Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het rapport "Toetsen getoetst" van McKinsey & Company
31 293 Primair Onderwijs
31 289
Voortgezet Onderwijs
Nr. 682
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2023
De Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een rapport ontvangen,
genaamd «Toetsen Getoetst», van adviesbureau McKinsey over een onderzoek naar het
niveau van het Centraal Examen (CE) vwo wiskunde en natuurkunde. In de procedurevergadering
van 9 maart 2023 heeft de Commissie besloten graag een reactie van mij op dit rapport
te ontvangen. Op 14 maart 2023 heeft de griffier van de vaste Commissie dit verzoek
aan mij overgebracht. In deze brief ga ik in op uw verzoek.
Aanleiding voor het onderzoek was een door McKinsey geconstateerde discrepantie tussen
enerzijds de dalende score van Nederlandse leerlingen bij PISA en anderzijds de toegenomen
cijfers voor vwo wiskunde en natuurkunde op het CE. Naar aanleiding van deze constatering
is op eigen initiatief dit onderzoek verricht. De vergelijking van CE’s over een periode
van 30 jaar laat volgens McKinsey zien dat het niveau van de CE’s wiskunde en natuurkunde
in het vwo zou zijn gedaald. Ook is de vwo examenpopulatie voor deze vakken volgens
de onderzoekers relatief zwakker geworden en zouden vwo-leerlingen nu gemiddeld minder
goed scoren op (bijna) identieke CE-vragen. Uit het onderzoek zou blijken dat de breedte
en diepte van de CE-stof is afgenomen en dat het aantal eenvoudige vragen is toegenomen.
McKinsey roept op om een kwaliteitstrendbreuk te realiseren en de lat hoger te gaan
leggen.
De conclusie over de niveaudaling past in het zorgelijke beeld dat reeds bestaat rond
de prestaties op de basisvaardigheden. We zien al langer dat de resultaten van leerlingen
door de jaren heen steeds een beetje minder worden. Daarom ben ik samen met het onderwijs
ook bezig om te zorgen dat kinderen en jongeren goed kunnen lezen, schrijven en rekenen
als ze van school komen. Met het Masterplan basisvaardigheden investeert het kabinet
structureel 1 miljard euro op jaarbasis in het funderend onderwijs voor versterking
van de basisvaardigheden, waaronder rekenen/wiskunde. Basisteams gaan scholen helpen
met hun plannen voor het verbeteren van de basisvaardigheden. Belangrijke voorwaarde
om echt te kunnen helpen, is dat we die hulp aanbieden op basis van de expertise en
behoeften die scholen en leraren zelf al in huis hebben en dat we dit ook structureel
doen. De teams helpen bij de (uitvoering van) plannen, zodat het eigenaarschap altijd
bij het schoolteam ligt en de effecten duurzaam zijn. Dit schooljaar is deze externe
hulp al voor zo’n 120 scholen in het primair en voortgezet onderwijs beschikbaar om
de basisvaardigheden bij tienduizenden leerlingen te versterken. Ik ga de capaciteit
van de basisteams snel uitbreiden zodat meer scholen aanspraak kunnen maken op de
hulp. Ik wil dat op elke school gebruik wordt gemaakt van leermiddelen die voor de
praktijksituatie en populatie het meest effectief zijn. Informatie hierover blijkt
nog niet altijd even makkelijk vindbaar. Een andere belangrijke pijler van het Masterplan
is daarom de kennis en beschikbaarheid van effectieve leermiddelen te vergroten. Ik
wil scholen stimuleren om gebruik te maken van alle relevante kennis die er is over
evidence-informed werken met betrekking tot de basisvaardigheden. Hoe beter de kennis
beschikbaar en toegankelijk is voor leraren, hoe meer ook verwacht mag worden dat
zij dit ook daadwerkelijk toepassen.
Ondanks dat ik de kanttekeningen die het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en
stichting Cito plaatsen bij de onderzoeksmethode onderschrijf1, herken ik bepaalde trends uit het McKinsey-rapport. Ik vind het fijn dat het rapport
daarmee kan bijdragen aan de discussie over de prestaties op de basisvaardigheden.
Momenteel vindt er in het onderwijs een herziening van de kerndoelen en de examenprogramma’s
plaats in het licht van de bredere curriculumherziening. Dit rapport dient als input
voor de herziening van de examenprogramma’s van onder meer wiskunde en natuurkunde
in havo en vwo. Ik heb het rapport daarom ook doorgeleid naar de vakvernieuwingscommissies
voor respectievelijk wiskunde en natuurkunde, zodat zij hun voordeel kunnen doen met
al het denkwerk. De aanbevelingen van McKinsey over het terugbrengen van «oude» CE-stof
in de examenprogramma’s is bij uitstek een thema dat een rol speelt bij de bijstelling
van het curriculum. Voor wat betreft wiskunde is het nog relevant om op te merken
dat de vakvernieuwingscommissie wiskunde havo/vwo de opdracht heeft gekregen om nieuwe
examenprogramma’s uit te werken binnen een vernieuwde vakkenstructuur wiskunde havo/vwo.
Met die vernieuwde vakkenstructuur, die is voorgesteld door de werkgroep vakkenstructuur
wiskunde (bestaande uit wiskundigen vanuit diverse onderwijssectoren: VO, HBO, WO;
en organisaties: SLO en NVvW) wordt beoogd tegemoet te komen aan ook door McKinsey
genoemde verbeterpunten rondom de inhoud van de vakken2.
Bepaalde aanbevelingen die McKinsey doet onderschrijf ik niet, zoals de aanbeveling
dat de stof die alleen getoetst wordt in het schoolexamen (SE) ook weer stof zou moeten
worden voor het CE. Ik ben van mening dat het CE en het SE gezamenlijk voor het civiel
effect dienen te zorgen. Daarom is het belangrijk dat binnen het eindexamen de verschillende
doelen van de twee onderdelen met elkaar in balans zijn: sommige stof past beter in
het SE en andere stof beter in het CE. Naast aanbevelingen over het curriculum doet
McKinsey ook de aanbeveling om de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) een rol te geven
om op stelselniveau de normhandhaving en het CvTE te controleren. Echter, de IvhO
voert al driejaarlijks een onderzoek uit naar de kwaliteitsborging van het CvTE. Uit
het laatste onderzoek (2020) kwam naar voren dat het CvTE het examenproces zorgvuldig
bewaakt en adequaat reageert op onvolkomenheden. Het CvTE kon de deugdelijkheid van
de validiteit, de betrouwbaarheid en van de normering van de CE’s op een overtuigende
manier aantonen3. Dit jaar zal er weer een onderzoek worden gedaan door de IvhO. Ik zie voor nu geen
reden om de rol van de IvhO verder aan te scherpen.
Ik sluit mij tot slot aan bij de aanbeveling die McKinsey doet over het realiseren
van een kwaliteitstrendbreuk. Maar dit zal wel vragen om grootschalige en structurele
veranderingen in het funderend onderwijs. Ik heb er vertrouwen in dat mijn inspanningen
rondom het versterken van de basisvaardigheden, die een lange adem vragen, zullen
leiden tot de kwaliteitstrendbreuk die McKinsey beschrijft. Ik spreek mijn dank uit
naar de onderzoekers voor de bijdrage die ze hebben geleverd aan het debat.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs