Brief regering : Kabinetsreactie op Kamermoties over een EU-Mercosurakkoord
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2636
BRIEF VAN DE BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2023
Met deze brief reageer ik op de motie van het lid Ouwehand c.s. (Kamerstuk 34 682, nr. 125) en de gewijzigde motie van het lid Teunissen c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2618).
Op dit moment wordt onderhandeld tussen de Europese Commissie en de Mercosurlanden
over een aanvullend instrument bij het in 2019 uitonderhandelde handelsdeel van een
mogelijk EU-Mercosur akkoord. De Europese Commissie heeft aangegeven geen besluitvorming
over dit akkoord te voorzien vóór 2024.
Zoals bij ieder verdrag, zal het kabinet pas een positie bepalen ten aanzien van een
mogelijk akkoord tussen de Europese Unie en de Mercosurlanden op het moment dat alle
daartoe noodzakelijke stukken door de Commissie ter besluitvorming aan de Raad worden
aangeboden. Het kabinet heeft eerder toegezegd uw Kamer nauwgezet te betrekken bij
deze standpuntbepaling. Ten behoeve hiervan zal een integrale weging worden gemaakt
waarbij alle voor- en nadelen, waaronder ook de in de motie Ouwehand c.s. genoemde
zorgpunten, worden betrokken.
Het kabinet zal in de tussentijd binnen de EU bepleiten dat een mogelijk EU-Mercosur
akkoord een integraal associatieakkoord blijft, zoals verzocht in de motie Teunissen
c.s. Het kabinet zal dit actief uitdragen richting de Europese Commissie en de andere
lidstaten van de EU.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking