Brief regering : Planning van de derde en overige tranches van de Wet publieke gezondheid (Wpg)
36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan
Nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2023
Met deze brief geef ik invulling aan de toezegging1 aan de Tweede Kamer u te informeren over de planning van de derde en overige tranches
van de Wet publieke gezondheid (Wpg) in het kader van pandemische paraatheid. Naast
de planning informeer ik u ook op hoofdlijnen over de inhoud van het voorgenomen wetsvoorstel
Derde tranche wijziging Wet publieke gezondheid (Derde tranche) en de verwachte overige
wijzigingen in de toekomst. Tot slot ga ik kort in op de stand van zaken van het wetsvoorstel
Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid (Eerste tranche) en het wetsvoorstel
Tweede tranche wijziging Wet publieke gezondheid (Tweede tranche).
Inleiding
Het kabinet heeft ervoor gekozen om te werken met tranches voor de aanpassing van
de Wpg. Dit maakt het mogelijk verschillende onderwerpen die betrekking hebben op
infectieziektebestrijding apart uit te werken. Deze werkwijze biedt de flexibiliteit
om onderwerpen die rijp zijn voor wetgeving aanhangig te maken, waardoor stapsgewijs
de Wpg kan worden aangepast en ingericht ten behoeve van het versterken van de pandemische
paraatheid. Op dit moment bevinden twee tranches zich in het wetgevingsproces en een
derde is in voorbereiding. Deze tranches volgen elk een eigen tijdpad.
De inhoud van de tranches komt voort uit het beleidsprogramma pandemische paraatheid,
waarbij gebruik is gemaakt van evaluaties van en lessen tijdens de bestrijding van
de covid-19-pandemie. U kunt hierbij denken aan verschillende evaluaties en onderzoeken
van onder andere de Onderzoeksraad voor Veiligheid, het Verwey-Jonker Instituut en
gesprekken met ketenpartners zoals het RIVM, GGD’en en GGD GHOR Nederland. Tevens
worden wijzigingen, die al voor de covid-19-pandemie in beeld waren en die bijdragen
aan een versterking op het terrein van reguliere infectieziektebestrijding meegenomen
in de voorstellen.
Scope van de wijzigingen en verschillende tranches
De in deze brief genoemde wetsvoorstellen hebben betrekking op pandemische paraatheid
en versterkte infectieziektebestrijding. De Wpg heeft een breder bereik dan deze onderwerpen,
zoals preventie. Er kunnen dan ook op andere onderwerpen gedurende de komende jaren
wijzigingen van de Wpg worden voorgesteld of er zijn al wetsvoorstellen tot wijziging
aanhangig gemaakt.2
Derde tranche: grondslagen voor gegevensuitwisseling
De Derde tranche bevindt zich in de voorbereidingsfase. Deze tranche ziet op grondslagen
voor (elektronische) gegevensuitwisseling in het kader van infectieziektebestrijding.
Hoewel de inhoud hiervan nog in ontwikkeling is, neem ik uw Kamer in deze brief mee
in de onderliggende voorlopige thema’s en de richting van de voorstellen die op dit
moment in het proces zijn onderkend. De inzet van deze tranche is te voorzien in nieuwe
grondslagen en het verbeteren van bestaande grondslagen voor het uitwisselen van noodzakelijke
gegevens bij de infectieziektebestrijding en pandemiebestrijding in het bijzonder.
Het is mijn voornemen om het wetsvoorstel in 2024 aan uw Kamer aan te bieden.
Meldingsplicht
Het eerste thema van de Derde tranche heeft betrekking op aanpassingen in het kader
van de meldingsplicht bij infectieziekten. In de huidige Wpg is de meldingsplicht
onvoldoende toekomstbestendig en flexibel uitgewerkt. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken
of differentiatie in de meldplicht mogelijk is voor verschillende ziekteverwekkers,
zodat afhankelijk van de indeling van een infectieziekte kan worden gekeken welke
gegevens noodzakelijk zijn om te delen. Daarnaast staat in de Wpg dat voor het bron-
en contactonderzoek onder andere adresgegevens worden doorgegeven, terwijl tegenwoordig
een e-mailadres of telefoonnummer meer geëigende middelen zijn om contact op te nemen.
Het vermelden van specifieke persoonsgegevens op wetsniveau maakt het systeem rigide
op het moment dat in de toekomst andere middelen gangbaar zijn voor communicatie.
Tijdens de covid-19-pandemie is dit urgente knelpunt door GGD GHOR Nederland aangekaart.
Daarom zijn het opnemen van een grondslag voor de verstrekking van e-mailadres en
telefoonnummer vooruitlopend op de Derde tranche onderdeel van het wetsvoorstel wijziging
van de Wpg vanwege de invoering van een vergunningplicht en een meldplicht ter zake
van het verrichten van handelingen met poliovirus en enkele andere wijzigingen. De
verwachting is dat dit wetsvoorstel binnenkort wordt ingediend bij de Tweede Kamer.
Internationale gegevensuitwisseling
Op zowel internationaal als EU niveau geldt een aantal verplichtingen voor het aanleveren
van gegevens. De grondslagen voor internationale gegevensuitwisseling lijken op dit
moment onvoldoende verwerkt in de Wpg. Hier zal daarom een nadere analyse op plaatsvinden.
Hieronder wordt bij de vervolgtranches nader ingegaan op de mondiale en EU ontwikkelingen
die in bredere zin impact kunnen hebben op aanpassingen die nodig zijn voor de Wpg.
Datagebruik t.b.v. infectieziektebestrijding
Tijdens de covid-19-pandemie zijn belemmeringen ervaren als gevolg van beperkte of
te onduidelijke grondslagen om gegevens uit te wisselen, die bijvoorbeeld nodig zijn
voor monitoring, surveillance en onderzoek van infectieziektebestrijding. Dit derde
thema willen we, waar nodig, repareren en expliciteren.
Ik vind het belangrijk dat dit zo snel mogelijk en ook met oog op de privacy van burgers,
zorgvuldig gedaan wordt. Mijn voornemen is dit geïntegreerd en in verbinding met de
andere wijzigingen voor gegevensuitwisseling in de Derde tranche te verwerken. Hierbij
sluit ik aan bij beleid dat op het gebied van de nationale visie gezondheidsinformatiestelsel
ontwikkeld wordt, die uw Kamer binnenkort zal ontvangen.
Vervolgtranches
Aanvullende grondslagen voor collectieve maatregelen
Tijdens het wetgevingsoverleg van de Eerste tranche en in de beantwoording op de vragen
uit het Schriftelijk overleg dat daaraan voorafging, kwamen vragen aan de orde over
het opnemen van grondslagen voor aanvullende specifieke maatregelen. De vraag werd
opgeworpen of de wetgeving voor het nemen van collectieve maatregelen nu «af» en «toereikend»
is of dat aanvullende wijzigingen noodzakelijk zijn. Tevens heeft de Afdeling advisering
van de Raad van State erop gewezen dat andere bevoegdheidsgrondslagen noodzakelijk
kunnen zijn tijdens een zeer ernstige pandemie.3
Ik heb aangegeven dat wordt onderzocht welke aanvullende bevoegdheidsgrondslagen mogelijk
noodzakelijk en proportioneel kunnen zijn in de bestrijding van een mogelijke (dreigende)
epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1. De uitkomst hiervan kan aanleiding
zijn om aanvullende bevoegdheidsgrondslagen op te nemen in een volgende tranche. Dit
voorjaar zal ik uw Kamer informeren hoe dit onderzoek zal worden vormgegeven.
Samenhang met modernisering staats- en crisisnoodrecht
Op 6 december jl. is door de Minister van Justitie en Veiligheid het kader met algemene
uitgangspunten voor de inrichting van het (staats)nood- en crisisrecht naar de Tweede
Kamer gestuurd. Hierin wordt aangegeven dat het kabinet zal werken aan een interdepartementale
routekaart voor de modernisering van het staatsnoodrecht. Dit kader moet ervoor zorgen
dat een zekere mate van consistentie geborgd blijft tijdens de gefaseerde aanpassing
van de wetgeving. Nadat de aanpassingen van het bredere (staats)nood- en crisisrecht
zijn afgerond wordt bezien of er nog aanpassingen van de Wpg benodigd zijn ten behoeve
van consistentie. De planning is dat de routekaart in het tweede kwartaal van 2023
wordt opgeleverd.
Aanpassingen voortkomend uit mondiale (WHO) of EU-afspraken
Ook op mondiaal en EU-niveau zijn er allerlei ontwikkelingen die tot veranderingen
in internationale regels en afspraken kunnen leiden. Deze ontwikkelingen kunnen mogelijk
leiden tot aanpassing van onze wet- en regelgeving, waaronder de Wpg.
Zo is het mogelijk dat uit de onderhandelingen over de wijzigingsvoorstellen op de
International Health Regulations (IHR, 2005) een aantal wijzigingen zal voortkomt
dat aanpassing van de Wpg met zich mee zal brengen. Hetzelfde geldt voor de onderhandelingen
over het pandemie akkoord, die gelijktijdig plaatsvinden De komende anderhalf jaar
zal ons land nauw betrokken zijn bij beide processen en te zijner tijd zullen eventuele
doorvertalingen naar de Wpg ter hand worden genomen.
Op EU-niveau is Verordening 2022/2371 inzake ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
vastgesteld.4 Deze verordening is op 26 december 2022 in werking getreden. De uitwerking van deze
verordening en de eventuele impact hiervan op de Wpg wordt nader in beeld gebracht.
Tot slot wordt vanuit de EU gewerkt aan de European Health Data Space (EHDS) Verordening.
De conceptverordening is opgesteld en wordt besproken via de daarvoor geëigende procedures.
Deze verordening bevat onder andere bepalingen die een regime voor databeschikbaarheid
voor wetenschappelijk onderzoek, innovatie en beleid creëren. Daarbij wordt eveneens
de mogelijkheid geboden voor publieke organen om op grond van de EHDS elektronische
gezondheidsgegevens op te vragen via een instantie voor toegang tot gezondheidsgegevens
(ook wel Health Data Access Body) voor specifiek vastgestelde doeleinden.
Stand van zaken aanhangige tranches
Eerste tranche: bevoegdheidsgrondslag voor collectieve maatregelen
De Eerste tranche heeft tot doel het regelen van een specifieke bevoegdheidsgrondslag
voor het nemen van collectieve maatregelen, waarbij een passende betrokkenheid vanuit
het parlement is geborgd en grondrechten zo min mogelijk worden beperkt. Het wetsvoorstel
introduceert een nieuwe categorie infectieziekten (A1). Deze bevoegdheidsgrondslag
is noodzakelijk, omdat tijdens de covid-19-pandemie is gebleken dat de Wpg hier niet
in voorziet, waardoor met noodverordeningen gewerkt moest worden tot de Tijdelijke
wet maatregelen covid-19 in werking trad.
Ik zie deze wetswijziging dan ook als een belangrijke steen in het bouwwerk van de
versterkte pandemische paraatheid. Deze doet zowel recht aan de democratische legitimiteit
van de te nemen maatregelen door de rol en betrokkenheid van de beide Kamers alsook
aan de bescherming van grondrechten. Op 12 december 2022 vond het wetgevingsoverleg
van het wetsvoorstel plaats in de Tweede Kamer.5 De behandeling van de Eerste tranche heeft met een aantal amendementen geleid tot
een gewijzigd wetsvoorstel aan de Eerste Kamer.6 Op 6 maart 2023 is de memorie van antwoord verstuurd naar de Eerste Kamer (Kamerstuk
36 194, F).
Tweede tranche: directe sturing op GGD’en
Met de Tweede tranche wordt de sturing vanuit het Ministerie van VWS via de Landelijke
Functionaliteit Infectieziektebestrijding (LFI) op de GGD’en mogelijk gemaakt bij
een nieuwe epidemie van een A-infectieziekte met landelijke impact. Die is nodig om
in crisistijd en in de voorbereiding daarop slagvaardiger te kunnen handelen en sneller
op te kunnen schalen.
Met deze wetswijziging wordt ten eerste een directe sturingsbevoegdheid van de Minister
van VWS op de directeur publieke gezondheid van de GGD voor de medisch-operationele
processen via de LFI tijdens een epidemie wettelijk geborgd. Deze aansturing namens
de Minister van VWS vult de bestaande sturingsmogelijkheden van de Minister van VWS
op de voorzitters van de veiligheidsregio’s aan. Dit heeft als doel om zorg te dragen
voor de bestrijding van A-infectieziekten.
Ten tweede wordt voorzien in een grondslag om regels te kunnen stellen die gaan over
de wijze waarop GGD’en hun gemeentelijke taken in het kader van de algemene infectieziektebestrijding
uitvoeren. Zo kan via kaderstelling worden bijgedragen aan een meer uniforme werkwijze
van de GGD’en. Hierdoor kan binnen de infectieziektebestrijdingsketen sneller en adequater
worden opgeschaald. De uitwerking van het wetsvoorstel heb ik samen met de Minister
van JenV, de Minister van BZK, de GGD’en, de veiligheidsregio’s, de VNG en het RIVM
ter hand genomen. Eind 2022 is de openbare internetconsultatie online gegaan en ik
streef ernaar voor de zomer van 2023 het wetsvoorstel aan de Raad van State aan te
bieden.
Tot slot
De evaluaties en onderzoeken die reeds hebben plaatsgevonden vormen een goede basis
voor de huidige inzichten over de onderwerpen van de tranches. Tegelijkertijd houd
ik nadrukkelijk rekening met ruimte voor aanvullende onderwerpen die nog uit lopende
evaluaties of onderzoeken voortkomen, voortvloeien uit beleid van de WHO en EU, en
die tijdens de verdere ontwikkeling van het beleidsprogramma pandemische paraatheid
naar voren komen.
U wordt in beginsel over de voortgang van de lopende- en nieuwe tranches geïnformeerd
via de jaarlijkse voortgangsrapportage over het beleidsprogramma pandemische paraatheid.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport