Brief regering : Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland
36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2023
Der vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft op 25 januari 2023 verzocht om
een brede intentiebrief over de economische ontwikkeling van Bonaire, Saba en Sint
Eustatius. Met deze brief kom ik, mede namens de Minister van Economische Zaken en
Klimaat, aan dit verzoek tegemoet.
Het realiseren van duurzame economische ontwikkeling is een belangrijk doel van het
kabinet en de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Samen met de openbare
lichamen willen we er dan ook voor zorgen dat de eilanden en haar burgers kunnen profiteren
van economische groei, in het bijzonder om de armoede onder mensen te lijf te gaan
en de koopkracht te verhogen.
Tegelijkertijd moeten we voorzien in een toekomst die wordt gebouwd op basis van duurzame
inkomstenbronnen. Daarom werken we samen aan de diversificatie van de economie om
het verdienvermogen van de eilanden op de lange termijn te stimuleren en de economieën
weerbaarder te maken tegen externe schokken.
De eilanden, die verantwoordelijk zijn voor hun eigen economische ontwikkeling1, hebben aangegeven hier op in te willen zetten middels een eigen ontwikkelstrategie.
Dat juich ik van harte toe en sluit goed aan bij het verzoek van het lid van uw Kamer
Kamminga (VVD) om tot een dergelijke strategie te komen. Dat betekent dat we in gezamenlijkheid
aan de slag gaan om de nieuwe bestuurscolleges van de eilanden hiertoe in staat te
stellen. Ik zie het daarom als mijn rol om er de komende maanden voor te zorgen dat:
1. We inzichtelijk maken wat er voor ieder eiland qua capaciteit nodig is om een ontwikkelstrategie vorm te geven, daarin afwegingen te maken en beleid
uit te voeren;
2. Er op dit onderwerp eenheldere verantwoordelijkheidsverdeling tussen het Rijk, de openbare lichamen en de verschillende partijen op de eilanden
wordt opgesteld2;
3. We met de eilanden komen tot een voorstel om de governance rondom economische ontwikkeling te versterken, met als doel een betere aansluiting
van Rijksbeleid op eilandelijk beleid en betere samenwerking;
4. Initiatieven om nu economische ontwikkeling te stimuleren worden ontplooid of versneld.
Het is mijn ambitie om samen met de nieuwe bestuurscolleges in de aanstaande bestuurlijke
akkoorden afspraken te maken over wat zij hiervoor nodig hebben. In deze brief licht
ik verder toe wat we de komende maanden gaan doen. Na de zomer informeer ik uw Kamer
over de stand van zaken.
Verantwoordelijkheden en versterking governance
Centraal staat dat de eilanden zelf gaan over hun economische ontwikkeling en ik zie
dat zij hier op eigen wijze invulling aan geven. Ik wil ervoor zorgen dat er zo min
mogelijk belemmeringen zijn voor de eilanden om een eigen economische ontwikkelstrategie
vorm te geven. Het Rijk is hierbij dan ook kaderstellend en desgewenst ondersteunend
en faciliterend.
Bonaire, Saba en Sint Eustatius kennen een aantal gedeelde vraagstukken, maar verkeren
ook in een eigen ontwikkelstadium met dito kansen en uitdagingen. Dit blijkt ook uit
de situatieschets met prioriteiten per eiland die de openbare lichamen hebben opgesteld
en in de bijlage is opgenomen. In het kort:
– Geldt voor Bonaire dat de economie hard groeit en dat de uitdaging voornamelijk gelegen
is in het controleren en sturen van die groei. Het openbaar lichaam zet daarom in
op het versterken van het toerisme3 om die sector weerbaarder te maken en een verantwoordelijke, gebalanceerde groei
te bereiken met behoud van de natuur, cultuur en identiteit. Het aankomend jaar wil
het openbaar lichaam Bonaire zich richten op het stimuleren van een aantal andere
sectoren zoals bijvoorbeeld de landbouw en technologische- en creatieve industrieën.
Hiertoe zijn al verschillende initiatieven genomen4, als het opzetten van een business incubator en het verbeteren van de mogelijkheden
voor agri-ondernemers om tegen gunstige rentepercentages te kunnen lenen.
– Is de economische situatie op Sint Eustatius te kenschetsen als «complex». De economie
leunt op een beperkt aantal bedrijven (in bijzonder het olieoverslagbedrijf Global
Terminal Investment Statia). Dit is in de laatste jaren bijzonder kwetsbaar gebleken
en daarom kijkt het openbaar lichaam naar de landbouw en het versterken van toerisme
als alternatieven. Het heeft daarbij de ambitie om het toerisme meer te verbinden
aan de verdere ontwikkeling van het cultureel erfgoed.
– Is de economie op Saba stabiel, maar ook hier geldt dat er structureel economisch
beleid nodig is om de economie meer divers en robuust te maken. Het openbaar lichaam
Saba heeft al concrete plannen en heeft een goed beeld van wat er nodig is om deze
plannen te verwezenlijken, ook op de korte termijn. Voorbeelden van plannen die al
in gang zijn gezet zijn de omvorming van de voormalig energiecentrale naar een marine research lab en de ontwikkeling van de nieuwe haven.
Naast de openbare lichamen heeft het Rijk ook een rol die relateert aan (het stimuleren
van) economische ontwikkeling. Zo heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat
in haar brief over Hoofdlijnen beleid voor Caribisch Nederland aangegeven dat zij
zich inzet om bij te dragen aan de toekomstige economische vitaliteit in Caribisch
Nederland, waarbij het versterken en diversifiëren van de economie, stimuleren van
ondernemerschap en verduurzamen van de energievoorziening de belangrijkste kernopgaven
zijn. Daarbij komt dat het Rijk verantwoordelijkheden kent die nauw verweven zijn
met de economische ontwikkeling, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, infrastructuur,
milieu, migratie, vestiging van personen en bedrijven en toezicht op kredietinstellingen.
De verschillende verantwoordelijkheden zijn dan ook niet los van elkaar te zien en
nauwe samenwerking en afstemming op de werkelijke behoeftes van de eilanden is noodzakelijk
om coherent en duurzaam economisch beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Daarbij
gaat het niet alleen om capaciteit en uitvoeringskracht, maar ook om het verbinden
van lokaal en nationaal beleid en het wegnemen van belemmeringen die aan duurzame
economische ontwikkeling in de weg staan.
In Europees Nederland zijn op niveau van gemeenten en provincies verschillende organisaties
actief die economische ontwikkeling stimuleren en het beleid van het Rijk verbinden
aan de lokale context; en in het bijzonder aan ondernemers. Ik denk dat er kansen
zijn om de governance omtrent economische ontwikkeling voor Caribisch Nederland te verbeteren. Daarbij
is een aandachtspunt dat een eventuele aanvulling een lokale behoefte moet vervullen
en past in de plaatselijke context. Ik ga hierover de komende maanden in gesprek met
de nieuwe bestuurscolleges, stakeholders op de eilanden en het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat en zal uw Kamer hier in het najaar over informeren.
Inzet voor duurzame economische ontwikkeling
Als genoemd delen Bonaire, Saba en Sint Eustatius de behoefte om te komen tot een
eigen ontwikkelstrategie waarin verschillende bouwstenen bij elkaar komen.5 Hierin kunnen de bestaande initiatieven en plannen aan elkaar worden verbonden om
op basis daarvan soms ook ingewikkelde keuzes te maken: wat wordt er gestimuleerd
en waar wordt er afgeremd? In de tussentijd zitten we natuurlijk niet stil. Naast
dat ik aan de slag ga met de governance op dit thema, draag ik er zorg voor dat de eilanden aan de slag kunnen met hun eigen
ontwikkelstrategie en wil ik initiatieven om ook op korte termijn resultaat te boeken
stimuleren:
A. Acties ten behoeve van de ontwikkelstrategie van de openbare lichamen:
Data: Een goede strategie is gebaseerd op data. Ik ga met de openbare lichamen in gesprek
om vast te stellen welke actuele aanvullende informatie zij nodig hebben om hun economisch
beleid vorm te geven.
Capaciteit: Ik wil zeker stellen dat de strategieën kunnen worden uitgevoerd. Ik zal in gesprek
met de eilanden vaststellen wat er nodig is om het economisch beleid uit te voeren.6
Onderzoek: De eilanden hebben het Rijk verzocht te kijken naar de vestigingswet en het juridische
regime voor export. Daarom voert het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een
verkenning uit naar het nut en de noodzaak van de Vestigingswet voor Caribisch Nederland
en bezien we of bestaande regels omtrent export onnodig beperkend werken voor de eilanden.
B. Initiatieven om verbetering aan te brengen
Barrières wegnemen:
We moeten ondernemen makkelijker maken. Daartoe:
– Werken we gezamenlijk aan het wegnemen van barrières die aan economische ontwikkeling
in de weg staan via de taskforce knelpunten Caribisch Nederland, bijvoorbeeld op het
gebied van bancaire dienstverlening. Ik heb uw kamer op 21 maart jl. geïnformeerd
over de stand van zaken en informeer uw voor de zomer over de resultaten van de taskforce.
– Is het Ministerie van Financiën voornemens om met de landen van het Koninkrijk de
wenselijkheid en de mogelijkheden te verkennen voor verdergaande douanesamenwerking
en op termijn wellicht ook de optie van een douane-unie aan de orde te stellen.
– Wordt met Sint Maarten bekeken of het bestemmingslandbeginsel in de omzetbelasting
kan worden ingevoerd als onderdeel van het voorgenomen pakket belastinghervormingsmaatregelen
dat nu onder discussie is in het kader van het landspakket. Hiermee zou worden vermeden
dat bepaalde goederen voor Saba en Sint Eustatius dubbel worden belast.
– Breng ik vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren met nauwe betrokkenheid
van de openbare lichamen en andere ministeries in de komende jaren de digitale basis
op orde binnen de overheid. Voor bedrijven zal dit uiteindelijk resulteren in een
overheid waar je makkelijker je zaken mee kunt regelen.
Toegang tot financiering verbeteren:
Het is voor ondernemers in Caribisch Nederland uitdagend om investeringen te financieren.
Daarom:
– Werkt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan het beschikbaar maken van
relevante regelingen en subsidies voor ondernemers in Caribisch Nederland.
– Wordt er gewerkt aan betere benutting van het Nationaal Groeifonds in Caribisch Nederland.
Ik zal u hierover samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat op korte
termijn nader informeren.
– Treed ik in gesprek met Qredits om te bezien of zij hun programma’s voor (startende)
ondernemers op Saba en Sint Eustatius kunnen uitbreiden met trainingen, financiële
diensten en het stimuleren van projecten op het gebied van agricultuur, duurzaamheid
en cultuur. Op Bonaire zijn hier recent al substantiële stappen in gezet.7
Ondernemerschap stimuleren en ondersteunen:
Beginnend ondernemers kunnen worden geholpen om een bedrijf te starten en bestaande
ondernemers moeten worden gesteund om ondernemen makkelijker te maken. Initiatieven
die hier verbetering in aanbrengen zijn onder meer:
– De Bonaire business incubator waarin (startende) zelfstandige ondernemers kennis uitwisselen
en handreikingen krijgen waarmee zij hun bedrijf kunnen ontwikkelen tot een succesvolle
onderneming. Het concept «business incubator» is inmiddels een succesvolle formule
gebleken voor startende ondernemers en wordt in 2023 verder uitgebreid.
– In samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland wordt door de Kamer van Koophandel (KvK) in het voorjaar
van 2023 een fysiek centrum voor ondernemerschap gestart op Bonaire.8 Deze aanpak kan ook naar Saba en Sint Eustatius worden uitgebreid, in samenhang met
de ambitie om de KvK op deze eilanden te versterken.
– Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat vergroot dit jaar middels een campagne
de kennis over intellectueel eigendom bij ondernemers samen met het Benelux Bureau
voor de intellectuele eigendom en de KvK Bonaire. De eerste bijeenkomsten zijn succesvol
verlopen.
Stimuleren van economische sectoren:
Er wordt actie ondernomen om bepaalde sectoren te stimuleren. Ik licht er graag een
aantal uit:
– Landbouw: Op het gebied van landbouw zijn er de afgelopen jaren grote stappen gezet in samenwerking
met het Ministerie van Landbouw Natuur en Visserij (LNV).9 In aanvulling hierop is er een landbouw en visserijfonds in ontwikkeling dat vanuit
LNV wordt gefinancierd en door RVO en Qredits in samenwerking met de openbare lichamen
beheerd zal worden. Momenteel worden de criteria voor dit fonds vastgelegd.10 Met deze acties worden de eilanden meer zelfvoorzienend, een belangrijk streven waar
het lid van uw Kamer van den Berg (CDA) terecht meermaals aandacht voor heeft gevraagd.
– Toerisme: Alle eilanden hebben plannen in uitvoering om de toeristische sector duurzaam te
stimuleren en te verbeteren met behoud van natuur, cultuur en identiteit, met oog
voor de lokale bevolking en het plaatselijke midden-klein bedrijf.11
– Digitaal:
o Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zal in het najaar in de voortgangsrapportage
Strategie Digitale Economie aangeven welke maatregelen in Caribisch Nederland worden
toegepast in het kader van comply or explain.
o De Minister van Economische Zaken en Klimaat voert een onderzoek uit naar de kwaliteit,
betaalbaarheid en beschikbaarheid van de digitale infrastructuur. Het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is inhoudelijk nauw betrokken bij de opzet
en uitvoering van dit onderzoek en bij de gezamenlijke reactie aan uw Kamer later
dit jaar.
o Dit najaar zal een Ontwikkel- en groeistrategie Digitale Samenleving Caribisch Nederland worden ontwikkeld om kansen te identificeren en uit te werken wat ervoor nodig is
om die kansen te pakken. Als er publieke investeringen nodig zouden zijn wil ik kijken
naar de beschikbare fondsen van de rijksoverheid en EU-fondsen voor digitalisering
die beschikbaar zijn.
– Overheid: Mijn ministerie beziet hoe werkgelegenheid die vanuit het Rijk wordt gecreëerd beter
over de eilanden kan worden verspreid. Zowel binnen Caribisch Nederland, als in verhouding
met Europees Nederland.
Conclusie
In deze brief heb ik de gezamenlijke inzet van het kabinet en de openbare lichamen
omtrent duurzame economische ontwikkeling in Caribisch Nederland omschreven. Er is
een hoop in gang gezet om economische groei te stimuleren, zowel vanuit de openbare
lichamen als het Rijk. De komende maanden werken we samen om dit bij elkaar te brengen
en hier een extra impuls aan te geven. Mijn inzet is dat dit samenkomt in een ontwikkelstrategie
per eiland. De succesvolle uitwerking van de ontwikkelstrategieën is afhankelijk van
veel partijen: burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden.
Ik zie ernaar uit met de nieuwe bestuurscolleges te bespreken hoe we daartoe kunnen
komen. Ik ben van mening dat we met deze gecombineerde aanpak nu resultaat kunnen
boeken en tegelijkertijd de stap zetten naar structureel en strategisch economisch
beleid voor Caribisch Nederland. Na de zomer informeer ik u over de stand van zaken
van die aanpak, maar eerst treed ik graag met uw Kamer over dit onderwerp in gesprek
tijdens het commissiedebat BES op 13 april.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties