Brief regering : Resultaten verwervingsvoorbereidiing Raketartillerie
27 830 Materieelprojecten
Nr. 392
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Inleiding
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de resultaten van de verwervings-voorbereiding
(D-fase) van het project Raketartillerie. Over deze behoefte bent u midden oktober
2022 met een A/B-brief geïnformeerd.1 Defensie verwerft met het project een nieuwe capaciteit die de vuurkracht van de
zware en medium brigade van de Landmacht versterkt, waarmee Defensie verder invulling
geeft aan de prioriteitsdoelstellingen van NAVO.2 Raketartillerie is een hoogmobiel, grondgebonden (surface-to-surface) vuursteunsysteem waarmee GPS-geleide raketten kunnen worden verschoten, met een
bereik van tientallen tot honderden kilometers. Het is hoogtechnologisch, arbeidsextensief,
kenmerkt zich door grote precisie, en is 24 uur per dag en onder alle weersomstandigheden
inzetbaar.
Na een zorgvuldige afweging tussen het Amerikaanse HIMARS systeem en het Israëlische
PULS systeem op grond van operationele beoordelingscriteria, levertijd, prijs, risico’s
en mogelijkheden tot internationale samenwerking, is voor het PULS systeem gekozen.
Het eerste systeem wordt eind 2023 overgedragen. In vergelijking met HIMARS worden
binnen het budget meer precision guided raketten geleverd. PULS kent daarnaast een groter operationeel voortzettingsvermogen
omdat het meer raketten in het systeem kan meevoeren. Ook kent het PULS raketartilleriesysteem
een open architectuur waardoor het (in de nabije toekomst) geschikt is voor munitie
van Europese producenten. Dit draagt bij aan een vergroting van de Europese strategische
autonomie.
Wendbaarheid
Het kabinet versnelt de verwerving van materieel en investeert daarmee gericht in
een grotere bijdrage van Nederland aan de gezamenlijke afschrikking en gevechtskracht.
Instroom van raketartillerie – zoals aangekondigd in de Defensienota 2022 (Kamerstuk
36 124, nr. 1) – draagt hier significant aan bij. In lijn met de motie van het lid Valstar c.s.3 heeft Defensie daarom gebruik gemaakt van een versneld proces om deze operationele
capaciteit zo snel mogelijk te kunnen realiseren. Afwijkend van de reguliere procesgang
in het Defensie Materieelproces (DMP), heeft Defensie de behoeftestellings- en onderzoeksfase
(A/B-fase) gelijktijdig doorlopen en de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) in
zes maanden afgerond.
Met de invoer van raketartillerie versterkt Defensie de vuursteuncapaciteit voor grondgebonden
eenheden. Hiermee geeft Defensie – conform Defensienota 2022 – invulling aan de vereiste
versterking van de gevechtskracht van de Landmacht voor het optreden in het hoogste
geweldsspectrum. Naast de (her)introductie van raketartillerie omvat deze versterking
meerdere maatregelen, waaronder het extra in gebruik nemen van tien operationele pantserhouwitsers4 en de versterking van de vuursteuncapaciteit voor 11 Luchtmobiele Brigade en het
Korps Mariniers. Deze maatregelen dragen direct bij aan het vermogen van Nederland,
Europa en de NAVO om zichzelf te verdedigen en op te treden tegen dreigingen.
Een operationeel relevant en toekomstbestendig raketartilleriesysteem
De oorlog in Oekraïne toont aan dat grondgebonden vuursteun over korte, middellange
en lange afstand essentieel is in landoperaties. Defensie beschikt momenteel niet
over raketartilleriecapaciteit.5 Effectieve grondgebonden vuursteun bestaat uit een combinatie van pantserhouwitsers
ter ondersteuning van het gevecht van de brigade (tot 40 km met conventionele munitie)
en raketartillerie voor het uitschakelen van vijandelijke capaciteiten op grotere
afstand (bereik groter dan 70 km).
Raketartillerie kan vijandelijke capaciteiten, waaronder luchtverdedigings- en vuursteunsystemen,
hoofdkwartieren, logistieke knooppunten en voorraden met precisie uitschakelen, voordat
deze door een tegenstander effectief kunnen worden ingezet. Deze systemen zijn daarmee
een force multiplier en randvoorwaardelijk voor het moderne manoeuvre-gevecht hoog in het geweldsspectrum. Ze dragen daarmee bij aan de bescherming van
onze mensen.
Resultaat verwervingsvoorbereiding
Proces
Bij het formuleren van de eisen voor raketartillerie heeft Defensie er voor gekozen
om de verwerving «van de plank» te doen (Military off the Shelf: MOTS) en te kiezen voor bewezen systemen. Dit biedt voordelen op het gebied van
prijs, verkrijgbaarheid van de onderdelen, levertijd, interoperabiliteit en instandhouding
en het verkleint integratierisico’s.
In de A/B-brief is aangegeven dat Defensie omwille van snelheid en beschikbaarheid
kiest voor een government-to-government (G2G) verwervings-proces en daartoe met twee landen over hun systemen in gesprek
was. Uit het onderzoek blijkt dat zowel het PULS-systeem6 van de Israëlische fabrikant Elbit als het HIMARS-systeem7 van fabrikant Lockheed Martin uit de Verenigde Staten voldoen aan de functionele
eisen. In de D-fase is gebruik gemaakt van artikel 2.16 sub e van de Aanbestedingswet
op Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV).8
Scope
Het project omvat grondgebonden raketlanceersystemen inclusief dragende voertuigen,
wapensysteemgebonden IT, simulatiesystemen en surface-to-surface raketten voor opleiden en trainen (O&T) en raketten voor daadwerkelijk inzet.
Het aantal te verwerven systemen is gedimensioneerd op twee operationele batterijen
raketartillerie. Een batterij raketartillerie bestaat uit acht raketlanceersystemen,
verdeeld over twee pelotons. Naast lanceersystemen voor twee operationele batterijen
raketartillerie worden ook vier systemen verworven voor O&T en als reserve. Het project
omvat 20 raketlanceersystemen.
Productvergelijking
In de D-fase hebben de beide geselecteerde landen een aanbod op de aspecten product,
levertijd en kosten voorgelegd. Als onderdeel van de government-to-government verwervingsstrategie heeft de overheid van de Verenigde Staten via het FMS-proces9 een optie voor levering van het HIMARS raketartilleriesysteem uitgewerkt. De Israëlische
overheid heeft via SIBAT, haar directoraat voor internationale defensiesamenwerking,
een aanbod gedaan voor levering van het PULS raketartilleriesysteem.
Op grond van zes operationele beoordelingscriteria (vuurkracht, bescherming, mobiliteit,
leidbaarheid, voortzettingsvermogen en interoperabiliteit), aangevuld met de criteria
levertijd, mogelijkheden voor internationale samenwerking, risico’s, buitenlandbeleid
en budget heeft Defensie de voorkeursleverancier bepaald.
Het PULS-systeem onderscheidt zich op een aantal aspecten. Het kan meer raketten meevoeren
en biedt daardoor een operationeel voordeel. Ook zijn de raketten goedkoper, zodat
er meer in de inzetvoorraad opgenomen worden. De PULS-systemen kunnen in de periode
van 2023 tot 2026 worden geleverd, de HIMARS-systemen zijn significant later ter beschikking.
Daarnaast is PULS door de open architectuur, tegenover de gesloten architectuur van
HIMARS, in de toekomst geschikt voor munitie van Europese producenten. Tot slot, waar
HIMARS enkel op Amerikaanse voertuigen past, kan PULS worden geplaatst op de DVOW-voertuigen,
waarvan Defensie er reeds honderden in gebruik heeft.10 Gebruik van hetzelfde voertuig bevordert materiele familievorming binnen Defensie
en vereenvoudigt de instandhouding. HIMARS heeft als voordeel dat er bij een bestaande
Europese gebruikersgroep aangesloten kan worden. Zo hebben Roemenië, Polen en Litouwen
voor HIMARS gekozen. Doordat Denemarken onlangs besloten heeft tot aanschaf van PULS,
en ook Duitsland interesse heeft, is er perspectief op Europese samenwerking met PULS.
Een nadere vergelijking van de beide systemen aan de hand van de criteria vindt u
in de vertrouwelijke bijlage.
Realisatie
De eerste systemen worden eind 2023 volledig MOTS aan Defensie geleverd. Hiermee beschikken
de militairen van het Vuursteuncommando van de Landmacht aan het einde van dit jaar
over de eerste systemen. Met deze eerste raketartilleriesystemen start het opleidings-
en trainingstraject. Ze zijn echter ook in deze eerste fase al operationeel in te
zetten.
De tweede fase start in 2024 met engineering voor de serieproductieversie.
In 2025 en 2026 vindt de serieproductie plaats: assemblage van PULS lanceer-systemen
op nieuw te verwerven DVOW-voertuigen met pantsercabine. Defensie heeft reeds honderden
van deze in Nederland geproduceerde Scania Gryphus vrachtauto’s in gebruik.11 Gebruik van hetzelfde voertuig bevordert materiële familievorming binnen Defensie
en vereenvoudigt de instandhouding. In deze tweede fase worden ook Nederlandse command & control systemen via een beveiligde koppeling (secure gateway) met het PULS-vuurleidingssysteem verbonden.
De doorontwikkeling van het PULS raketartilleriesysteem geschiedt in fase 3. Dit omvat
verdere integratie met andere wapen-, sensor- en C4I-systemen, waarmee een volgende
stap gezet wordt naar informatiegestuurd optreden (IGO). Deze IGO-integratiemaatregelen
vragen, vanwege de strenge beveiligingseisen en NAVO-certificering, enkele jaren ontwikkeltijd
en worden binnen de Europese gebruikersgroep afgestemd. Ook omvat deze fase de verwerving
van Europese munitie en de vergroting van de robuustheid van het systeem en de raketten.
Ook voor de verbeteringen in fase 3 is binnen dit project budget gereserveerd.
Overige aspecten
Industriële participatie
Voor dit project heeft consultatie over industriële participatie plaatsgevonden tussen
Defensie, Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) en het
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (MinEZK).
Elbit en MinEZK hebben gezamenlijk verkend in hoeverre industriële participatie een
bijdrage kan leveren aan de versterking van kennis, capaciteiten en ervaring van de
Nederlandse industrie op prioritaire technologiegebieden van de Defensie Industrie
Strategie. Naar aanleiding daarvan heeft Elbit een plan opgesteld om op verschillende
gebieden samen te werken met de Nederlandse industrie en kennisinstellingen. Over
de resultaten van het Industrieel Participatiebeleid wordt uw Kamer tweejaarlijks
geïnformeerd.12
Internationale samenwerking
Het Nederlandse beleid ten aanzien van Israël biedt ruimte voor de verwerving van
defensiematerieel bij een Israëlisch bedrijf. Verder biedt de keuze voor het PULS
raketartilleriesysteem ruime mogelijkheden voor internationale samenwerking. Defensie
heeft over deze verwerving contact met verschillende gelijkgezinde Europese partners.
Zo heeft Denemarken in januari 2023 voor het PULS raketartilleriesysteem gekozen en
inmiddels het contract voor levering getekend. Nederland zal samen met Denemarken
het initiatief nemen een PULS-gebruikersgroep van Europese NAVO-landen starten.
In het kader van de geïntensiveerde Duits-Nederlandse landmachtsamenwerking heeft
ook Duitsland zeer sterke interesse in dit project getoond.
De Duitse fabrikant Kraus Maffei Wegmann (KMW) heeft aangekondigd per 2027 een Europese
productielijn operationeel te willen hebben voor EuropULS.13 Dit draagt bij aan de Europese strategische autonomie en biedt mogelijkheden voor
gezamenlijke upgrades binnen de Europese gebruikersgroep.
Groeipotentieel
Raketartillerie beschikt over grote dracht, precisie, (veelzijdige) munitie en ontwikkelpotentieel
passend in het gevecht over steeds grotere afstanden. Rakettechnologie wordt voortdurend
doorontwikkeld, ook binnen de Europese defensie-technologische en industriële basis
(DTIB). Met doorontwikkeling is de verwachting dat het PULS systeem in staat is om
in de toekomst modernere raketten met een groter bereik te verschieten.
Duurzaamheid
Gebruik van simulatie om het artilleriepersoneel doelmatig en doeltreffend op te leiden
en trainen draagt niet alleen bij aan de operationele gereedheid van eenheden, maar
ook aan duurzaamheid en het beperken van de milieubelasting. Daarom worden binnen
het project hoogtechnologische simulatiesystemen aangeschaft, waaronder embedded simulatiesystemen waarmee onze militairen in de eigen wapenplatforms realistisch
raketlanceringen kunnen trainen. Tevens voldoet het dragende DVOW-voertuig aan de
Euro-6 milieunorm.14
Informatieveiligheid
Het project «Raketartillerie» wordt onder ABDO uitgevoerd.15 Het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging (NBV) en de Defensie Beveiligingsautoriteit
zijn betrokken bij de certificering van de secure gateway en informatiebeveiliging.
Projectrisico’s
Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt, waarbij de integratie, oftewel
de engineering van hard- en software als belangrijk risico is geïdentificeerd. Hierop zijn beheersmaatregelen
getroffen. Om restrisico’s af te dekken en om onder andere kosten van wijzigingen
en vertragingen in de levering te dekken is binnen het projectbudget een risicoreservering
opgenomen. Voor de omvang van deze reservering is gekeken naar de kosten voor verstoringen
en wijzigingen bij voorgaande vergelijkbare projecten. In de vertrouwelijke bijlage
wordt nader ingegaan op een aantal andere risico’s.
Financiële aspecten
Investering
Het projectbudget voor raketartillerie bestaat uit een bedrag voor investeringen,
namelijk € 515,3 miljoen inclusief een risicoreservering en BTW (prijspeil 2022).
Dit is gelijk aan de raming in de A/B-brief. Deze investering komt in de jaren 2023
tot en met 2026 ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Commercieel vertrouwelijke
financiële informatie is in de vertrouwelijke bijlage opgenomen16.
De geraamde investering van € 515,3 miljoen omvat het volgende:
• 20 PULS raketlanceersystemen inclusief vuurleidingssysteem
• DVOW-vrachtauto’s met pantsercabine (Scania Gryphus)
• raketten voor inzetvoorraad, typeclassificatie en O&T-verbruik
• command & control systeem, verbindingsmiddelen, secure gateway
• initiële voorraad reservedelen
• simulatiesystemen
Exploitatie
Onder de geraamde exploitatie-uitgaven vallen de personele exploitatie, de materiële
exploitatie zoals brandstof en de volledige instandhouding. De exploitatiekosten zijn
aan de hand van een analyse van de levensduurkosten vastgesteld, waarbij gebruik is
gemaakt van gegevens van de leverancier en van beschikbare ervaringsgetallen van het
onderhoud aan andere systemen. Het effect van instroom van het PULS raketartilleriesysteem
op de exploitatiekosten van Defensie bedraagt de komende 15 jaar naar verwachting
€ 168,1 miljoen.
Vooruitblik
Ik ben voornemens het project voort te zetten en de overeenkomst17 voor de verwerving van PULS raketartilleriesystemen te laten ondertekenen. Na het
ondertekenen van de overeenkomst worden de eerste vier PULS systemen uit voorraad
aan Nederland geleverd. Vervolgens start de engineering, waarna de eerste systemen uit serieproductie in 2025 kunnen worden geleverd. In
2026, na ontvangst van de laatste systemen uit serieproductie, worden ook de eerste
vier MOTS-systemen voor familievorming op de DVOW-voertuigen gemonteerd.
Met dit raketartilleriesysteem beschikt Defensie over een operationeel relevante en
toekomstbestendige raketartillerie-capaciteit die van grote meerwaarde is voor het
landoptreden.
Ik ben voornemens de overeenkomst uiterlijk in de tweede helft van mei 2023 laten
ondertekenen door de directeur van de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Ik verzoek
uw Kamer daarom deze D-brief in het Commissiedebat Materieel van 19 april te behandelen.
Na behandeling van de D-brief wordt uw Kamer via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds
(DMF), het jaarverslag en het Defensie-projectenoverzicht (DPO) over de voortgang
van dit project geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Indieners
-
Indiener
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie