Brief regering : Derde voortgangsrapportage moleculaire diagnostiek
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 785 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2023
Om moleculaire diagnostiek in de oncologie duurzaam in te richten in onze zorg heeft
de toenmalig Minister voor Medische Zorg en Sport opdracht gegeven aan Zorginstituut
Nederland (hierna: ZIN) om onder zijn regie het project moleculaire diagnostiek in
de oncologie uit te voeren. Dit project is gestart in september 2021 en loopt tot
september 2023. Voorafgaand aan het project is uw Kamer meerdere keren geïnformeerd
over deze complexe vorm van diagnostiek. Bij de start van het project is toegezegd
dat ik uw Kamer tussentijds op de hoogte houd van de voortgang via voortgangsrapportages.
U heeft in maart en december 2022 voortgangsrapportages ontvangen1., 2 In deze brief ga ik in op de derde en laatste voortgangsrapportage3. Aan het eind van dit jaar ontvangt u nog de eindrapportage.
Moleculaire diagnostiek in de oncologie
Bij moleculaire diagnostiek in de oncologie worden de genetische eigenschappen van
een tumor bepaald. Hiermee biedt moleculaire diagnostiek waardevolle informatie om
een gepaste behandeling te kiezen en om onder- en overbehandeling te voorkomen. Daardoor
kan adequate inzet van deze complexe diagnostiek bijdragen aan betere zorg. Op dit
moment hebben diverse patiënten in de Nederlandse zorg toegang tot moleculaire diagnostiek.
Dit wordt, voorafgaand aan behandelingen die onderdeel zijn van de verzekerde zorg,
op verschillende manieren toegepast (smalle en brede testen)4.
In 2021 werd geconstateerd dat diverse partijen steeds vaker vraagstukken hadden over
de plaatsbepaling van moleculaire diagnostiek in de Nederlandse zorg en dat de kennisontwikkeling
en harmonisatie tussen de betrokken zorgpartijen over moleculaire diagnostiek beter
kon. Dit was de aanleiding om het project moleculaire diagnostiek in de oncologie
te starten. ZIN heeft hierbij een centrale regierol gekregen om de samenwerking tussen
verschillende partijen in het veld te bevorderen, en om de voortgang van het proces
te behouden en zo nodig te versnellen. In dit project werken betrokken partijen samen
om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van moleculaire diagnostiek in
Nederland nog passender te maken. Het project bestaat uit de volgende drie deelprojecten:
1. Effectiviteit en plaatsbepaling;
2. Organisatie van zorg;
3. Bekostiging.
Voortgangsrapportage ZIN
Sinds de vorige voortgangsrapportage zijn er binnen alle drie de deelprojecten goede
resultaten geboekt. Ik benoem hieronder kort een aantal resultaten.
Binnen het deelproject «effectiviteit en plaatsbepaling» wordt onder andere gewerkt
aan lijsten met minimaal klinisch noodzakelijke targets. Onder leiding van de Nederlandse
Vereniging voor Medische Oncologie heeft een werkgroep deze uitgewerkt voor veertien
geprioriteerde tumorsoorten. Daarnaast heeft het afgelopen half jaar de commissie
ter beoordeling diagnostiek een eerste advies gepubliceerd5.
Binnen het deelproject «organisatie» werken beroepsgroepen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars
en patiëntenorganisatie onder leiding van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie
(hierna: NVVP) aan de ontwikkeling van een kwaliteitsstandaard. De kwaliteitsstandaard
is in april 2023 de officiële commentaarfase ingegaan. De komende tijd zal blijken
of de verschillende partijen tot gedragen afspraken komen en de kwaliteitsstandaard
aangeboden kan worden aan ZIN ter vaststelling.
Het deelproject «bekostiging» richt zich op de bekostigingsstructuur voor moleculaire
diagnostiek. Sinds 1 januari 2023 is hierin een wijziging doorgevoerd door de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa). Moleculaire diagnostiek is uit de diagnose behandelcombinaties
gehaald en heeft nu een aparte declaratiecode gekregen. Partijen werken aan een verdere
differentiatie van de declaratiecodes. De NVVP heeft een voorstel voor deze differentiatie
ingediend bij de commissie Beoordeling Add-on Geneesmiddelen (CieBAG) van Zorgverzekeraars
Nederland. De CieBAG zal hier schriftelijk op reageren. Vervolgens kunnen de NVVP
en zorgverzekeraars een verzoek indienen bij de NZa voor differentiatie van de codes.
ZIN heeft aangegeven dat het opzetten van een data-infrastructuur van belang is om
inzicht te krijgen in bijvoorbeeld welke testen er zijn uitgevoerd, welke behandeling
daarop volgde en wat de resultaten van deze behandeling waren. Het belang van een
goede data-infrastructuur beperkt zich alleen niet tot moleculaire diagnostiek. Ik
heb uw Kamer reeds geïnformeerd over de stappen die ik zet op dit dossier6, 7.
Conclusie
Ik ben tevreden over de voortgang van het project moleculaire diagnostiek. Met uitzondering
van twee onderdelen binnen het deelproject «effectiviteit en plaatsbepaling» loopt
het project op schema. De verklaring voor de uitzondering is dat er extra activiteiten
zijn uitgevoerd, zoals het toevoegen van een advies over de optimale inzet van moleculaire
diagnostiek bij de verschillende tumorsoorten. Ook blijkt de uitwerking complexer
dan gedacht wat om zorgvuldigheid vraagt. De planning hoeft niet bijgesteld te worden.
Het project gaat de afrondende fase in en het komende half jaar worden de activiteiten
van het project ingebed bij de verschillende partijen. Ik vertrouw er op dat iedere
partij vanuit zijn eigen rol deze verantwoordelijkheid zal nemen.
Ik informeer uw Kamer in Q4 2023 over de voortgang van het dossier middels de eindrapportage
van het project.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport