Brief regering : Reactie op verzoeken commissie over het rapport ‘Natuurbrandsignaal 2023 (NIPV)'
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 179
VEILIGHEIDSREGIO’S
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2023
Op 24 januari 2023 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
mij om een reactie verzocht naar aanleiding van het rapport Natuurbrandsignaal '23
van een consortium bestaande uit het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV),
het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), Wageningen Universiteit
& Research (WUR), de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en Deltares. Daarnaast heeft
bij de regeling van werkzaamheden van 22 februari 2023 het lid Stoffer (SGP) mij en
de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) verzocht om een kabinetsreactie op het
rapport Natuurbrandsignaal '23 en om hierbij ook in te gaan op de capaciteit van de
specialistische teams die helpen bij natuurbranden.
Hieronder treft u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, een reactie
op beide verzoeken.
Natuurbrandsignaal '23
In het rapport wordt geconcludeerd dat er een steeds groter risico is dat Nederland
geconfronteerd zal worden met grote en oncontroleerbare natuurbranden. Met name door
klimaatverandering zullen natuurbranden zich vaker ontwikkelen tot branden die niet
meer geblust kunnen worden en pas stoppen als er geen brandstof meer is. De toename
van het aantal branden, gepaard met een verdere verdichting (een toename van bebouwing
op een gelijkblijvend oppervlak) van Nederland, leidt tot een grotere kans op natuurbranden
met veel impact op gezondheid, welzijn, natuur en economie.
De ontwikkeling van het natuurbrandrisico is volgens de opstellers van het rapport
geen lineair proces. Doordat de factoren droogte, warmte en (lage) relatieve luchtvochtigheid
elkaar versterken, neemt het natuurbrandrisico sneller toe dan dat het klimaat verandert. Het consortium doet de volgende
aanbevelingen:
− Het risico van natuurbranden moet worden meegewogen bij de inrichting van het Nederlandse
landschap.
− Om de gevolgen van natuurbranden te beperken en de gevaren te verminderen is het nodig
dat het voorkomen en bestrijden van natuurbranden structureel onderdeel wordt van
het systeem van brandweerzorg. Dit systeem is tot nu toe vooral gericht op het voorkomen,
beperken en bestrijden van (beperkte) branden in gebouwen.
− Er moet meer kennis worden vergaard om de ontwikkeling van het natuurbrandrisico nader
en ook kwantitatief te kunnen duiden en een onderbouwd handelingsperspectief te kunnen
bieden aan overheden, brandweer en terreinbeheerders.
Een belangrijk signaal uit het rapport is dat de grootste winst valt te behalen bij
het voorkómen van onbeheersbare natuurbranden. Hierbij zijn onder andere de inrichting
van de natuur en de ruimtelijke ordening belangrijke elementen.
Kabinetsreactie rapport
Het kabinet herkent de boodschap en ook de urgentie uit het rapport. We zijn het eens
met de aanbevelingen die het consortium doet aan de diverse partijen die bij dit onderwerp
betrokken zijn. Deze aanbevelingen sluiten aan bij veel acties die het kabinet al
in gang heeft gezet en zijn in lijn met de Rijksbrede Risicoanalyse1 en de Rijksbrede Veiligheidsstrategie2 (RbVs).
Hieronder lichten we de belangrijkste van deze acties toe, zowel op het gebied van
preventie als repressie (het bestrijden van natuurbranden).
Preventie van natuurbranden
Onder voorzitterschap van mijn ministerie is een werkgroep ingesteld die advies heeft
uitgebracht over de wijze waarop preventie van natuurbranden kan worden versterkt.
Het advies van de werkgroep is als bijlage3 bijgevoegd. De werkgroep heeft zich gericht op preventie omdat de algemene opvatting
was dat de meeste meerwaarde zit in het verbeteren van de preventie. In de werkgroep
hadden vertegenwoordigers van de brandweer, het Rijk, de provincies en natuurbeheerders
zitting. In het advies van de werkgroep is het belang van borging van natuurbrandpreventie
benadrukt. Er is dan ook een subwerkgroep ingesteld die zich specifiek buigt over
de mogelijkheden van (juridische) borging van natuurbrandpreventie. Deze laatste werkgroep
moet nog advies uitbrengen.
Nadruk ligt op de wijze waarop via natuurbeheer kan worden bijgedragen aan natuurbrandpreventie.
Veel verbeteringen moeten en kunnen worden doorgevoerd in de driehoek natuurbeheerder-provincie-brandweer.
Terecht stipt de werkgroep aan dat natuurbrandpreventie in relatie tot de bredere
ruimtelijke ordening ook van groot belang is. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de
vraag welke functies in de nabijheid van voor natuurbrand kwetsbare natuur kunnen
worden geaccommodeerd. Voor dit onderwerp zijn afspraken nodig met meer en andere
partijen dan (alleen) de hierboven genoemde, zoals de gemeenten gelet op hun rol in
de ruimtelijke ordening.
Ik ben blij met het advies van de ambtelijke werkgroep. Ik zet mij dan ook graag in
voor het uitvoeren van de aanbevelingen. Terecht wijst de werkgroep erop dat het zaak
is de eenduidigheid en de uniformiteit van de aanpak te versterken en ook te verankeren.
De werkgroep legt, gezien de verantwoordelijkheid van provincies voor natuurbeheer
en hun rol in de veiligheidsketen, naar mijn mening terecht een grote verantwoordelijkheid
neer bij de provincies voor onder meer het opstellen en bewaken van een natuurbrandpreventieprogramma.
Dit vraagt dan ook om steun van en bestuurlijke overeenstemming met de provincies.
Het advies van beide werkgroepen zal worden geagendeerd voor een bestuurlijk overleg
met in ieder geval Rijk, provincies, natuurbeheerders en het Veiligheidsberaad. Het
streven is dit overleg nog voor de zomer van 2023 te organiseren. Bij dit overleg
zal ook de aanbeveling vanuit het Natuurbrandsignaal '23 om het risico op natuurbranden
mee te wegen in de landschapsinrichting en de ruimtelijke ordening, ook buiten natuurgebieden,
worden meegenomen.
Bestrijding van natuurbranden
De aanbeveling om de brandweer nog beter toe te rusten op het bestrijden van natuurbranden,
het maken van bovenregionale afspraken bij natuurbranden en leveren van bijstand wordt
door het ministerie gezamenlijk met de regio’s opgepakt.
De laatste jaren heeft de brandweer regionaal en landelijk onder meer gewerkt aan
het ontwikkelen van specialistische kennis, inzet en materieel en verbeterde informatievoorziening
tijdens een incident. Dit heeft geleid tot de huidige situatie waar naast de regionale
capaciteiten meerdere specialistische natuurbrand-teams, zoals natuurbrandpelotons
(brandweervoertuigen die in de natuur op kunnen treden), het Fire Buckets Operations
Team (een samenwerking tussen Defensie en de brandweer met de inzet van blushelikopters),
landelijke natuurbrandadviseurs, speciaal opgeleide natuurbrandonderzoekers en twee
zogenaamde Handcrewteams (te voet en met handgereedschappen bestrijden) landelijk
inzetbaar zijn.
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) heeft eind 2022 een
Taskforce natuurbrandbeheersing ingesteld vanuit de verantwoordelijkheid van veiligheidsregio’s
voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand. In het komende jaar werkt de
taskforce aan het opstellen van een nieuwe visie op natuurbrandbeheersing, waarbij
zij met voorstellen zullen komen richting de verschillende partners betreffende drie
sporen: 1) bevorderen brede aandacht voor preventie, 2) slimme en slagvaardige repressie
en 3) onderzoek en kennisontwikkeling.
In het kader van de voorgenomen versterking van de crisisbeheersing en brandweerzorg,
zoals verwoord in de contourennota4, zal het systeem van de brandweerzorg zich meer moeten aanpassen van kleinschalige,
lokale incidenten naar natuurbranden en andere klimatologische ontwikkelingen met
grootschalige risico’s. Meer inzicht in de landelijke capaciteit, slagkracht en bovenregionale
samenwerking maakt hiervan nadrukkelijk onderdeel uit. In het onlangs uitgebrachte
rapport «Scenario’s natuurbranden5» schetst Brandweer Nederland realistische natuurbrandscenario’s op regionaal en bovenregionaal
niveau. De bevindingen van dit rapport worden meegenomen in de ontwikkeling van een
landelijk risicoprofiel en dekkingsplan voor de brandweer en het verder versterken
en verbreden van de adviesfunctie brandveiligheid zal eveneens zorgen voor meer inzicht
en de mogelijkheid bieden voor politiek-bestuurlijke afweging ten aanzien van de landelijke
en regionale voorbereiding en beschikbare capaciteiten.
Daarnaast werken het Rijk, de veiligheidsregio’s en overige crisispartners sinds december
2022 aan een Landelijk Crisisplan Natuurbranden (LCNB). Het doel van het LCNB is het
bijdragen aan een effectieve crisisbeheersing tijdens een crisis die het gevolg is
van een natuurbrand in Nederland.
Ten slotte
Uiteraard moeten verbeteringen op het gebied van preventie en repressie goed op elkaar
aansluiten. Het is belangrijk dat maatregelen in de hele keten doorwerken en dat alle
betrokken partijen hiervan doordrongen zijn. Deze samenhang zal ook worden geagendeerd
voor het nog te beleggen bestuurlijk overleg. Ik zal de Kamer op de hoogte houden
van de voortgang hierbij.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof