Brief regering : Nieuw expertisecentrum voor wetenschap en samenleving: voor een sterkere verbinding tussen wetenschap en samenleving
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 1033
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2023
Een sterke verbinding tussen wetenschap en samenleving vergroot de impact van wetenschap.
                  Dat is nodig omdat we afhankelijk zijn van de kennis en de innovaties die de wetenschap
                  ons oplevert. Maar ook omdat de wetenschap afhankelijk is van betrokkenheid van en
                  draagvlak vanuit de samenleving omdat wetenschap daar beter van wordt. We zien echter
                  ook dat wetenschappelijke kennis moet concurreren met een vloedgolf aan informatie
                  en desinformatie. Zo kan er een kloof ontstaan tussen wetenschap en samenleving. Dat
                  kan ons afremmen in onze zoektocht naar antwoorden op de vragen van nu en de toekomst.
               
Om de kloof tussen wetenschap en samenleving te overbruggen is er meer nodig dan alleen
                  kennis overdragen. Tweerichtingsverkeer is noodzakelijk. Bij de grote maatschappelijke
                  vraagstukken hebben we de samenleving namelijk steeds harder nodig. De covid-pandemie
                  heeft laten zien hoe belangrijk de interactie tussen wetenschap en samenleving is.
                  Ook in onze strijd tegen de klimaatverandering gaan wetenschappelijke kennis en een
                  handelende samenleving hand in hand. Wetenschapscommunicatie zorgt voor de verbinding
                  tussen wetenschap en samenleving en reikt hiervoor de kennis en methoden aan. Door
                  middel van wetenschapscommunicatie ontdekken onderzoekers wat er leeft en kunnen ze
                  gebruik maken van de goede ideeën uit de samenleving. Andersom stelt wetenschapscommunicatie
                  de samenleving in staat te ontdekken hoe de wetenschap onze gezamenlijke kennis als
                  mensheid vergroot. Nederlanders hebben er bovendien recht op om te weten wat de wetenschap
                  doet met alle investeringen vanuit de samenleving.
               
In de beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap kondigde ik daarom aan om een nationaal
                  centrum voor wetenschapscommunicatie op te richten en hiervoor € 10 miljoen euro beschikbaar
                  te stellen.1 Daarmee moet het een fundament worden voor betere en doeltreffendere wetenschapscommunicatie,
                  met focus en slagkracht. Ik ben blij dat ik prof. dr. ir. Ionica Smeets en drs. Alex
                  Verkade bereid heb gevonden als kwartiermakers voor dit landelijke initiatief. Zij
                  schetsen in hun adviesrapport van 12 april 2023, dat als bijlage is bijgevoegd bij
                  deze brief, de contouren van het een nationaal expertisecentrum voor wetenschap en
                  samenleving en presenteren een plan van aanpak om het centrum op korte termijn daadwerkelijk
                  op te kunnen richten.
               
In deze brief informeer ik uw Kamer over het advies van de kwartiermakers, hun conclusies
                  en de stappen die ik ga ondernemen om hiervan een succes te maken.
               
Centraal organiseren voor focus en slagkracht
Een nationaal, coördinerend expertisecentrum is het fundament om de sector in staat
                  te stellen wetenschapscommunicatie te bevorderen en daarmee de afstand tussen wetenschap
                  en samenleving te verkleinen. In Nederland zijn er veel mooie initiatieven voor wetenschapscommunicatie.
                  Talloze wetenschappers en onderzoekers gaan in gesprek met burgers over de vragen,
                  opzet, uitkomsten en implicaties van hun onderzoek. Daarbij vinden ze steeds meer
                  creatieve wegen om een nieuw publiek te bereiken en een gelijkwaardige dialoog te
                  voeren. Het veld van wetenschapscommunicatie is breed en kent vele vormen, activiteiten,
                  doelgroepen en beoefenaars. Tegelijkertijd zijn deze initiatieven vaak nog te afhankelijk
                  van het enthousiasme van individuen. Ook wordt wetenschapscommunicatie niet altijd
                  als kerntaak gezien. De uitvoerders van wetenschapscommunicatie en de wetenschapscommunicatie-experts
                  komen elkaar niet vanzelf tegen. Dit remt het lerend vermogen en de impact die wetenschapscommunicatie
                  kan hebben. Focus, verbinding en slagkracht zijn daarom nodig.
               
Voorbeelden van wetenschapscommunicatie
Er zijn tal van mooie voorbeelden van wetenschapscommunicatie die bijdragen aan het
                     versterken van de verbinding tussen wetenschap en samenleving.
                  
Citizen Science Naturalis
Het Citizen Science programma van Naturalis betrekt het grote publiek bij wetenschappelijk
                     onderzoek naar biodiversiteit. Een voorbeeld is de Nationale Bijentelling, waarbij
                     burgers bijen tellen in hun tuin of op hun balkon. Dit helpt wetenschappers om meer
                     te weten te komen over de verspreiding van verschillende bijensoorten in Nederland
                     en welke factoren van invloed zijn op hun overleving en gezondheid. Door actief bij
                     te dragen aan wetenschappelijk onderzoek krijgen burgers meer inzicht in de waarde
                     van wetenschap.
                  
Bij nader inzien
Vliegschaamte, het kweken van embryo’s, triage op de IC ten tijde van corona: allemaal
                     maatschappelijk relevante ethische vraagstukken die vanuit de filosofie worden behandeld
                     op de website Bij Nader Inzien. Wetenschappers van diverse universiteiten dragen bij
                     aan de website in de vorm van essays, podcasts, columns en recensies. De website is
                     bedoeld voor een breed publiek, studenten, docenten, journalisten en beleidsmakers
                     en wordt onder andere gebruikt door de media en het onderwijs.
                  
                        Nationale Energiecommissie
Een voorbeeld van een initiatief dat gericht is op het verbinden van alle lagen van
                     de samenleving bij de energietransitie is de Nationale Energiecommissie. Dit is een
                     onafhankelijk platform waarin wetenschappers, bedrijven, maatschappelijke organisaties,
                     overheden en bewoners samenwerken om de energietransitie vorm te geven. De commissie
                     organiseert onder andere bijeenkomsten en discussies om het publiek te informeren
                     en te betrekken bij de energietransitie.
Het expertisecentrum als katalysator
De kwartiermakers trekken op basis van een brede verkenning een duidelijke conclusie:
                  het expertisecentrum moet als «een katalysator het bestaande en toekomstige veld versterken.»
                  Ze hebben in kaart gebracht welke doelen, activiteiten en randvoorwaarden nodig zijn
                  om een succesvol centrum op te richten. Daarvoor hebben ze niet alleen gesproken met
                  een groot aantal deskundigen op het gebied van communicatie, wetenschap en samenleving,
                  maar ook met focusgroepen van burgers, beleidsmakers en medewerkers van vergelijkbare
                  buitenlandse centra. De kwartiermakers beschrijven dat partijen uit het veld het centrum
                  graag willen helpen om wetenschap en samenleving met elkaar te verbinden. Het expertisecentrum
                  kan invulling geven aan zijn kerntaak door: kennis over wetenschapscommunicatie te
                  verzamelen, delen en ontsluiten; uitvoerders van wetenschapscommunicatie en experts
                  met elkaar te verbinden en randvoorwaarden te ontwikkelen die de doeltreffendheid
                  van wetenschapscommunicatie verbeteren.
               
De directe doelgroep van het expertisecentrum zijn volgens de kwartiermakers: uitvoerders
                  en onderzoekers van wetenschapscommunicatie en makers en uitvoerders van beleid dat
                  raakt aan wetenschapscommunicatie. De burger heeft hier uiteindelijk wel baat bij,
                  maar is geen directe doelgroep. De kwartiermakers adviseren dan ook dat het centrum
                  zelf geen communicatieprojecten naar of met de samenleving gaat opzetten of uitvoeren,
                  deze ook niet gaat financieren of zelf onderzoek gaat doen of trainingen geven. Het
                  centrum gaat wat hen betreft ook niet bepalen of controleren wat goede wetenschap
                  (of wetenschapscommunicatie) is. Wél is het centrum zichtbaar en betrokken voor de
                  doelgroep, stimuleert het adviesvragen, agendeert het gespreksthema’s vanuit de maatschappij
                  en werkt het aan de ontwikkeling van kwaliteit.
               
Onafhankelijke positie en commitment veld voorwaarden voor succes
Onafhankelijkheid van het nationaal expertisecentrum voor wetenschap en samenleving
                  is volgens de kwartiermakers essentieel. Alleen zo kan het centrum slagen in zijn
                  missie: betere wetenschapscommunicatie die de verbinding legt tussen wetenschap en
                  samenleving. Onafhankelijkheid garandeert niet alleen breed draagvlak en commitment
                  uit het veld, maar voorkomt ook dat het centrum er meer zou zijn voor de ene belanghebbende
                  dan voor de andere. De kwartiermakers beargumenteren dat een stichting de beste organisatievorm
                  is om de onafhankelijkheid te kunnen waarborgen. Zij noemen daarbij dat buitenlandse
                  centra, zoals Wissenschaft im Dialog uit Duitsland en Vetenskap & Allmanhet uit Zweden,
                  dit expliciet geadviseerd hebben.
               
Nationaal expertisecentrum: van adviesrapport naar oprichting
Ik ben onder de indruk van de grondige aanpak van de kwartiermakers en van het draagvlak
                  dat zij daardoor al hebben weten te realiseren. Ik ben verheugd over het adviesrapport
                  dat zij hebben opgeleverd en de contouren die zij schetsen voor een expertisecentrum
                  dat de wetenschap en de samenleving verbindt. De kwartiermakers trekken een aantal
                  belangrijke conclusies. Ten eerste dat het centrum als een katalysator het bestaande
                  en toekomstige veld van wetenschapscommunicatie moet versterken. Ook concluderen zij
                  dat een expertisecentrum alleen dan succesvol is en draagvlak heeft, wanneer het een
                  zelfstandige organisatie is, onafhankelijk van de vele deelbelangen uit het veld.
               
Ik onderschrijf deze conclusies en omarm daarmee het adviesrapport van prof. dr. ir.
                  Smeets en drs. Verkade. Ik ga de komende periode aan de slag om het expertisecentrum
                  voor wetenschap en samenleving vorm te geven en onder te brengen bij een nog op te
                  richten onafhankelijke stichting, daarbij rekening houdend met de juridische kaders
                  waar de rijksoverheid aan gebonden is. Ik onderschrijf het belang van onafhankelijkheid,
                  maar wil er ook voor waken dat het centrum te veel los komt te staan van het veld
                  en daarmee impact en toekomstperspectief zou kunnen missen. Ik wil daarom een goede
                  balans vinden tussen commitment van het veld met veel deelbelangen en een onafhankelijke
                  positionering om de overkoepelende doelen te kunnen verwezenlijken. Zoals ik eerder
                  heb aangegeven, heb ik in totaal € 10 miljoen gereserveerd voor het centrum, over
                  de periode 2023 tot en met 2031.
               
In het adviesrapport stellen de kwartiermakers voor om een onafhankelijk bestuur samen
                  te stellen en beschrijven zij hoe verbinding met het veld gelegd wordt. Het goed borgen
                  van het centrum in het veld is voor mij een absolute vereiste voor het succes van
                  het centrum. Het is daarbij belangrijk om, in de lijn van het adviesrapport, bij de
                  oprichting heldere afspraken te maken over de wijze van evaluatie en verantwoording.
                  Dit moet de mogelijkheid bieden om snel te kunnen anticiperen en waar nodig bij te
                  sturen om de doelstellingen te behalen en draagvlak te behouden. Met het in gang zetten
                  van deze acties is een grote stap gezet in de komst van een centrum dat de verbinding
                  versterkt tussen wetenschap en samenleving.
               
Voor het einde van dit jaar informeer ik uw Kamer over de voortgang.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
                  R.H. Dijkgraaf
Indieners
- 
              
                  Indiener
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.