Brief regering : Monitorrapportage Wajong 2022
35 213 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong
Nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2023
Inleiding
Meer dan de helft van de mensen in de Wajong heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie
of mogelijkheden om arbeidsvermogen te ontwikkelen. Een groot deel van deze mensen
wil niets liever dan meer meedoen in de samenleving. Daarom is het belangrijk dat
zij passende ondersteuning krijgen om aan het werk te gaan, of om aan het werk te
blijven. Ook is het belangrijk dat het voor hen loont om te werken, of om meer uren
te werken. En dat zij mogelijkheden hebben om zich te blijven ontwikkelen. Per 1 januari
2021 trad de Wet Vereenvoudiging Wajong in werking met als doel het wegnemen van knelpunten
die de participatie van mensen met een Wajong-uitkering belemmerden. Daarnaast werden
de verschillende regelingen en Wajong-uitkeringsgroepen door de wet vereenvoudigd
en geharmoniseerd.
De motie Ester c.s. verzocht de regering de gevolgen van deze wet te monitoren en
breed te evalueren, waarbij het gaat om inkomenseffecten, baankansen, scholing en
maatschappelijke deelname.1 Tevens verzocht de Kamer om jaarlijks deze informatie over de ontwikkelingen te ontvangen,
en op basis van deze bevindingen mogelijke verbeteringen in het Wajong-beleid te presenteren.
In de bijlage bij deze brief stuur ik u de tweede monitorrapportage. Deze rapportage
geeft de ontwikkelingen over het eerste jaar na ingang van de Wet Vereenvoudiging
Wajong weer. Conform mijn toezegging aan de Eerste Kamer bevat deze rapportage ook
een analyse van de werking van het garantiebedrag na uitwerking van de herstelacties
garantiebedrag.2 Tevens geef ik inzicht in de overige gegevens over werknemers met een Wajong-uitkering
met betrekking tot de duurzaamheid van werk en de vorm van werk.
Over de effecten van de uitwerking van het garantiebedrag voor Wajong-gerechtigden
werkend als zelfstandige rapporteer ik in de volgende monitorrapportage. Ook de uitkomsten
van het kwalitatief onderzoek naar ervaringen van Wajong-gerechtigden met de Wet Vereenvoudiging
Wajong beoog ik mee te nemen in de volgende monitorrapportage.3
De uitkomsten van de monitorrapportage in het kort
De arbeidsparticipatie is toegenomen
Uit de monitorrapportage blijkt dat de arbeidsparticipatie van Wajong-uitkeringsgerechtigden
is toegenomen van 48,8% in 2020 naar 50,1% in 2021. Het percentage werkenden is daarmee
weer bijna op het arbeidsparticipatieniveau van voor de coronacrisis. Daarnaast blijkt
de arbeidsparticipatie van mensen met een Wajong-uitkering die duurzaam geen arbeidsvermogen
hebben fors gestegen, van 1418 personen werkend in loondienst in 2020 naar 1741 personen
in 2021. Deze mensen werkten vaker en werkten meer uren dan een jaar eerder. Sinds
1 januari 2021 loont meer werken bruto altijd. Sommige Wajong-gerechtigden gaven bij
het Informatiepunt Wajong aan dat zij de financiële vooruitgang te klein vinden. Ik
onderzoek de achterliggende redenen en ervaringen verder met het kwalitatieve onderzoek.
Uit de gegevens over de participatieladder blijkt dat in 2021 meer Wajong-gerechtigden
met arbeidsvermogen betaald werk met en zonder ondersteuning verrichten. Het aantal
personen met arbeidsvermogen dat geïsoleerd leeft is ongeveer gelijk gebleven. Mogelijk
is de toename van personen op trede 5 (betaald werk met ondersteuning) en 6 (betaald
werk zonder ondersteuning) van de participatieladder te verklaren doordat er meer
personen zijn ingedeeld op een trede in de participatieladder in 2021 ten opzichte
van 2020. In 2020 waren er 7.246 personen niet ingedeeld op een trede ten opzichte
van 2951 personen in 2021.
Uit de monitor arbeidsparticipatie arbeidsbeperkten 2021, die gegevens bevat tot en
met 2020, blijkt verder dat het aandeel werkende Wajong-gerechtigden met een vast
contract toenam. Ook nam het aantal personen werkend als zelfstandige toe. Personen
met tijdelijke contracten werkend in sectoren als de horeca, cultuur en detailhandel
raakten in 2020 veelal hun baan kwijt. Waarschijnlijk komt dit door conjunctuureffecten
en effecten van de coronacrisis, en is het geen effect van de inwerkingtreding van
de Wet Vereenvoudiging Wajong.
Meer Wajonggerechtigden volgen een opleiding
Door de vereenvoudiging van de studiemogelijkheden in de Wet Vereenvoudiging Wajong
kunnen mensen een opleiding volgen met behoud van hun uitkering. Ook is het volgen
van een opleiding geschrapt als uitsluitende voorwaarde voor de instroom in de Wajong2015.
Onder de groep Wajong2015-gerechtigden studeerden in 2021 meer mensen dan voor inwerkingtreding
van de wet. Tevens is de jaarlijks verwachte afname van studerenden onder mensen met
een oWajong- of Wajong2010 uitkering gehalveerd. Hierbij merk ik op dat de groep studerenden
met een oWajong- of Wajong2010 uitkering de komende jaren naar verwachting verder
afneemt omdat deze groep ouder wordt. Opgehaalde ervaringen uit het Informatiepunt
Wajong bevestigen het beeld dat Wajong-uitkeringsgerechtigden vaker een opleiding
startten, of hier over nadachten. Tegelijkertijd signaleert het informatiepunt dat
meer bekendheid geven aan de mogelijkheid om te studeren, en de invloed daarvan op
het totaalinkomen, meer Wajong-gerechtigden stimuleert om hier over na te denken.
Ook het geven van meer informatie over de invloed van studeren op het totale inkomen
zet meer Wajong-gerechtigden waarschijnlijk aan tot studeren. Mijn ministerie onderzoekt
samen met UWV hoe we meer bekendheid aan de studieregeling kunnen geven.
Meer inkomen, maar minder gewerkte uren
Het gemiddelde inkomen van Wajong-gerechtigden die in loondienst werken, is met 5%
gestegen van € 1.373 per maand in 2020 naar € 1.442 in 2021. De stijging is hoger
dan de stijging van de Cao-lonen met gemiddeld 2,1% in 2021.
Uit de cijfers blijkt tevens dat Wajong-gerechtigden in 2021 gemiddeld minder uren
werkten dan in 2020, maar nog wel meer dan in eerdere jaren. De stijging in inkomen
in 2021 is daarom waarschijnlijk niet veroorzaakt door meer uren werken. De leeftijd
en ervaring van Wajong-gerechtigden neemt toe, wat mogelijk de stijging in inkomen
wel verklaart. Verder blijkt de gemiddelde Wajong-uitkering gestegen met 30,8% en
het gemiddelde totaalinkomen uit loon en uitkering met 10,1%. Dit is een direct positief
effect van de nieuwe inkomensregels. Uit opgehaalde ervaringen van het Wajong informatiepunt
blijkt dat mensen een vooruitgang in bruto inkomen (uit werk en uitkering) ervaren.
Tegelijkertijd blijkt dat sommige Wajong-gerechtigden niet goed overzien wat meer
inkomen voor hun netto-situatie betekent.
Herstelacties garantiebedrag
Het garantiebedrag is bedoeld om inkomensachteruitgang per 1 januari 2021 door de
vereenvoudiging Wajong te voorkomen. Door onvoorziene omstandigheden bleek dat de
berekening van het garantiebedrag niet voor iedereen achteruitgang voorkwam. De garantiebedragen
heeft UWV voor 222 personen met terugwerkende kracht hersteld.4 De analyses van de werking van het garantiebedrag in de monitorrapportage zijn inclusief
deze herstelde garantiebedragen, en laten zien dat de meeste Wajong-gerechtigden met
een recht op een garantiebedrag in januari 2021 een hogere uitkering kregen dan daarvoor.
Ervaringen vanuit het Informatiepunt Wajong signaleren soms ongeloof over de hoogte
en stabiliteit van het garantiebedrag. Het garantiebedrag is een vast bedrag dat ook
bij een (forse) toename van het inkomen gelijk blijft.
Bij het lezen van de monitorrapportage is het belangrijk te realiseren dat de gestegen
arbeidsparticipatie waarschijnlijk niet los te zien is van de krapte op de arbeidsmarkt.
Conjunctuureffecten en effecten van de coronacrisis beïnvloeden waarschijnlijk de
gepresenteerde gegevens. Op basis van de kwantitatieve gegevens en de hierin geschetste
ervaringen van Wajong-gerechtigden is het daarom dan ook niet mogelijk om conclusies
te trekken over causale effecten van de Wet Vereenvoudiging Wajong. Wel geven de cijfers
en ervaringen in deze monitorrapportage input voor het kwalitatieve onderzoek naar
de Wet vereenvoudiging Wajong. De opgehaalde informatie, waaronder deze monitorrapportage,
draagt verder bij aan een onderbouwde periodieke rapportage van de Wet Vereenvoudiging
Wajong in 2025.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen