Brief regering : Verslag VN 2023 Waterconferentie
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 243
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN
INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2023
Op 22, 23 en 24 maart vond de VN 2023 Waterconferentie plaats in New York, waarvan
het Koninkrijk der Nederlanden samen met de Republiek Tadzjikistan medegastland was.
Het was de eerste VN-Waterconferentie sinds 1977 in Mar del Plata in Argentinië en
de tweede ooit. De Conferentie kende grote belangstelling met ongeveer zevenduizend
deelnemers per dag, waaronder elf staatshoofden en regeringsleiders, twee vicepresidenten,
vier vicepremiers en meer dan honderd Ministers uit honderddrieënnegentig landen.
Daarnaast was er een grote vertegenwoordiging vanuit de verschillende VN-organisaties,
internationale financiële instellingen, de private sector, het maatschappelijk middenveld,
kennisinstellingen, lokale en nationale overheden, jongeren en inheemse volkeren.1
De Nederlandse delegatie werd geleid door Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander
en bestond uit onder andere de Minister-President van Aruba, de Minister van Transport,
Integriteit, Natuur en Ouderenzaken van Aruba, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening, Milieu en Infrastructuur van Sint Maarten, de burgemeester van Rotterdam,
de gezaghebber van Bonaire, de klimaatgezant en de watergezant, de hoofddirecteur
van het KNMI, het hoofd van de meteorologische dienst van Curaçao en de Nederlandse
VN-jongerenvertegenwoordiger voor duurzame ontwikkeling en onszelf.
Naast de formele onderdelen van de Conferentie, waaronder de opening en slotceremonie,
de plenaire vergadering, vijf interactieve dialogen en vier speciale evenementen,
waren er honderden side-events, zowel fysiek als online. Ook in het kader van de zogeheten New York Water Week,
die Nederland parallel aan de Conferentie van zaterdag 18 tot en met vrijdag 24 maart
organiseerde in samenwerking met het gemeentelijk bestuur van New York, vonden honderden
evenementen plaats.
In deze brief informeren wij uw Kamer over de resultaten van de Conferentie en de
New York Water Week. Wij verwijzen u ook graag naar de conferentiewebsite en UN web-tv,
waar informatie over de Conferentie is terug te vinden en diverse onderdelen zijn
terug te kijken, zoals de opening en slotceremonie en verschillende talkshows in de zogenoemde SDG studio en SDG media zone.2
Resultaten
Water in het hart van de politieke besluitvorming
Een belangrijk resultaat van de Conferentie is dat het is gelukt het strategische
belang van water onder een heel breed publiek en op het allerhoogste (politieke) niveau
onder de aandacht te brengen. De verschillende onderdelen van de Conferentie leverden
een coherente boodschap op over het belang van water voor duurzame ontwikkeling en
toonden de wil van de internationale gemeenschap om de mondiale wateruitdagingen aan
te pakken.
Daarnaast was er breed draagvlak voor een effectievere multilaterale aanpak van de
wateruitdagingen, in samenhang met andere sectoren zoals klimaat, biodiversiteit,
energie en voedselzekerheid. Ook werd opgeroepen tot een versterking van de institutionele
capaciteit binnen de VN voor het brede watervraagstuk, met inbegrip van de aanstelling
van een Speciaal VN-Gezant voor Water en gebruikmakend van het bestaande coördinatieplatform
UN-Water. Bovendien was er een roep om een versterkte inzet van de internationale
financiële instellingen, met name de Wereldbank en de regionale ontwikkelingsbanken,
op water.
Tevens lijkt de basis te zijn gelegd voor een wezenlijke verandering in het begrijpen,
waarderen en beheren van water, waarbij in verschillende interventies werd benadrukt
dat de Conferentie slechts het begin is. Gegeven de terugkoppeling van de covoorzitters
van de interactieve dialogen lijkt er bovendien draagvlak te bestaan om de mondiale
watercyclus te behandelen als een wereldwijd gemeenschappelijk goed, dat in ons collectieve
belang hersteld en beschermd moet worden. Dit is in lijn met het gedachtegoed van
de door Nederland in het leven geroepen Global Commission on the Economics of Water (GCEW).3 De Secretaris-Generaal van de VN concludeerde tijdens de slotceremonie dat water
een zaak is van iedereen, die een plek verdient in het hart van de politieke besluitvorming.4
Inclusiviteit
Het Koninkrijk heeft veel waardering ontvangen voor de inclusieve manier waarop de
Conferentie en het consultatieve proces vooraf waren georganiseerd. Ondanks verschillende
praktische uitdagingen die het bereiken van een inclusieve Conferentie bemoeilijkten,
waaronder visumkwesties, is de Conferentie erin geslaagd een zinvolle betrokkenheid
van een grote en diverse groep belanghebbenden te mobiliseren. Zo was er een recordaantal
van bijna twaalfhonderd nieuw geaccrediteerde organisaties dat zich voor de Conferentie
had geregistreerd en een uitzonderlijk grote deelname van niet-overheidsactoren.
De gezamenlijke VN-organisaties onder leiding van UNDESA5 hebben in hun interne evaluatie benadrukt dat de Conferentie hiermee een nieuwe standaard
heeft gezet. En de Conferentie wordt daarmee als voorbeeld gezien van de visie van
de Secretaris-Generaal van de VN («Our Common Agenda»), die stelt dat de VN meer uit
zijn bubbel moet treden.
Met ons eigen nationale statement in de plenaire vergadering – uitgesproken door de
Minister-President van Aruba en de Nederlandse VN-jongerenvertegenwoordiger voor duurzame
ontwikkeling – gaven we zelf ook het goede voorbeeld.
Water Actie Agenda
De ambitie van de medegastlanden om de Conferentie, naast sector overstijgend en inclusief,
ook actiegericht te maken heeft zich vertaald in de Water Actie Agenda.6 De Water Actie Agenda bevat naar de stand van heden ruim achthonderd vrijwillige
toezeggingen en concrete acties en initiatieven van diverse grootte met een totale
omvang van circa USD 300 mld en is – bij het ontbreken van een bindende slotverklaring
– naast een samenvatting van de beraadslagingen, het meest tastbare resultaat van
de Conferentie.7 Het feit dat de Water Actie Agenda formeel werd aangenomen gaat verder dan de oorspronkelijke
opdracht van de VN voor het organiseren van deze Conferentie.
Volgens het World Resources Institute is een flink aantal van de gedane toezeggingen in de Water Actie Agenda baanbrekend
te noemen.8 Opvallend is het grote aantal toezeggingen van de private sector en het feit dat
publieke en private partijen steeds vaker de handen ineen slaan.
New York Water Week
Ook de door Nederland geïnitieerde New York Water Week (NYWW), dat ook een podium bood aan partijen die geen toegang hadden tot het VN-gebouw,
heeft de inclusiviteit en het momentum van de Conferentie verder vergroot.9 De NYWW trok met honderdvijfenveertig evenementen ongeveer zesduizend deelnemers.
De stad New York was naast een ontmoetingsplaats voor de internationale watersector,
bijvoorbeeld in het door Nederland gecreëerde Water Huis, ook een platform om te werken
aan toezeggingen voor de Water Actie Agenda. De NYWW bood daarnaast volop gelegenheid
om Nederlandse partnerschappen, kennis en kunde te laten zien.
Multilateralisme
De eensgezindheid onder het VN-lidmaatschap, die zich onder andere manifesteerde in
serieuze en inhoudelijke interventies van alle landen tijdens de Conferentie, biedt
perspectief voor de bredere ontwikkelingsagenda binnen het multilaterale systeem – binnen de smalle marges van de huidige geopolitieke
realiteit. De samenwerking met Tadzjikistan is in dit kader behulpzaam gebleken. Zowel
gezien de geografische ligging als inhoudelijk bood het door bergen gedomineerde Tadzjikistan
immers een ander perspectief dan het laaggelegen Nederland. De Caribische delen van
het Koninkrijk voegden daaraan nog een derde dimensie toe. Dit maakte het tot een
complementair partnerschap dat de wateragenda in multilaterale context verder heeft
weten te brengen. De nauwe samenwerking met Tadzjikistan bood bovendien gelegenheid
in bilateraal verband ook gevoeligere kwesties aan te snijden, waaronder de zorgwekkende
mensenrechtensituatie in het land, zoals beperkingen op vrijheid van meningsuiting
en de rechten van de LHBTI-gemeenschap.
Tot slot werd tijdens de Conferentie de betekenis bevestigd van de twee VN-Waterverdragen
als intergouvernementeel juridisch kader en platform voor grensoverschrijdende samenwerking
op het gebied van water en kondigden tien landen kondigden aan tot het VN/ECE-Waterverdrag
te zullen toetreden.
Prioritaire aandachtsgebieden van het Koninkrijk
Behalve de rol van medegastland nam het Koninkrijk ook als lidstaat deel aan de Waterconferentie.
Vanuit die hoedanigheid was op basis van noodzaak, onze eigen (gespreide) geografische
ligging, en beschikbare kennis, ervaring en capaciteit, de inzet gericht op een aantal
prioritaire aandachtsgebieden, te weten: 1) strategische agendering van het belang
van water binnen het multilaterale systeem (VN, EU, internationale financiële instellingen
en multilaterale ontwikkelingsbanken); 2) het belang van duurzaam waterbeheer voor
voedselproductie; 3) de uitdagingen van Small Island Development States (SIDS); 4) toegang tot water en sanitaire voorzieningen, in het bijzonder voor meisjes
en jonge vrouwen; en 5) klimaatadaptatie en rampenrisicovermindering. Deze prioritaire
aandachtsgebieden lagen aan de basis van de inhoudelijke interventies van het Koninkrijk
in aanloop naar en tijdens de Conferentie, als ook aan onze eigen bijdrage aan de
Water Actie Agenda.
Eigen bijdrage aan de Water Actie Agenda
De door het Koninkrijk gedane toezeggingen en concrete acties en initiatieven hebben
als belangrijk overkoepelend doel een bijdrage te leveren aan het in gang zetten van
de noodzakelijke verandering in het begrijpen, waarderen en beheren van water.
De Global Commission on the Economics of Water, die in 2022 door Nederland bijeen werd gebracht, presenteerde tijdens de Conferentie
een eerste rapport over het belang van water voor economie, samenleving en milieu.10 Het rapport, dat veel weerklank vond, onderstreept dat de grenzen van het zoetwatergebruik
mondiaal worden overschreden en dat de watercyclus is verstoord. Het rapport maakt
duidelijk dat waterproblemen niet alleen lokale oorzaken en gevolgen hebben, maar
ook mondiale. Landen zijn wederzijds veel sterker water-afhankelijk van elkaar dan
algemeen bekend; niet alleen via rivieren die van het ene land naar het andere stromen,
maar ook via de atmosfeer, die nog veel grotere hoeveelheden water transporteert tussen
landen. Die hoeveelheden veranderen echter als gevolg van klimaatverandering en ontbossing.
De commissie ziet hierin een basis voor een nieuw, constructief multilateralisme waarbij
stabiliteit van de watercyclus als wereldwijd gemeenschappelijk goed wordt aangemerkt.
Ook kondigde Nederland een additionele financiële bijdrage aan van USD 5 mln aan het
Nationally Determined Contributions Partnership (NDCP). Met deze additionele bijdrage worden ontwikkelingslanden ondersteund bij
het integreren van uitdagingen op het snijvlak van water en klimaat – klimaatverandering
uit zich immers in te veel, te weinig of vervuild water – in economische beleidsvorming
en NDC’s en de uitvoering daarvan.11 Landen moeten hard werken aan een enabling environment, waarin voorwaarden worden gecreëerd om de effectiviteit van interventies te vergroten
en het aantrekkelijker te maken voor het investeren van privaat kapitaal. Dat vereist
dat water net als energie als een organiserend principe voor beleidsvorming wordt
gebruikt en de additionele bijdrage aan het NDCP sluit daarbij aan.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft tijdens de
Conferentie namens het kabinet aangekondigd EUR 50 mln vrij te maken om water-gerelateerde
rampen in Oost Afrika beter op te kunnen vangen en de meest kwetsbare bevolkingsgroepen
weerbaarder te maken. Nederland zet hierbij in op het verbeteren van weer- en klimaatdata,
het versterken van vroege waarschuwingssystemen en rampenparaatheid en het dichten
van de kloof naar vroege actie, zodat we op tijd mensen kunnen mobiliseren bij naderende
rampen.
Om op innovatieve wijze water en sanitaire voorzieningen (WASH) te verbeteren, in
het bijzonder voor vrouwen en jonge meisjes, zijn met Ministers uit Ethiopië, Ghana,
Liberia, Oeganda en Zimbabwe enkele zogenaamde Presidential Compacts for WASH gepresenteerd. Dit initiatief is gericht op het mobiliseren van politieke steun op
het hoogste niveau voor duurzame toegang tot WASH-diensten. De Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft toegezegd landen die zich hieraan op het
hoogste niveau verbinden te zullen ondersteunen door samenwerking met UNICEF, IRCWASH
en het Sanitation and Water For all Partnership. Voor de hernieuwde samenwerking met UNICEF in acht landen in Afrika is EUR 140 mln
beschikbaar gemaakt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat lanceerde het International Panel on Deltas and Coastal Zones. Dit initiatief verbindt de SDG-agenda en de klimaatagenda van de UNFCCC door in
te zetten op een samenwerkingsverband voor kennisontwikkeling, kennisdeling, maatwerkadvies
voor nationale adaptatie plannen en inzet op capaciteitsopbouw. Gelet op de grote
urgentie van de kleine eilandstaten «SIDS», vormen deze een belangrijk startpunt in
het programma.
Tevens heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de reeds eerder door het
kabinet aangekondigde inzet om water en bodem sturend te laten zijn bij beslissingen over de inrichting van Nederland uitgelicht. Deze
nationale transformatieve beleidsinzet is mogelijk ook voor internationale programma’s
actueel. Zowel in evenementen als in de Water Actie Agenda is daarnaast aandacht gegeven
aan de vernieuwing van de kennisagenda voor landbouw, water en voedsel (EUR 240 mln
in vier jaar) van de rijksoverheid en een subsidieprogramma voor bodemvruchtbaarheid
in sub-Sahara Afrika (EUR 200 mln in tien jaar).
Nederland heeft daarnaast aangekondigd USD 20 mln beschikbaar te zullen maken voor
een programma van de Aziatische Ontwikkelingsbank dat de weerbaarheid van de bevolking
in Azië en de Stille Oceaan tegen klimaatverandering moet verhogen en USD 80 mln voor
het Global Water Security and Sanitation Partnership met de Wereldbank dat landen wereldwijd ondersteunt op het gebied van WASH, waterveiligheid
en verbeterd waterbeheer.
Verschillende programma’s, die conform de bestaande beleidsinzet opgeschaald of verlengd
worden, zijn ook opgenomen in de Water Actie Agenda. Zo kondigde Nederland verdere
opschaling aan van onder meer de programma’s Water as Leverage en Valuing Water, waarmee wereldwijd wordt ingezet op verbeterde waterzekerheid en waterveiligheid,
en het verbreden van de waarde van water.
In het licht van de lange-termijn ondersteuning die Nederlandse drinkwaterbedrijven
en waterschappen geven aan hun partners in ontwikkelingslanden (de zogenaamde WaterWorX
en Blue Deal programma’s), werd aangekondigd dat extra middelen worden vrijgemaakt
voor adaptatie aan klimaatverandering van drinkwaterbedrijven (EUR 8 mln). Ook is
besloten de samenwerking met waterschappen te intensiveren (EUR 40 mln).
Tot slot werden er tijdens de Conferentie verschillende Memoranda of Understanding (MoU’s) en contracten getekend, waaronder een met Marokko en een met Zuid-Afrika
op het gebied van water, en een contract tussen Invest International, Mozambique en de Wereldbank op het gebied van kustbescherming. Ook werd een Declaration of Intent met Duitsland getekend om de Nederlandse steun aan het Urban Water Catalyst Fund vast te leggen, een door Duitsland op te zetten fonds dat kleine investeringen in
infrastructuur door drinkwaterbedrijven zal financieren.
Betekenis voor EU-beleid
Mede dankzij de Nederlandse inzet en gebruikmakend van de aanwezigheid van de Secretaris-Generaal
bij een lunch met de Europese regeringsleiders voorafgaande aan de Europese Raad (ER)
van maart, die gelijktijdig met de Conferentie plaatsvond, werd de VN-Waterconferentie
en de Water Actie Agenda ook verwelkomd in de ER-conclusies. De ER onderstreepte daarnaast
op aandringen van Nederland het belang van een versterkte inzet van de EU op water
en een strategische EU-aanpak op het gebied van waterzekerheid.12
Vervolg
Nederland is er met het organiseren van de Conferentie in geslaagd bewustwording en
draagvlak te creëren voor het belang van water voor duurzame ontwikkeling, veiligheid
en stabiliteit – en daarmee het behalen van alle duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s).
Samen met alle (inter)nationale media-aandacht voor de Conferentie en het watervraagstuk
als zodanig, biedt dit aanknopingspunten om water hoog op de mondiale en de nationale
agenda’s te blijven houden. Onderdeel van de opvolging, inclusief het vasthouden van
het met de Waterconferentie gecreëerde (politieke) momentum, is het agenderen van
de Water Actie Agenda op aankomende relevante conferenties en processen, waaronder
het High Level Political Forum in juli en de SDG Summit in september 2023, de internationale klimaat- en biodiversiteitstoppen, de G20-toppen
en de Summit of the Future in 2024.
De door de Secretaris-Generaal van de VN te benoemen Speciaal-Gezant voor Water, waartoe
door 149 lidstaten, waaronder het Koninkrijk, werd opgeroepen, moet hier eveneens
een belangrijke rol in spelen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de inbedding van
een dergelijke Watergezant in het VN-systeem met voldoende doorzettingsmacht en financiering.
De Global Commission on the Economics of Water zal naar verwachting eveneens een belangrijke rol kunnen spelen in het vasthouden
van het gecreëerde momentum en het verder brengen van de mondiale wateragenda. Na
de publicatie van haar provocatierapport tijdens de Conferentie zal de commissie de
komende twaalf maanden wereldwijd de dialoog aangaan met relevante belanghebbenden
om de eigen bevindingen te toetsen en aan te scherpen en draagvlak te ontwikkelen
voor een ambitieuze maar uitvoerbare transformatie-agenda. In de tweede helft van
2024 zal de GCEW haar eindrapport opleveren, als derde deel in de economische trilogie
over mondiale vraagstukken, waaronder het Stern-rapport over klimaat en het Dasgupta-rapport
over biodiversiteit.13
Naast de verantwoordelijkheid die we als Koninkrijk dragen voor de implementatie van
onze eigen bijdragen aan de Water Actie Agenda, hebben de uitkomsten van de Conferentie
en de in gang gezette verandering in het begrijpen, waarderen en beheren van water
mogelijk ook implicaties voor ons eigen denken over en (inter)nationale beleid op
het gebied van water, dat in 2019 is vastgelegd in de Nederlandse Internationale Water
Ambitie (NIWA).14 Een addendum zal worden uitgewerkt waarin water als organiserend principe het uitgangspunt
vormt met als doel water zo optimaal mogelijk te verbinden aan beleid op het gebied
van klimaat, voedsel, financiën, energie, verstedelijking, gezondheid en biodiversiteit,
en zodoende de coherentie binnen onze nationale en internationale programma’s en beleid
verder te versterken. Hiertoe wordt uw Kamer op een later moment nader geïnformeerd.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Indieners
-
Indiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Medeindiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat