Brief regering : Appreciatie van de motie van het lid Van der Plas over de STAP-regeling per direct openstellen voor AOW'ers die actief zijn op de arbeidsmarkt (Kamerstuk 31765-748)
30 012 Leven Lang Leren
29 544
Arbeidsmarktbeleid
Nr. 151
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Tijdens het plenaire debat over de woon- en zorgplannen voor ouderen (Handelingen
II 2022/23, nr. 65, debat over de woon- en zorgplannen voor ouderen), is door het
lid Van der Plas (BBB) een motie (Kamerstuk 31 765, nr. 748) ingediend, die het Kabinet verzoekt om de STAP-regeling per direct open te stellen
voor AOW’ers die actief zijn op de arbeidsmarkt. De Minister voor Langdurige Zorg
en Sport heeft deze motie aan mij doorgeleid en verzocht voor de stemmingen per brief
een appreciatie te geven. Hierbij voldoe ik aan dat verzoek.
Met het STAP-budget heeft iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt de
mogelijkheid om in de eigen ontwikkeling te investeren en duurzaam inzetbaar te zijn
en te blijven voor de arbeidsmarkt. Van een band met de Nederlandse arbeidsmarkt is
sprake indien de deelnemer ten tijde van de aanvraag 18 jaar of ouder is en de pensioengerechtigde
leeftijd nog niet heeft bereikt. De STAP-regeling sluit hiermee aan op andere regelingen
die ook eindigen bij de AOW-leeftijd. Iemand die recht heeft op een AOW-uitkering
is in beginsel niet langer voor het voorzien in zijn of haar inkomen aangewezen op
het verrichten van arbeid.
Er zijn natuurlijk gepensioneerden die actief zijn op de arbeidsmarkt, wat ik graag
stimuleer, zoals ook terugkomt in de Seniorenkansenvisie, die op 22 november 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 29 544, nr. 1159). Echter, bij deze uitbreiding van doelgroep voor STAP is het lastig vast te stellen
of het budget in lijn met de STAP-regeling wordt aangewend: voor verbetering van iemands
arbeidsmarktpositie. Deze toets is in de huidige uitvoeringssystematiek van STAP niet
uitvoerbaar. Daarom ontraad ik deze motie.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid