Brief regering : COP26-beleid exportkredietverzekering (ekv) uitzonderingsgrond ontwikkelingslanden
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 242
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2023
Tijdens het tweeminutendebat Exportkredietverzekeringen en Handelsinstrumentarium
op 6 april 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 71, item 9) heb ik toegezegd in een brief nader in te gaan op de vragen van het lid Hammelburg
(D66). Deze vragen hangen samen met de aangehouden motie van de leden Hammelburg (D66)
en Boutkan (Volt)1 over de uitzonderingsgrond voor ontwikkelingslanden in het COP26-beleid van de exportkredietverzekering
(ekv). De leden stellen te willen voorkomen dat er via de uitzonderingsgrond alsnog
ekv-dekking op fossiele projecten wordt goedgekeurd en het risico ontstaat dat deze
landen in een fossiele lock-in terechtkomen. Ook werd de vraag gesteld hoe ekv-dekking bijdraagt aan het verduurzamen
van de energiemix van lage inkomenslanden. U ontvangt deze brief mede namens de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
COP26-beleid
In november 2021 ondertekende Nederland tijdens de COP26-klimaatconferentie in Glasgow
de verklaring voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene
energietransitie. Op 3 november 2022 is een brief2 aan uw Kamer verstuurd, waarin het nieuwe ekv-beleid in relatie tot de COP26-verklaring
uiteen is gezet. Behoudens beperkte uitzonderingen en de projecten in de overgangsperiode
is ekv-dekking voor de internationale fossiele energiesector per 1 januari 2023 beëindigd.
Op 22 maart 2023 is een vervolgbrief3 aan uw Kamer verstuurd waarin nader wordt ingegaan op een aantal toezeggingen die
door mij aan uw Kamer zijn gedaan tijdens het commissiedebat van 23 februari 2023
over de implementatie van het COP26-beleid.
Uitzonderingsgrond voor elektriciteitsproductie, back-up vermogen en kook-energie
in ontwikkelingslanden
In het geïmplementeerde COP26-beleid is een uitzonderingsgrond ingebouwd voor ekv-dekking
voor fossiele elektriciteitsproductie, back-up vermogen en kook-energie in lage inkomenslanden.
Het kabinet hanteert deze uitzonderingsgrond vanwege het belang van universele toegang
tot moderne energie. Nog altijd hebben 733 miljoen mensen geen elektriciteitsvoorziening
en zijn ongeveer 2,4 miljard mensen voor het bereiden van hun voedsel aangewezen op
brandhout en houtskool. Het deel van de bevolking dat wel toegang tot elektriciteit
heeft, is in de meeste lage inkomenslanden afhankelijk van onbetrouwbare en verouderde
infrastructuur. Deze uitzonderingsgrond komt overeen met bestaand beleid voor Invest
International4 en de Nederlandse inzet bij multilaterale ontwikkelingsbanken.
De uitzondering voor fossiele transacties op het gebied van elektriciteitsproductie
in ontwikkelingslanden is alleen mogelijk mits:
– er dient sprake te zijn van een significante bijdrage aan het oplossen van acuut energietekort
of gebrek aan energietoegang in lage inkomenslanden met extreme energiearmoede;
– en/of er sprake is van een significante bijdrage aan een energietransitie-pad richting
klimaatneutraal;
– en/of er geen haalbaar duurzaam alternatief is en het betreffende land investeert
in hernieuwbare energie.
Het kabinet ziet een acuut tekort aan energie als een langdurig productietekort aan
elektriciteit, waardoor bijvoorbeeld geregeld de energievoorziening noodgedwongen
afgeschakeld wordt. Dit heeft substantiële schade voor economie en samenleving. Van
een gebrek aan energietoegang is sprake wanneer een noemenswaardig gedeelte van de
bevolking geen aansluiting heeft op moderne energievoorziening. In dat geval heeft
de bevolking geen elektriciteit en is zij voor koken aangewezen op (open) houtvuur
of houtskool. Een belangrijke informatiebron hiervoor is de SDG7 tracking database.5 Als maatstaf voor de bijdrage aan het energietransitie-pad richting klimaatneutraliteit,
kijkt het kabinet of en hoe projecten geïntegreerd zijn in nationale energietransitie-plannen
(inclusief Nationally Determined Contributions en Long Term Strategies ingediend bij het VN klimaatverdrag). Het niet-haalbaar zijn van een duurzaam alternatief
dient in die plannen overtuigend aangetoond te worden. Het geldt kortom alleen als
uitzonderingsgrond wanneer het land zo investeert in hernieuwbare energie dat een
fossiele lock-in niet aannemelijk is.
Het verbeteren van de energiemix is geen apart criterium, maar het voldoen aan bovengenoemde
voorwaarden kan daar in de praktijk wel een bijdrage aan leveren. Invest International
heeft geen projecten in portefeuille waarbij deze uitzonderingsgronden zijn toegepast
en uit ervaring bij de Nederlandse inzet bij de Multilaterale Ontwikkelingsbanken
is gebleken dat met deze voorwaarden er geen sprake is van een loophole voor fossiele
transacties. De aanvrager van de ekv-dekking moet overtuigend kunnen aantonen dat
het project voldoet aan de criteria van de uitzonderingsgrond. Dit aspect zal door
ekv-uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) worden getoetst, naast de gebruikelijke
beoordeling van de financiële risico’s en de risico’s op het terrein van maatschappelijk
verantwoord ondernemen van een project. Overigens geldt dat er over het algemeen weinig
Nederlandse exporteurs actief zijn in de export van fossiele elektriciteitsopwekking
zoals genoemd in de uitzonderingsgrond. Op dit moment zijn dergelijke aanvragen niet
bekend bij uitvoerder ADSB.
Conclusie
Het kabinet hecht eraan een bijdrage te leveren aan de energietransitie in ontwikkelingslanden,
onder meer via de ekv. In dat kader wordt de export van duurzame (energie)oplossingen
naar onder meer lage inkomenslanden gefaciliteerd en gestimuleerd, door bijvoorbeeld
gunstigere voorwaarden voor groene export. Tegelijkertijd moeten we oog houden voor
het feit dat in ontwikkelingslanden veel mensen geen toegang hebben tot moderne energie,
met name op het gebied van elektriciteitsvoorziening. De beperkte uitzonderingsgrond
binnen het COP26-beleid kan onder de in deze brief toegelichte voorwaarden worden
ingezet voor dergelijke situaties. Uw Kamer zal jaarlijks in de ekv-monitor op de
hoogte worden gesteld van de uitgereikte polissen waarbij deze uitzondering van toepassing
was en de daarbij behorende argumentatie.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën