Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 april 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2648
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 april 2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  W.B. Hoekstra
VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 24 APRIL 2023
               
Op 24 april jl. vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Luxemburg. De vertegenwoordiger
                  van Nederland in het Politiek en Veiligheidscomité van de EU nam namens Nederland
                  deel aan deze Raad. De Raad sprak over de Russische agressie tegen Oekraïne en de
                  implementatie van het EU actieplan voor de geopolitieke consequenties van de Russische
                  agressie tegen Oekraïne. Onder Current Affairs sprak de Raad over Soedan, Moldavië, Tunesië en China. Tijdens de lunch sprak de Raad
                  informeel met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken, Ilia Darchiashvili. En
                  marge van de RBZ organiseerde de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) een informeel
                  ontbijt met de secretaris-generaal van de Raad van Europa, Thérèse Blanchet en de
                  IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken, Thórdís Kolbrún Reykfjörd Gylfadóttir.
               
Middels dit verslag informeert het kabinet uw Kamer daarnaast over enkele toezeggingen
                  die gedaan zijn tijdens de Algemene Europese Beschouwingen in de Eerste Kamer van
                  18 april jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 27, items 3 en 11), het commissiedebat RBZ van 20 april jl., enkele moties en de stand van zaken van
                  een aantal missies.
               
Volle agendapunten
Russische agressie tegen Oekraïne
De bespreking van het agendapunt Russische agressie tegen Oekraïne startte met een
                  interventie per videoconferentie van de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken
                  Dmytro Kuleba. Minister Kuleba sprak zijn waardering uit voor de reeds ontvangen steun
                  vanuit de EU. Vervolgens benadrukte hij de aanvullende steun die nodig is, waaronder
                  de levering van wapens en munitie. Tevens kondigde de Minister een nieuw initiatief
                  aan van president Zelensky, het International Defence Industries Forum in Oekraïne, om synergieën te creëren tussen de industrie en overheden.
               
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) Josep Borrell deed een oproep aan lidstaten om meer
                  leveringen te doen uit eigen voorraad en onderstreepte het belang om vooruitgang te
                  boeken op het driesporen-initiatief inzake munitie. In navolging op het politieke
                  akkoord in de afgelopen RBZ van 20 maart jl.1 over het leveren van munitie aan Oekraïne vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF)
                  heeft de Raad het eerste spoor – levering uit eigen voorraad – formeel aangenomen.
                  Over tweede spoor – gemeenschappelijke aanschaf ten behoeve van Oekraïne – wordt nog
                  onderhandeld. Veel lidstaten spraken de hoop uit dat er snel een akkoord bereikt wordt.
                  Nederland heeft benadrukt dat het leveren van munitie aan Oekraïne prioriteit heeft
                  en het ondersteunen van de Europese defensie-industrie daartoe een middel moet zijn.
               
Voor wat betreft accountability sprak de Raad over verschillende modaliteiten voor een tribunaal voor agressie. Nederland
                  heeft benadrukt dat het komen tot een gezamenlijk EU-standpunt van belang is.
               
Implementatie van het EU actieplan voor de geopolitieke consequenties van de Russische
                     agressie jegens Oekraïne
De Raad besprak de noodzaak om te investeren in de relaties met landen in Afrika, Midden-Oosten, Azië
                  en Latijns-Amerika. De Raad concludeerde dat de EU haar engagement richting deze landen moet versterken om een aantrekkelijke
                  partner te blijven. De Russische agressie tegen Oekraïne en de wereldwijde reacties
                  hierop onderstreepte de noodzaak hiervan.
               
HV Borrell gaf een stand van zaken ten aanzien van de implementatie van het EU-actieplan.
                  Er wordt gewerkt aan het beter op elkaar afstemmen van de inzet van de EU en de lidstaten
                  richting enkele sleutellanden in Afrika, Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika. HV
                  Borrell en de Europese Commissie benadrukten hierbij het belang van meer investeringen,
                  een gezamenlijke Team Europe aanpak en concrete Global Gateway-projecten. Een aantal lidstaten onderstreepte dat Russische desinformatie in derde
                  landen moet worden tegengaan. Ook werd opgeroepen tot het beter op elkaar afstemmen
                  van de bezoeken van lidstaten en de EU naar landen in de voornoemde regio’s.
               
Current Affairs
Soedan
De Raad sprak over de ontwikkelingen in Soedan naar aanleiding van de gevechten in
                  de hoofdstad Khartoem tussen het regeringsleger en de paramilitaire Rapid Support Forces. Daarbij benadrukte de HV de goede samenwerking tussen lidstaten tijdens de evacuatie
                  van Europese diplomaten en burgers. Lidstaten die burgers in het land hadden, onderstreepten
                  dit en dankten de landen die evacuatievluchten uitvoerden, in het bijzonder Frankrijk
                  en Duitsland, maar ook Spanje, Italië, Zweden en Nederland voor hun inspanningen.
                  Tegelijkertijd gaf de HV aan dat in zijn ogen, de situatie in Soedan nogmaals laat
                  zien dat eigenstandige EU-evacuatiecapaciteit noodzakelijk is. Daartoe kondigde de
                  HV aan op korte termijn met concrete voorstellen te komen om de capaciteit van EDEO’s
                  crisiscentrum te vergroten.
               
De Raad sprak verder over de politieke en veiligheidssituatie in Soedan. De HV zag,
                  op grond van gesprekken met beide legerleiders, weinig bereidheid van de partijen
                  om op korte termijn de wapens neer te leggen. Lidstaten onderschreven dit, maar benadrukten
                  dat de EU-inzet gericht moet blijven op een wapenstilstand en vreedzame oplossing
                  van het conflict. Lidstaten zien hierin een belangrijke rol weggelegd voor regionale
                  organisaties, zoals de Afrikaanse Unie en Arabische Liga, evenals voor landen in de
                  regio. Daarbij gaven lidstaten nadrukkelijk aan dat bemiddelingspogingen tussen de
                  legerleiders niet mogen leiden tot een oplossing die de Soedanese burgerbewegingen
                  uitsluit van het politieke proces. Tot slot spraken sommigen hun zorgen uit dat het
                  conflict de ruimte biedt aan andere paramilitaire organisaties, waaronder Wagner,
                  om hun presentie in Soedan te vergroten.
               
Tunesië
De Raad sprak opnieuw over de verslechterde situatie in Tunesië. Onder andere de politieke
                  ontwikkelingen zoals de recente arrestatie van een belangrijke oppositieleider, de
                  beperking van maatschappelijke vrijheden, de sociaaleconomische omstandigheden en
                  de stand van zaken op migratie kwamen aan de orde. De Raad was eensgezind over het
                  belang van een gebalanceerde EU-boodschap en veel lidstaten spraken zich uit voor
                  blijvende betrokkenheid bij Tunesië en het belang van een overeenkomst tussen Tunesië
                  en het IMF. De Europese Commissie gaf aan te werken aan een veelomvattend EU-steun
                  pakket, dat zal worden uitgekeerd op voorwaarde dat er een akkoord tussen Tunesië
                  en het IMF is bereikt. De Commissie uitte zich voorzichtig optimistisch dat een overeenkomst
                  nog altijd haalbaar lijkt. Uw Kamer wordt via de gebruikelijke weg geïnformeerd zodra
                  meer bekend is over de concrete invulling van dit pakket.
               
Nederland uitte zorgen over de situatie in Tunesië en onderstreepte daarbij dat vrijheden
                  en democratische instituties essentieel zijn voor duurzame stabiliteit. Ook benadrukte
                  Nederland het belang van een gebalanceerde benadering en goede samenwerking met Tunesië.
                  Nederland heeft in dit verband aangegeven dat een EU-respons coherent en integraal
                  moet zijn, waarbij dialoog over rechtsstaat en mensenrechten, steun voor sociaaleconomische
                  en politieke stabiliteit, en het tegengaan van irreguliere migratie zo goed mogelijk
                  met elkaar verbonden zijn.
               
Moldavië
De Raad stond stil bij de situatie in Moldavië en besloot tot een drietal initiatieven
                  in EU-verband om Moldavië bij te staan. Ten eerste besloot de Raad tot de oprichting
                  van de civiele EU Partnership Mission (EUPM) Moldavië, welke zich zal richten op het versterken van de weerbaarheid tegen
                  de vanuit Rusland afkomstige hybride dreigingen. De missie heeft een initiële looptijd
                  van twee jaar en zal bestaan uit een kernstaf tussen 25 en 40 personen, aangevuld
                  met flexibele zogenaamde Specialized Teams die, naar gelang de inhoudelijke behoefte, voor korte duur aan de missie kunnen worden
                  toegevoegd. EUPM wordt nog voor de zomer gelanceerd. Ten tweede heeft de Raad een
                  politiek akkoord bereikt om middels een nieuwe EPF-steunmaatregel 40 mln. euro aan
                  niet-lethale militaire steun beschikbaar te stellen aan Moldavië. Ten derde besloot
                  de Raad om een sanctie instrument op te richten voor het sanctioneren van oligarchen
                  die de Moldavische rechtstaat en democratie ondermijnen. Nederland heeft deze inspanningen
                  conform motie van het lid Piri c.s.2 actief ondersteund.
               
In aanvulling op bovenstaande informeer ik u via deze weg, mede namens de Minister
                  van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie, dat de Nederlandse personele
                  bijdrage aan EUPM Moldavië vastgesteld is op maximaal vijf personen. De invulling
                  van de Nederlandse personele bijdrage wordt nog nader vastgesteld. De Kamer wordt
                  over de inzet geïnformeerd indien daar aanleiding toe is.
               
China
De HV reflecteerde op zijn recente uitspraken in de media over de relatie tussen de
                  EU en China. Lidstaten benadrukten in het kader van de reeks bezoeken van EU leiders
                  aan China het belang van EU eenheid. Daarnaast sprak de Raad over de uitspraken van
                  de Chinese ambassadeur in Frankrijk over de internationale rechtspositie van een aantal
                  Oost-Europese lidstaten en landen, waarvan de Chinese regering inmiddels afstand genomen
                  heeft. De bespreking was kort, op de informele RBZ «Gymnich» van 12 mei a.s. zal een
                  informele discussie worden gevoerd over de toekomst van de betrekkingen tussen de
                  EU en China.
               
Iran
Nederland greep deze Raad aan om wederom te pleiten voor spoedige openbaarmaking van
                  het advies van de Juridische Dienst van de Raad ten aanzien van de terrorisme-listing
                  van het Iraanse Islamitische Revolutionaire Gardekorps (IRGC) en vroeg om steun van
                  lidstaten hiervoor.
               
Nieuw pakket Syrië sancties
Tijdens de RBZ heeft de Raad, mede op initiatief van Nederland, aanvullende sancties
                  aangenomen tegen personen en organisaties van het Syrische regime. Het sanctiepakket
                  richt zich tegen de grootschalige drugshandel van het regime, onderdrukking van de
                  bevolking en de Syrische samenwerking met Rusland. Deze sancties hebben geen invloed
                  op steun aan de Syrische bevolking, zoals de humanitaire hulp na de aardbevingen.
                  In plaats van te investeren in een bevolking in nood verrijkt het Syrische regime
                  zichzelf met de opbrengst van de productie en export van verdovende middelen. Ook
                  werkt het regime niet mee aan door de VN geleide pogingen om tot een politieke oplossing
                  voor het conflict in Syrië te komen. Ondertussen blijft de situatie in Syrië verslechteren,
                  waardoor het menselijk lijden en het aantal vluchtelingen nog altijd toeneemt. Om
                  deze reden stelt de EU sancties in tegen verantwoordelijken voor de productie en handel
                  in het verdovende middel Captagon.
               
Aanname Raadsconclusies Ethiopië
De Raad heeft conclusies aangenomen over Ethiopië. Deze Raadsconclusies passen binnen
                  het kader van het vredesakkoord tussen Ethiopië en Eritrea en de wens als EU aan de
                  bestendiging daarvan bij te dragen.
               
Evenementen en marge van RBZ
Informeel ontbijt met de secretaris-generaal van de Raad van Europa (RvE), Thérèse
                     Blanchet en de IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken, Thórdís Kolbrún Reykfjörd
                     Gylfadóttir
De informele ontbijtsessie stond in het kader van de Top van de Raad van Europa die
                  op 16 en 17 mei in Reykjavik, IJsland plaatsvindt. De Raad besprak de belangrijke
                  rol die de RvE speelt binnen de Europese architectuur ter bevordering van mensenrechten,
                  democratie en rechtsstaat stond centraal, evenals het strategisch partnerschap tussen
                  de EU en de RvE. Het IJslandse voorzitterschap ging in op de voorbereidingen voor
                  de Top, waar accountability voor Oekraïne één van de belangrijkste onderwerpen zal zijn.
               
Informele lunch met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken, Ilia Darchiashvili
Deze informele lunch betrof een eerste gelegenheid voor een bespreking met alle 27 lidstaten
                  met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken na het historische besluit van de
                  Europese Raad om Georgië EU-perspectief te verlenen. Tijdens de lunch werd gesproken
                  over de 12 prioriteiten waaraan Georgië moet voldoen om in aanmerking te komen voor
                  EU-lidmaatschap. Georgië zette reeds grote stappen, doch er moet nog veel werk verricht
                  worden, onder andere op het gebied van mensenrechten en rechtstaat, hervorming rechterlijke
                  macht en waarborging mediavrijheid. Tevens werden de zorgen over de gezondheidssituatie
                  van oud-president Saakashivili gedeeld met de Georgische Minister.
               
Tijdens de informele lunch werd er in het kader van regionale ontwikkelingen ook aandacht
                  geschonken aan de situatie in Armenië en Azerbeidzjan. Een aantal lidstaten sprak,
                  ook namens NL, zorgen uit over de situatie aan de grens en vroeg de HV om zich hierover
                  namens de EU uit te spreken.
               
Toezeggingen commissiedebat RBZ d.d. 20 april 2023
Mogelijkheden voor aanvullende maatregelen tegen de Wagnergroep en de mate van steun
                     daarvoor binnen de Raad
Binnen de EU zijn grote zorgen over de rol van de Wagnergroep in Oekraïne, het Midden-Oosten
                  en Afrika. Nederland heeft tijdens de Raad Buitenlandse Zaken opgeroepen tot maatregelen
                  tegen de Wagner groep, waaronder sancties. In dat kader heeft de EU na het listen
                  van de Wagnergroep in 2021 aanvullende maatregelen genomen. Op 27 februari jl. heeft
                  de EU een nieuw sanctiepakket aangenomen gericht tegen deze organisatie. Nederland
                  heeft hier actief aan bijgedragen. Dit pakket is gericht tegen personen en entiteiten
                  in verschillende landen waaronder Mali, Soedan, de Centraal Afrikaanse Republiek en
                  Oekraïne. De maatregelen zien op mensenrechtenschendingen door de Wagnergroep en op
                  bedrijven die door de Wagnergroep gecontroleerd worden en waarmee Rusland profiteert
                  van de exploitatie van grondstoffen. Onderdeel van dit pakket zijn aan Wagner gelieerde
                  bedrijven en personen die goudmijnen exploiteren in Soedan.
               
Stand van zaken rondom rechters in Nicaragua op de Europese sanctielijst
Nederland is bezorgd over de verslechterde mensenrechtensituatie in Nicaragua. In
                  dat kader staat Nederland open voor uitbreiding van het aantal listings onder het sanctieregime ten aanzien van de situatie in Nicaragua. Hierbij gelden
                  de uitgangspunten van rechtszekerheid en juridische houdbaarheid.
               
Overig
Motie Van der Lee en Piri inzake ontmoedigingsbeleid
Middels dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over motie van de leden Van
                  der Lee en Piri,3 die het kabinet verzoekt om uitleg omtrent de invulling van het bestaande ontmoedigingsbeleid
                  en op welke wijze dit concreet in de aankomende periode verder vorm zal worden gegeven.
                  Het kabinet voerde in deze kabinetsperiode het bestaande Nederlandse ontmoedigingsbeleid
                  uit. Het Nederlandse ontmoedigingsbeleid is van toepassing op activiteiten van Nederlandse
                  bedrijven als zij direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding van nederzettingen
                  of als zij de aanleg of instandhouding ervan direct faciliteren. Indien Nederlandse
                  bedrijven de overheid consulteren, worden zij over dit beleid geïnformeerd. Hierbij
                  wordt toegelicht dat op grond van het internationaal recht Nederland en de EU de Israëlische
                  soevereiniteit over de sinds juni 1967 door Israël bezette gebieden niet erkennen,
                  en deze gebieden niet beschouwen als een onderdeel van het Israëlische grondgebied.
                  Nederland en de EU beschouwen Israëlische nederzettingen in bezet gebied als strijdig
                  met internationaal recht. Economische activiteiten die hieraan bijdragen beschouwt
                  het kabinet als onwenselijk.
               
Het kabinet is voornemens dit ontmoedigingsbeleid op bovengenoemde manier voort te
                  zetten.
               
Toezegging Algemene Europese Beschouwingen van 18 april jl.
In reactie op de toezegging aan senator Van Dijk tijdens de Algemene Europese Beschouwingen
                  in de Eerste Kamer wordt daarnaast middels dit verslag ingegaan op de manier waarop
                  de EU aandacht zal besteden aan het feliciteren van Israël met haar 75 jarig bestaan
                  in mei. De EU-delegatie in Tel Aviv heeft op 26 april jl. middels een videoboodschap
                  felicitaties overgebracht van de President van de Europese Commissie Von der Leyen.
               
EU Missie Armenië (EUMA)
Het kabinet informeert uw Kamer middels dit verslag over de situatie in Armenië en
                  Azerbeidzjan en voortgang van de civiele EU Missie Armenië (EUMA). EUMA is nog altijd
                  in de opstartfase, maar ontplooit al concrete en relevante monitoringsactiviteiten.
                  In de afgelopen weken vond er een aantal incidenten plaats op de Armeens-Azerbeidzjaanse
                  grens, in de buurt van de Lachin-corridor. De Lachin-corridor is vooralsnog de facto
                  geblokkeerd en sinds 23 april jl. heeft Azerbeidzjan unilateraal een checkpoint geïnstalleerd
                  bij de ingang van de Lachin-corridor. Vanwege de oplopende spanningen tussen Armenië
                  en Azerbeidzjan heeft EUMA in de afgelopen periode regelmatig monitoringsactiviteiten
                  uitgevoerd op het Armeense grondgebied.
               
Trainingsactiviteiten t.b.v. Lebanese Armed Forces (LAF)
Tenslotte informeert het kabinet middels dit verslag uw Kamer over het besluit om
                  drie trainingsactiviteiten te starten in Libanon, in het kader van het bevorderen
                  van de stabiliteit en weerbaarheid aldaar. De Lebanese Armed Forces (LAF) spelen een belangrijke rol in het bewaren van de fragiele stabiliteit in Libanon.
                  Deze activiteiten zijn duurzame investeringen in de professionalisering van de LAF,
                  leveren een bijdrage aan de bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit
                  en versterken de relatie met Libanon. Vanaf ongeveer half mei 2023 starten trainers
                  van het Ministerie van Defensie voor de periode van een jaar met trainingen aan het
                  LAF. Het gaat onder meer om het trainen van militaire werkhonden («K9 military working
                  dogs») die een belangrijk onderdeel vormen van de contraterrorisme-eenheid van de
                  LAF. Daarnaast worden twee trainingen gegeven over het opsporen en onschadelijk maken
                  van explosieven met het doel de explosievenopruimingsdienst van de LAF verder te professionaliseren.
                  Het aanbod van deze trainingen is gebaseerd op de behoeften van de LAF en sluiten
                  aan bij de Nederlandse doelstellingen in de regio.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
