is door OM en politie de impact van de nieuwe landelijke werkwijze domicilie
bepaald. Ik heb hiervoor middelen beschikbaar gesteld en de werkwijze wordt deze zomer
geïmplementeerd. Hiermee wordt voorkomen, indien een slachtoffer dit wenst, dat verdachten
via het proces-verbaal van aangifte kennis kunnen nemen van het adres van het slachtoffer.
Ten tweede is vooruitgang geboekt op de uitwerking van het amendement van de leden
Van Wijngaarden en Van Toorenburg (Kamerstuk 35 349, nr. 7). Dit amendement vraagt ervoor zorg te dragen dat in (proces)stukken bepaalde gegevens van het slachtoffer zoals adres, telefoonnummer en woonplaats,
onvermeld blijven, tenzij deze gegevens voor door de rechter te nemen beslissingen
redelijkerwijs van belang kunnen zijn.
Ook de uitvoerbaarheid en kosten voor de betrokken organisaties dienen als belangrijke
factoren in een aanpak mee te wegen, gelet op de bijbehorende motie.10 Inmiddels is de (juridische) verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende
organisaties in kaart gebracht. De benodigde algemene maatregel van bestuur (hierna:
AMvB) is voor de zomer van dit jaar in concept gereed. Op basis van deze concept-AMvB
kunnen de betrokken organisaties een impactanalyse uitvoeren en waar nodig hun werkproces
aanpassen. Nadat deze impactanalyse is uitgevoerd en (internet)consultatie heeft plaatsgevonden,
wordt het ontwerp van de AMvB in het kader van de bij het amendement voorgeschreven
voorhangprocedure aan uw Kamer voorgelegd. Een eerste grove impactanalyse heeft laten
zien dat de gereserveerde middelen in het coalitieakkoord meer dan voldoende blijken
voor de uitvoering van het amendement. Daarom zijn de resterende middelen ingezet
voor de implementatie van de verschijningplicht en voor het wegnemen van een aantal
knelpunten in het schadeverhaal voor slachtoffers van strafbare feiten.
Herijken schadeverhaal slachtoffers
Affectieschade
Ik heb uw Kamer toegezegd te kijken naar de mogelijkheden voor broers en zussen in
relatie tot de Wet affectieschade.11 Ook zij hebben immers groot verdriet en leed als hun dierbare door een misdrijf komt
te overlijden of ernstig en blijvend letsel oploopt. Om het voor broers en zussen
mogelijk te maken aanspraak te maken op vergoeding van affectieschade, is aanpassing
van de Wet affectieschade nodig. Ik merk hierbij op dat de vergoeding van affectieschade
niet alleen aan de orde is bij misdrijven, maar ook als sprake is van ongevallen.
Een eventuele aanpassing van de wet heeft daarom niet alleen effect op het strafproces,
maar ook daarbuiten. In 2020 hebben verzekeraars bijvoorbeeld zo’n tien miljoen euro
aan affectieschade uitgekeerd.12
Ik vind het belangrijk de financiële en organisatorische consequenties van een eventuele
wetswijziging op zowel de strafrechtketen als de verzekeraars zorgvuldig in kaart
te brengen. De evaluatie van de wet, die gepland staat voor 2024, is daar het moment
voor. Omdat ik, met uw Kamer, urgentie voel op dit onderwerp, heb ik het Wetenschappelijk
Onderzoek en Documentatie Centrum (hierna: WODC) gevraagd of het mogelijk is om de
evaluatie naar voren te halen. Het WODC heeft hiermee ingestemd en zal op korte termijn,
naar verwachting vlak na de zomer, beginnen met het onderzoek. Hierbij zal nadrukkelijk
aandacht zijn voor de kring van aanspraakgerechtigden, onder wie broers en zussen.
Daarnaast zal onder andere worden gekeken naar de omvang van de uit te keren bedragen
en het eventuele effect van de invoering van de wet op de hoogte van verzekeringspremies.
Op basis van deze integrale evaluatie zal ik uw Kamer informeren over mijn vervolgstappen.
Uitbreiden ondersteuning slachtoffer
Optimalisering MijnSlachtofferzaak.nl
Via het ketenbrede slachtofferportaal MijnSlachtofferzaak.nl werken verschillende
organisaties samen om slachtoffers en nabestaanden van informatie te voorzien over
de voortgang van hun strafzaak, contactmogelijkheden te bieden met betrokken organisaties
en informatie te verschaffen over de rechten van slachtoffers. MijnSlachtofferzaak.nl
is de afgelopen tijd verder doorontwikkeld om de informatiepositie van slachtoffers
te verbeteren. Vanaf medio april 2023 kan het slachtoffer op Mijnslachtofferzaak.nl
een actueel financieel overzicht van de schadevergoedingsmaatregel bekijken. Slachtoffers
krijgen op die manier via het portaal inzicht in de status van de door hen te ontvangen
schadevergoeding via het CJIB en de eventuele uitkering van het SGM. Daarnaast kunnen
steeds meer slachtoffers gebruik maken van MijnSlachtofferzaak.nl. Omdat de politie
de delictsoorten in het portaal heeft uitgebreid, kunnen nu ook slachtoffers van bedreiging
en enkele zedendelicten (zoals aanranding en grooming) gebruik van het portaal maken.
De komende periode wordt de dienstverlening verder uitgebreid door in te zetten op
het toevoegen van een centrale notificatievoorziening via de Berichtenbox van MijnOverheid.nl
en het realiseren van meer interactiemogelijkheden met het slachtoffer.
Verbeteren ondersteuning van zedenslachtoffers
Om grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te voorkomen, te herkennen, aan te
pakken én om hulp te bieden aan de slachtoffers, zet het kabinet in op een meerjarige
brede aanpak met het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld.13 Het Actieprogramma is uitgewerkt aan de hand van vijf actielijnen en is op 13 januari
2023 gelanceerd. Onder actielijn 5 werk ik samen met de betrokken bewindspersonen
van Volksgezondheid Welzijn en Sport (hierna: VWS) aan goede hulpverlening die makkelijk
vindbaar is. Zo wordt in 2023 toegewerkt naar concrete vervolgstappen voor het verbeteren
van de inrichting en uitvoering van laagdrempelige hulp voor slachtoffers en plegers
van geweld in afhankelijkheidsrelaties en seksueel geweld. Hiervoor worden de uitkomsten
van het onderzoek «Laagdrempelige hulp voor slachtoffers en plegers van geweld in
afhankelijkheidsrelaties» gebruikt dat op 20 maart jl. door de Staatssecretaris van
VWS mede namens mij naar uw Kamer is gezonden.14
Een andere ontwikkeling gericht op het verbeteren van de ondersteuning aan zedenslachtoffers
is de door uw Kamer aangenomen motie die het kabinet verzoekt de hulpverlening via
het Landelijk Centrum Seksueel Geweld (LSCG) te versterken.15 Dit naar aanleiding van de behandeling van de initiatiefnota van D66 die is gericht
op maatregelen in de aanpak van seksueel geweld. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer voor
de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid informeren
over de uitvoering van deze motie.
Ik werk verder aan de realisatie van een actieve doorverwijzing van slachtoffers van
ernstig geweld en zedenmisdrijven naar een gespecialiseerde slachtofferadvocaat. Ik
kan melden dat er op dit moment een haalbaarheidsonderzoek wordt gedaan naar een systeem
om de berichtgeving van politie naar slachtofferadvocaten (met een kennisgeving aan
SHN) geautomatiseerd te laten verlopen. Mede aan de hand van de uitkomsten van dit
onderzoek zal een besluit worden genomen over de landelijke implementatie van de actieve
doorverwijzing van slachtoffers van zedenzaken naar een slachtofferadvocaat. Realisatie
zou betekenen dat een slachtoffer van een zedenmisdrijf al vóór de aangifte kan worden
bijgestaan door een slachtofferadvocaat. Ik houd uw Kamer via de voortgangsrapportage
slachtofferbeleid op de hoogte van de voortgang.
Gegevensuitwisseling politie-OM/SHN
In het commissiedebat Slachtofferbeleid van 1 juni 2022 (Kamerstuk 33 552, nr. 101) wees uw Kamer mij op een knelpunt in de informatie-uitwisseling tussen SHN en het
OM. Op 8 juni 2022 heeft uw Kamer hierover ook een door het Kamerlid Mutluer ingediende
motie aangenomen.16 In mijn brief van 3 november 2022 informeerde ik uw Kamer dat ik hierover in gesprek
ben met de betrokken partijen.17 Ik ben verheugd als uitkomst van dit gesprek te kunnen meedelen dat de eerder geconstateerde
knelpunten in de informatie uitwisseling tussen SHN en het OM zijn weggenomen. Hierdoor
kan SHN met inachtneming van de privacywetgeving via het OM blijven beschikken over
de benodigde persoonsgegevens en relevante strafvorderlijke gegevens om slachtoffers
in de vervolgingsfase actief te kunnen benaderen. Daarmee beschouw ik de motie als
afgedaan.
Hulp aan jonge slachtoffers
Uw Kamer heeft recent de aandacht gevestigd op het feit dat een groot aantal jongeren
zich, na een ingrijpende gebeurtenis, niet meldt bij de politie of bij een hulpinstantie.18 Daardoor kunnen zij geen ondersteuning krijgen bij de verwerking van wat hen is overkomen,
terwijl ze mogelijk wél last hebben van die gebeurtenis. Ik heb toegezegd om met SHN
in gesprek te gaan om te kijken wat er nodig is om jonge slachtoffers beter te kunnen
bereiken. Dit gesprek loopt. In mijn volgende voortgangsbrief informeer ik uw Kamer
over mogelijke vervolgstappen.
Slachtofferwijzer
Een van de informatiebronnen die voor slachtoffers beschikbaar is, is Slachtofferwijzer.nl.
Slachtofferwijzer is een particulier initiatief van het Fonds Slachtofferhulp. Op
deze website, die sinds 2012 beschikbaar is, kunnen slachtoffers, hun naasten, hulpverleners
en geïnteresseerden informatie vinden over praktische, juridische, emotionele en financiële
hulpverlening. De site wordt door ongeveer 45.000 unieke bezoekers per maand bezocht.
Het Fonds Slachtofferhulp werkt op dit moment aan een doorontwikkeling van de site.
Doel hiervan is om de site toegankelijker te maken voor slachtoffers en meer te laten
aansluiten bij hun behoefte en belevingswereld, zodat nog meer slachtoffers (h)erkenning
vinden en goed geholpen kunnen worden. Naar verwachting is de hernieuwde site na de
zomer beschikbaar. Ik ondersteun dit initiatief van harte en heb hiervoor financiële
middelen ter beschikking gesteld. Het is voor slachtoffers van belang dat zij op eenvoudige
wijze de weg naar de juiste hulp weten te vinden. De doorontwikkeling van SlachtofferWijzer
sluit goed aan bij de ambities uit mijn Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022 – 2025.
Eén van de prioriteiten in de Meerjarenagenda is het bieden van hulp en ondersteuning
aan slachtoffers en het verder professionaliseren en uitbreiden van deze hulp. Door
betere informatievoorziening die past bij de behoeften van slachtoffers, draagt SlachtofferWijzer
bij aan mijn doelstelling om slachtoffers beter te helpen en ondersteunen.
Uitvoering van overige moties en toezeggingen
Slachtoffers schoolgijzeling Bovensmilde
Het lid Ellian (VVD) heeft meermaals aandacht gevraagd voor de slachtoffers van de
gijzeling van de lagere school in 1977 in Bovensmilde.19 Eerder heb ik aangegeven dat ik op basis van gesprekken met slachtoffers zou bezien
of, en zo ja welke vervolgstappen noodzakelijk zijn.20 In november en december van het afgelopen jaar hebben medewerkers van mijn ministerie
de eerste gesprekken gevoerd met een aantal slachtoffers van de gijzeling. Op basis
van deze indrukwekkende gesprekken is mij gebleken dat er op het gebied van erkenning
en ondersteuning verschillende behoeften leven bij een aantal van hen. Na de gijzeling
destijds heeft de Staat de slachtoffers, naast een financiële tegemoetkoming, ook
medische en psychosociale hulpverlening aangeboden. Zonder een oordeel te willen geven
of deze nazorg en ondersteuning destijds – met de kennis van nu – voldoende is geweest,
brengen deze gesprekken mij wel tot de conclusie dat ik wil bezien wat ik nu voor
deze slachtoffers kan betekenen.21 Ik heb daarom een projectleider aangesteld om op een zorgvuldige manier en zoveel
als mogelijk in samenspraak met de slachtoffers invulling te geven aan dit proces.
Onderdeel daarvan is de behoeften van slachtoffers en welke vervolgstappen aangewezen
zijn verder in kaart te brengen.
Daarbij is essentieel dit niet alleen samen met de slachtoffers te doen, maar ook
met het lokale bestuur en andere betrokken departementen. Middels de voortgangsbrieven
over de Meerjarenagenda houd ik uw Kamer op de hoogte van dit traject.
Toekomstbestendig slachtofferbeleid
Strategische Evaluatie Agenda en ontwikkeling nieuwe visie slachtofferbeleid
In het afgelopen decennium zijn slachtoffers van een strafbaar feit prominent op de
politieke agenda terecht gekomen. Er zijn rechten voor slachtoffers geïntroduceerd
waarmee hun positie in het strafproces is versterkt.
Ook zijn maatregelen getroffen om slachtoffers beter te beschermen – tegen bijvoorbeeld
herhaald slachtofferschap – en om hen te ondersteunen bij het te boven komen en herstellen
van aangedaan leed. Zoals ik in mijn inleiding aangaf, wil ik de positie van het slachtoffer
borgen. In mijn Meerjarenagenda heb ik daarnaast aangeven het belangrijk te vinden
om de ontwikkelingen in de praktijk te kunnen volgen, het slachtofferbeleid te baseren
op de laatste wetenschappelijke inzichten en te toetsen of het ingezette beleid ook
leidt tot de daarmee beoogde resultaten en effecten voor slachtoffers. Uit onder meer
de beleidsdoorlichting komt naar voren dat er weinig onderzoek beschikbaar is dat
uitsluitsel geeft over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid,
al zijn er indicaties van de plausibiliteit daarvan.22
In overleg met de betrokken organisaties wil ik in samenhang met lopende trajecten
een Strategische Evaluatie Agenda (hierna: SEA) ontwikkelen. De SEA kan, verrijkt
met kennis uit de praktijk, de basis vormen voor een nieuwe visie op gefundeerd en
toekomstbestendig slachtofferbeleid.
Tot slot
Met de bovenstaande ontwikkelingen wordt de positie van slachtoffers van strafbare
feiten nog beter geborgd. Hier hecht ik groot belang aan en daar ga ik de komende
periode mee verder. In de volgende voortgangsbrief, die ik uw Kamer in het voorjaar
van 2024 zal toesturen, zal ik u weer informeren.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming