Brief regering : Voortgangsrapportage Aanpak onbedoelde en/of ongewenste zwangerschap
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 239 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2023
Het kabinet heeft de ambitie te zorgen voor goede preventie, informatie en hulp bij
onbedoelde en ongewenste zwangerschap. Met de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap,
die wij in oktober 2022 naar uw Kamer stuurden, geven wij uitvoering aan deze ambitie1. De aanpak2 is vormgegeven langs vier pijlers en kent een looptijd van 2023 tot en met 2025.
In deze brief geven we per pijler de voortgang aan.
Als bijlage bij deze brief delen wij twee rapportages van het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het kader van de monitoring van de Aanpak onbedoelde
en ongewenste zwangerschap. Gelijktijdig met deze brief ontvangt uw Kamer ook de voortgangsrapportage
van Kansrijke Start.
Pijler 1: Voorkomen van een onbedoelde en/of ongewenste zwangerschap
Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties & Seksualiteit
De Stimuleringsregeling Gezonde Relaties & Seksualiteit3 kreeg in de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap een vervolg. Hiermee voorkomen
en verminderen we onbedoelde en/of ongewenste zwangerschappen onder jongeren4. In de schooljaren 2023/2024 en 2024/2025 is er plaats voor ten minste 500 extra
deelnemende scholen.
Het RIVM heeft in 2022 in opdracht van het Ministerie VWS kwalitatief onderzoek verricht
naar de ervaringen met de stimuleringsregeling op het (speciaal) voortgezet onderwijs5. Het RIVM concludeert dat de stimuleringsregeling een positief effect heeft op het
onderwijs over relationele en seksuele vorming op voortgezet onderwijsscholen die
gebruikmaken van deze regeling. Uit het onderzoek van het RIVM blijkt dat de thema’s
gezonde relaties en seksualiteit bij veel deelnemende scholen inmiddels zijn ingebed
in het schoolbeleid.
Er is ook ruimte voor verbetering. Het RIVM heeft een viertal aanbevelingen geformuleerd
op basis van hun bevindingen. De bij het stimuleringsprogramma betrokken partijen
gaan hiermee het komend jaar aan de slag.
Ten eerste adviseert het RIVM om goede voorbeelden van de aanpak en invulling van
de relationele en seksuele vorming te delen. Zodat scholen van elkaar kunnen leren
en het wiel niet afzonderlijk van elkaar hoeven uit te vinden.
Ten tweede wordt er geadviseerd meer lesmateriaal specifiek voor het voortgezet speciaal
onderwijs en het praktijkonderwijs te ontwikkelen. Er zijn al interventies voor deze
doelgroep ontwikkeld maar in de praktijk blijkt dat er nog een slag gemaakt moet worden
om de juiste toon en werkvorm voor deze leerlingen te vinden.
De derde aanbeveling van het RIVM is om in vervolgonderzoek aandacht te besteden aan
de ervaringen met de stimuleringsregeling in het mbo.
Tot slot wijst het RIVM onderzoek op het feit dat scholen de administratieve kant
van de regeling ingewikkeld vinden en dat deze dan ook dient te worden vereenvoudigd.
Dit kan deels worden ondervangen door extra voorlichting en begeleiding te bieden
voorafgaand aan en tijdens de deelname. Deze laatste actie is inmiddels opgepakt vanuit
het stimuleringsprogramma.
Gratis en toegankelijke anticonceptie voor personen in een kwetsbare situatie
Om onbedoelde en/of ongewenste zwangerschappen en (herhaalde) abortussen te voorkomen
nemen we extra maatregelen om gratis en toegankelijke anticonceptie voor personen
in een kwetsbare situatie beschikbaar te maken. Dit doen we op twee manieren.
We investeren allereerst de komende drie jaar € 1,1 miljoen extra in het programma
Nu Niet Zwanger. Zo vergroten we de toegang en het bereik van het programma door het
nog beter betrekken van instellingen en professionals uit het medisch en sociaal domein.
Via de SPUK (Specifieke Uitkering) is extra geld beschikbaar gesteld waarmee gemeenten
anticonceptie voor Nu Niet Zwanger-cliënten indien nodig voor hen kunnen betalen.
Ten tweede werken we met de abortussector aan een intensivering van de anticonceptiecounseling
in de abortusklinieken. Dat doen we door klinieken meer tijd te geven voor voorlichting
over anticonceptie-mogelijkheden en het verstrekken van anticonceptie aan vrouwen
die een abortus ondergaan. Eind 2022 zijn alle klinieken benaderd met de vraag mee
te denken en mee te doen met deze mogelijkheid. Acht klinieken, sommigen met meerdere
locaties, hebben zich hiervoor aangemeld. Met hen concretiseren we momenteel de plannen.
Met de deelnemende klinieken is afgesproken ervaringen met elkaar te delen, om zo
samen te leren en te verbeteren. De extra tijd voor anticonceptiecounseling komt per
1 juli 2023 beschikbaar. Eind 2024 evalueren we de werkwijze, ervaringen en effecten.
Op basis van die evaluatie bepalen we het eventuele vervolg.
De extra tijd voor een anticonceptieconsult is een nieuwe aanvulling op de subsidieregeling
voor abortusklinieken. Sinds 1 januari 2020 kent de subsidieregeling al een tarief
voor het plaatsen van langdurige anticonceptie aansluitend op een zwangerschapsafbreking.
Dit tarief is opgehoogd met een opslag van 10% wat abortusklinieken de mogelijkheid
biedt om vrouwen in een financieel kwetsbare situatie gratis langdurige anticonceptie
aan te bieden aansluitend op een zwangerschapsafbreking. Vanaf heden is het ook toegestaan
om de opslag te gebruiken voor het gratis aanbieden van andere (kortwerkende) anticonceptiemiddelen.
Zo vergroten we de keuzevrijheid van de vrouw om desgewenst voor kortdurende anticonceptie
te kiezen, zonder dat een kwetsbare financiële situatie voor hen een barrière vormt.
Met een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek onderzoekt het RIVM in
de jaren 2023 en 2024 de tevredenheid over en de effecten van beide maatregelen die
moeten leiden tot een betere toegang tot (gratis) anticonceptie voor personen in een
kwetsbare situatie.
Publiekscommunicatie
Met publiekscommunicatie willen we afrekenen met foutieve beelden, taboes en stigma’s
die mogelijk ten aanzien van de onderwerpen regie op kinderwens, onbedoelde zwangerschap
en abortus bestaan. De afgelopen maanden is er gestart met een verkenning naar welke
bestaande beelden en (voor)oordelen er bestaan en bij wie deze precies leven. De verwachting
is dat in de tweede helft van dit jaar gestart kan worden met aanvullende activiteiten.
Dat gebeurt in samenspraak met betrokken veldpartijen.
Pijler 2: Informatie en ondersteuning bij een onbedoelde zwangerschap
Landelijk informatiepunt onbedoelde zwangerschap
Het Landelijk informatiepunt bestaat uit de website www.infopuntonbedoeldzwanger.nl en een chat- en telefoonlijn die 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar is.
Het informatiepunt wordt door Fiom beheerd. Het informatiepunt verwijst door naar
gespecialiseerde keuzehulpaanbieders, mocht dit wenselijk zijn.
In 2022 bezochten 9.365 individuele bezoekers de website www.infopuntonbedoeldzwanger.nl, een stijging van 7% ten opzichte van het jaar ervoor. 279 mensen namen telefonisch
contact op en 509 mensen deden dit via de chatfunctie. Het informatiepunt verwees
vorig jaar 229 keer naar keuzehulp, een stijging van 22% in vergelijking met 2021.
Mede op verzoek van uw Kamer heeft Fiom de afgelopen maanden in opdracht van het Ministerie
van VWS geïnvesteerd in het vergroten van de bekendheid van het informatiepunt. Hoewel
het informatiepunt aan bereik wint, kan en moet de bekendheid ervan beter. Met een
online campagne, die begin dit jaar van start ging, beoogt Fiom personen in de vruchtbare
leeftijd te bereiken. In verschillende magazines en op diverse online platformen zijn
ervaringsverhalen en interviews met medewerkers van het informatiepunt verschenen.6 Maar ook offline wordt geïnvesteerd in een betere bekendheid. Het komend jaar zal
het informatiepunt in ruim 600 huisartsenpraktijken op digitale schermen in wachtruimtes
onder de aandacht worden gebracht.
Keuzehulp bij onbedoelde zwangerschap
Er zijn in Nederland verschillende organisaties die keuzehulp bieden bij een onbedoelde
zwangerschap. De keuzehulp wordt door het Ministerie van VWS met een open house financiering
bekostigd. Op 1 januari 2023 is een nieuw Programma van Eisen van kracht geworden.
Er is door de huidige aanbieders met veel enthousiasme gereageerd op de nieuwe afspraken.
Per februari 2023 is Stichting Beschermde Wieg als nieuwe en zesde aanbieder7 toegetreden tot de open house.
Een onafhankelijk toetsingspanel heeft in 2020 geconcludeerd dat de drie aanbieders8 van keuzehulp bij onbedoelde zwangerschap die destijds deelnamen aan de open house
voldeden aan de kwaliteitseisen. Deze onafhankelijke toets zal in de tweede helft
van 2023 worden herhaald. Over de uitkomsten van deze onafhankelijke toetsing zullen
wij uw Kamer in de volgende voortgangsrapportage in de eerste helft van 2024 informeren.
Jaarlijks publiceert Fiom een factsheet9 met hierin alle informatie over de keuzehulp in het afgelopen jaar. In het jaar 2019
werden 570 keuzehulptrajecten opgestart10. In 2020 waren dat er 678 en in 2021 918. In 2022 werden er 86311 keuzehulptrajecten doorlopen bij vijf verschillende aanbieders. Daarmee lijkt er
voor het eerst sprake van een lichte daling in het aantal keuzehulptrajecten. Deze
daling kunnen we niet verklaren. We zullen de keuzehulporganisaties en het Landelijk
informatiepunt verzoeken om extra in te zetten op de bekendheid van hun aanbod. De
investering die wordt gedaan in een betere vindbaarheid van het Landelijk informatiepunt
heeft naar verwachting ook een gunstig effect op het gebruik van keuzehulp.
In opdracht van het Ministerie van VWS voert Fiom het cliënttevredenheidsonderzoek
keuzehulpgesprekken uit voor alle partijen die deelnemen aan de open house. De keuzehulpgesprekken
werden het afgelopen jaar gemiddeld beoordeeld met een 9,0.
Psychosociale hulp na een abortus
We zorgen voor een landelijk dekkend netwerk voor psychosociale hulp na een abortus.
In overleg met de huidige aanbieders van keuzehulp is de opdracht aan hen met deze
extra, optionele taak uitgebreid. Inmiddels is bekend dat alle aanbieders deze hulp
ook zullen gaan bieden, waarmee landelijke dekking lijkt te worden gerealiseerd. Fiom
breidt momenteel het (bij)scholingsprogramma uit, zorgt voor een gespreksleidraad
en (aparte) registratie in het beroepsregister voor keuzehulpverleners. De psychosociale
hulp na abortus komt per 1 juli 2023 beschikbaar.
Gespreksleidraad onbedoelde zwangerschap voor huisartsen
In opdracht van het Ministerie van VWS hebben de SeksHAG, een expertgroep van het
Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Fiom en Rutgers de Leidraad Ongewenste Zwangerschap12 in 2020 vernieuwd. In 2022 hebben de genoemde partijen als vervolg op de herziening
van de leidraad gezamenlijk gewerkt aan het project «Verbetering van begeleiding bij
onbedoelde zwangerschap in de huisartsenpraktijk en implementatie van de leidraad».
De afgelopen maanden is door hen onder andere gewerkt aan een e-learning voor huisartsen.
De digitale scholing komt na een test- en feedbackfase na de zomer van 2023 landelijk
beschikbaar. Er wordt ingezet op 100 deelnemers per jaar.
Pijler 3: Zorg en ondersteuning voor (aanstaande) ouders: een Kansrijke Start
Binnen de aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap wordt de samenwerking met het
actieprogramma Kansrijke Start13 op de volgende manieren vormgegeven:
• Pijler 1: Extra middelen voor de verbreding en uitbreiding van Nu Niet Zwanger en
extra middelen voor gemeenten via de SPUK (Specifieke Uitkering) om anticonceptie
te betalen voor mensen die dit zelf niet kunnen.
• Pijler 2: Kansrijke Start en Nu Niet Zwanger gaan meer samenwerken met het Landelijk
informatiepunt onbedoelde zwangerschap en de keuzehulpverleners. Keuzehulpverleners
leren in basis- en vervolgscholingen meer over Kansrijke Start, het verwijzen naar
lokale coalities en het programma Nu Niet Zwanger. Zo staat de verplichte bijscholing
van keuzehulpverleners dit jaar in het teken van Nu Niet Zwanger en het gesprek voeren
over regie op kinderwens en anticonceptie. Andersom worden professionals die in lokale
coalities betrokken zijn bij Kansrijke Start en Nu niet Zwanger beter geïnformeerd
over het Landelijk informatiepunt, de beschikbare keuzehulp en de psychosociale hulp
na abortus.
• Pijler 4: gezamenlijk ZonMw-kennisprogramma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong)
ouderschap en verdere integratie van de RIVM monitor Kansrijke Start en de RIVM Monitor
Onbedoelde zwangerschappen.
Pijler 4: Onderzoek & monitoring
Monitor van het RIVM
Het RIVM presenteert jaarlijks de monitor onbedoelde zwangerschappen. Deze bestaat
uit een cijferoverzicht (kwantitatieve rapportage met indicatoren) en uit kwalitatief
onderzoek: in 2022 naar collectieve preventie in het onderwijs, zoals beschreven bij
pijler 1. Beide rapportages zijn bijgevoegd bij deze brief.
ZonMw-kennisprogramma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap & aanvullend
onderzoek door ZonMw
Het Kennisprogramma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap bij ZonMw14 loopt tot en met 2025. De eerste resultaten van het kennisprogramma worden eind 2023
verwacht.
ZonMw heeft eind 2022 een consortium van vier partijen15 bereid gevonden om binnen het bestaande kennisprogramma aanvullend onderzoek16 uit te voeren. Een begeleidingscommissie adviseert en bewaakt de kwaliteit. De eerste
onderzoeksresultaten worden begin 2024 verwacht.
In de eerstvolgende voortgangsrapportage zullen wij uw Kamer over de (tussentijdse)
resultaten informeren.
Vervolg
Gedurende 2023 gaan we verder aan de slag met de verschillende activiteiten binnen
de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap. De datum van 1 juli 2023 is hierbij
een belangrijk moment omdat dan zowel de psychosociale hulp na abortus als de extra
anticonceptiecounseling in een aantal abortusklinieken van start gaan. Ook de publiekscommunicatie,
onderdeel van pijler 1, krijgt dit jaar concreet vorm. Wij zullen uw Kamer in de eerste
helft van volgend jaar informeren over de voortgang. Uw Kamer ontvangt dan ook de
nieuwe RIVM monitors over onbedoelde zwangerschappen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport