Brief regering : Sociale zekerheid in crisistijd
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
35 420
Noodpakket banen en economie
Nr. 713
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID,
PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2023
De coronacrisis heeft een ongekende weerslag gehad op onze instituties en deed een
groot beroep op onze saamhorigheid en solidariteit. Het was een crisis die veel vroeg
van werkenden, ondernemers en burgers. Dit had zijn effect op tal van onderdelen van
ons leven, zoals de manier waarop we werken en reizen. En ook op onze sociale zekerheid.
De coronacrisis riep vragen op over hoe we kwetsbare groepen in onze samenleving,
in een tijd van crisis, adequaat kunnen beschermen. Gelukkig is de impact van corona
op dit moment een stuk beperkter. De ervaringen met de genomen incidentele coronasteunmaatregelen
maken het nuttig om te reflecteren op de Nederlandse sociale zekerheid, ook in het
licht van een onverhoopte volgende (sociaaleconomische) crisis.
Met deze reflectie komt het kabinet tegemoet aan de motie ingediend tijdens het tweeminutendebat
Coronasteunpakket van 5 juli 2022 om te «[...] onderzoeken in hoeverre het geheel
van de sociale zekerheid en de verschillende instrumenten tegen een volgende crisis
opgewassen zijn, en hoe toegankelijk de instrumenten zijn voor (kwetsbare) groepen».1 Ook wordt tegemoet gekomen aan de toezegging om te kijken naar inkomenssteun als
alternatief voor loonkostensubsidie.2 Eerder is een motie aangenomen met betrekking tot het trekken van lessen3 uit de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) en tijdelijke
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) «Bbz light».4 Ook deze motie wordt in deze brief beantwoord.
De bijlagen gaan dieper in op (1) sociale zekerheid gericht op werknemers, (2) sociale
zekerheid gericht op zelfstandigen, (3) dienstverlening aan werkzoekenden, (4) vangnet
sociale zekerheid en (5) specifiek kwetsbare groepen.
Crisis en sociale zekerheid
Een «crisis» bestaat in vele verschillende vormen. In het licht van deze motie beperken
wij ons tot een sociaaleconomische crisis. Gedurende zo’n crisis moet de economie,
waaronder ook de arbeidsmarkt, zich aanpassen aan de nieuwe situatie. Doordat een
crisis gepaard gaat met onzekerheid en de vraag naar goederen en diensten terugloopt,
gaan bedrijven failliet, en worden mensen werkloos of kunnen zij minder uren werken.
Het gevolg is vaak dat zij geen of een lager inkomen verkrijgen. Waardoor de bestaanszekerheid
van een deel van de mensen onder druk kan komen te staan.
Nederland kent vanuit internationaal perspectief een brede sociale zekerheid. Ons
stelsel van sociale zekerheid biedt ondersteuning aan mensen, zowel in economische
goede als slechte tijden. Tijdens een economische crisis neemt de druk op de sociale
zekerheid toe. Bestaande kwetsbaarheden kunnen daarmee zichtbaarder worden.
Het algemene beeld na de coronacrisis is dat het huidige socialezekerheidsstelsel
zijn werk doet tijdens een crisis en in principe ook toegankelijk is voor (kwetsbare)
groepen. Sommige groepen bleken wel extra kwetsbaar, zoals bijvoorbeeld jongeren,
arbeidsmigranten, statushouders en sekswerkers.
Een andere bestaande kwetsbaarheid die aan de oppervlakte kwam tijdens de coronacrisis
is de disbalans op onze arbeidsmarkt tussen vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers.
Tijdens de crisis bleek dat mensen in flexcontracten en zzp’ers de hardste klappen
opvingen. Deze verloren vaker hun baan, werkten vaker minder uren5, en moesten vaker terugvallen op (andere) inkomensvoorzieningen. Daarom is gedurende
de crisis de Tozo-regeling geopend, waarmee zzp’ers in hun inkomen werden ondersteund.
Met de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) werden
flexwerkers die geen gebruik konden maken van andere voorzieningen ondersteund.
Eind 2021 is een brief6 aan uw Kamer gestuurd over de motie Maatoug (GL) en Grinwis (CU) die opriep om samen
met gemeenten te bezien of er lessen te trekken zijn uit de invoering van de Tozo
en het tijdelijk aangepaste Bbz. Het afgelopen jaar is hierover met ondernemers en
gemeenten gesproken. In bijlage «2. sociale zekerheid gericht op zelfstandigen» wordt
uitgebreider ingegaan op de motie Maatoug en Grinwis. Lessen waar wij mee aan de slag
gaan, zijn:
1. Maak de levensvatbaarheidstoets in het Bbz minder complex;
2. Zorg dat gemeenten meer op gelijke manier het Bbz uitvoeren zodat de uitkomst van
levensvatbaarheid- en vermogenstoetsen voor ondernemers voorspelbaarder wordt;
3. Kijk bij het vereenvoudigen of het mogelijk is minder informatie uit te vragen;
4. Behoud de kennisdeling en regionale samenwerking tussen gemeenten die bij de uitvoering
van de Tozo is ontstaan;
5. Bbz evenals in de Tozo kunnen aanvragen met terugwerkende kracht;
6. Onderzoek of het mogelijk kan worden dat ondernemers een deel van hun vermogen mogen
gebruiken voor privéuitgaven, net als andere bijstandontvangers. Maak de vermogenstoets
minder complex.
Verder waren er tijdens de coronacrisis op een aantal onderdelen extra maatregelen
nodig om banen te behouden en de economische gevolgen te beperken. De macro-economische
gevolgen van dit soort grote schokken van de economie werden onvoldoende opgevangen
door het reguliere instrumentarium. Dit had ook te maken met de onzekerheid die gepaard
ging met de gevolgen van de pandemie en ingezette maatregelen. Daarom is bijvoorbeeld
de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) opgesteld, waarmee
het kabinet banen heeft behouden en de macro-economische gevolgen van baanverlies
heeft beperkt. Ook zijn de Regionale Mobiliteitsteams (RMT’s) opgericht om mensen
beter naar nieuw werk te begeleiden.
Dit kabinet heeft lessen getrokken uit de incidentele steunmaatregelen die tijdens
de coronacrisis zijn ingezet en neemt dit mee in structureel beleid. Zo heeft het
kabinet de crisisregeling personeelsbehoud aangekondigd als vangnet voor crises en
calamiteiten die buiten het reguliere ondernemersrisico liggen, zijn er lessen getrokken
over verbetering van de uitvoering van het Bbz en zijn de tijdens de coronacrisis
opgerichte RMT’s de aanzet geweest tot de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur.
Daarnaast werkt het kabinet aan de verdeling van risico’s tussen werkenden. Zo zet
het kabinet zich in voor een gelijker speelveld tussen werknemers en zzp’ers, op het
gebied van de fiscaliteit en sociale zekerheid. Dit zal niet alle verschillen tussen
werknemers en zzp’ers wegnemen, want bepaalde risico’s zijn inherent aan het zelfstandig
ondernemerschap. Hiermee maakt het kabinet de groep meest kwetsbare werkenden, zoals
schijnzelfstandigen met een laag inkomen en lage buffers weerbaarder.
In zijn algemeenheid blijft gelden dat de vormgeving van sociale zekerheid gepaard
gaat met afruilen en dillema’s. Daarbij speelt de verhouding tussen bescherming en
(sociale) activering een belangrijke rol. Daarnaast kan de sociale zekerheid niet
alles afdekken; het stelsel zou uiteindelijk onhoudbaar worden. Het gaat hierbij om
het vinden van een goede balans.
Slot
De coronacrisis heeft laten zien dat de bestaande sociale zekerheid tijdens een crisis
zijn werk doet, maar dat op een aantal onderdelen extra maatregelen nodig zijn om
banen te behouden en de sociaaleconomische gevolgen te beperken. Dit kabinet trekt
hier lering uit en zet in op structurele verbetering van het beleid waar nodig. Door
deze verbeteringen aan te brengen is het kabinet van mening dat de samenleving beter
opgewassen is tegen een volgende crisis en worden (kwetsbare) groepen beter ondersteund
door een verstevigd stelsel van sociale zekerheid.
Voor specifieke lessen die geleerd kunnen worden vanuit de individuele maatregelen
in crisistijd wordt verwezen naar de individuele evaluaties die hierover volgen. Deze
zullen naar verwachting eind 2023 aan uw Kamer worden aangeboden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Medeindiener
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.