Brief regering : Beroep artikel 2.27 Comptabiliteitswet in het belang van het Klifproject Sint Eustatius
36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2023
Hierbij informeer ik u over de voorgenomen bijdrage van € 19 miljoen voor de noodmaatregelen
aan de klif op Sint Eustatius zoals aangekondigd in de Voorjaarsnota die door de Minister
van Financiën aan uw Kamer is verzonden.1 Het kabinet ziet zich genoodzaakt een beroep te doen op artikel 2.27, lid één van
de Comptabiliteitswet. Conform de motie van het lid Heinen c.s. licht ik in deze brief
de hieraan ten grondslag liggende motivatie en het belang van het Rijk graag nader
toe.2
In mijn Kamerbrief van 13 februari 20233 heb ik u geïnformeerd over het vonnis van 5 december 2022 van de rechtbank in de
zaak van Eco Statia tegen het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE). In het vonnis
werd het OLE onder andere gesommeerd op korte termijn noodmaatregelen te treffen op
straffe van een dwangsom, welke op 6 april 2023 is ingegaan. Op vrijdag 5 mei 2023
heeft de rechtbank het aangespannen kort geding over de opschortende werking van de
dwangsom afgewezen. Dat betekent dat lopende de hoger beroepsprocedure inzake bovengenoemd
vonnis vanaf 6 april 2023 wel degelijk een dwangsom betaald dient te worden. Buiten
deze dwangsom om is het ook vanwege de publieke veiligheidstaak van het Openbaar Lichaam
Sint Eustatius zaak om zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de acute veiligheidssituatie
m.b.t. de kliffen boven Eco Statia bv. en STUCO te verhelpen.
Ik heb u in bovengenoemde brief van 13 februari 2023 geïnformeerd dat het OLE een
uitgewerkt plan heeft om de klif verder te verstevigen. De maatregelen zijn echter
dusdanig van omvang dat het OLE zelf niet in staat is om op korte termijn toereikende
veiligheidsmaatregelen te nemen. Op 10 februari jl. heeft het bestuurscollege van
Sint Eustatius officieel een verzoek tot (financiële) ondersteuning ingediend bij
mijn ministerie. Vandaar dat het kabinet heeft besloten om in de Voorjaarsnota voor
2023 en 2024 een bedrag van respectievelijk € 8 en € 11 miljoen beschikbaar te stellen
voor de noodmaatregelen aan de klif. De bekrachtiging van de Voorjaarsnota zal naar
verwachting pas op zijn vroegst eind juni plaatsvinden. Alvorens de middelen worden
toegekend, wil ik afspraken maken over aanvullende maatregelen, waarover ik later
in deze brief meer vertel. Op 12 mei heb ik het bestuurscollege van Sint Eustatius
per brief geïnformeerd over bovenstaande. Deze brief doe ik u als bijlage toekomen.
Tevens is er een persbericht gepubliceerd4, waarvan een Engelstalige versie aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius is aangeboden.
Toelichting op spoed
Het bestuurscollege van Sint Eustatius heeft mij in een gesprek op 16 mei jl. en op
22 mei jl. per brief [als bijlage bijgevoegd] geïnformeerd dat het van belang is om
zo spoedig mogelijk te beschikken over de gevraagde financiële middelen voor ten minste
het jaar 2023.
1. De rechter heeft in haar vonnis een dwangsom opgelegd in eerste aanleg van minimaal
$ 1.000 en maximaal $ 5.000 per dag. De hoogte van de dwangsom wordt achteraf definitief
bepaald en zal gebaseerd zijn op maatregelen die het OLE in de tussentijd zal nemen.
Indien de middelen pas eind juni beschikbaar komen, kan de dwangsom oplopen tot een
half miljoen dollar aan dwangsommen.
2. De werkzaamheden aan de Klif zijn gevaarlijk en vereisen zeer specifieke expertise
waardoor het aanbod zeer beperkt is. De aannemer kan op korte termijn met de werkzaamheden
starten indien de verplichting wordt aangegaan. Bij latere besluitvorming dan eind
mei, is de beschikbaarheid hoogst onzeker en zullen de werkzaamheden pas over een
jaar starten.
3. In lijn met bovenstaande bestaat er sinds lange tijd een acuut veiligheidsrisico.
Zo vallen er met enige regelmaat rotsblokken naar beneden, onder andere op het energiebedrijf
op Sint Eustatius. Een jaar langer wachten betekent een jaar langer onaanvaardbaar
grote veiligheidsrisico’s voor de inwoners van het eiland Sint Eustatius. Hoewel de
uitspraak van de rechter in december jl. de uitvoering van de noodmaatregelen misschien
heeft versneld, is er dus ook echt noodzaak van het uitvoeren van maatregelen vanuit
de publieke veiligheidstaak van het OLE en indirect de rijksoverheid.
4. Het orkaanseizoen begint op de Bovenwinden officieel op 1 juni en het hoogtepunt is
doorgaans in augustus. Op dit moment is er menskracht gemobiliseerd op Sint Maarten.
Er kan dus direct worden begonnen met de werkzaamheden en een deel van de werkzaamheden
kan dus al voor het hoogtepunt van het orkaanseizoen zijn uitgevoerd.
Afspraken over aanvullende maatregelen
Op 12 mei jl. heb ik het bestuurscollege van Sint Eustatius officieel geïnformeerd
over het kabinetsvoornemen om in totaal € 19 miljoen beschikbaar te stellen voor de
noodmaatregelen aan de klif. In deze brief heb ik ook aangegeven dat ik met het bestuurscollege
afspraken wil maken over aanvullende maatregelen die het project verduurzamen. Deze
maatregelen zien bijvoorbeeld toe op de voortgang op de loslopend vee-problematiek
en het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan. Er moet namelijk voldoende vertrouwen
zijn dat de voorgenomen investering ook daadwerkelijk zal leiden tot een oplossing
van de huidige, acute veiligheidssituatie. Ik zal u nader informeren over de afspraken
die ik met het bestuurscollege heb gemaakt over deze aanvullende maatregelen.
Concluderend
Zoals gezegd heeft het kabinet in de Voorjaarsnota 2023 bekend gemaakt voornemens
te zijn om maximaal € 19 miljoen beschikbaar te stellen voor het klifproject. Middels
deze brief doe ik beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet om het volledige
verplichtingbedrag en het kasbudget van 2023 (€ 8 miljoen) al deze maand (mei 2023),
op voorwaarde van het maken van afspraken met het bestuurscollege over aanvullende
maatregelen, beschikbaar te kunnen stellen aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.