Brief regering : Open Science NL versnelt transitie naar open science
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 1027
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2023
Voor het oplossen van de grote uitdagingen waarvoor de wereld staat, is het van cruciaal
belang dat de resultaten van onderzoek en wetenschap vrij toegankelijk zijn. Dat lijkt
vanzelfsprekend, maar dat is het nog niet altijd: de toegang tot (publiek gefinancierd)
onderzoek wordt regelmatig beperkt. Dat is onwenselijk, omdat dit zorgt voor ongelijkheden
in de toegang tot kennis. Iedere geïnteresseerde zou de mogelijkheid moeten hebben
om wetenschappelijke resultaten in te zien en daarop voort te bouwen. Dit komt het
vertrouwen in de wetenschap ten goede en zorgt voor een verbeterde verbinding tussen
wetenschappers en de maatschappij.
Het zo open mogelijk beschikbaar maken van wetenschap, zowel het onderzoeksproces
zelf als de uiteindelijke resultaten, wordt gevat in de transitie naar open science.
Ik zie open science als een belangrijke kernwaarde in onderzoek. In de beleidsbrief
hoger onderwijs en wetenschap, van 17 juni jl.1, ben ik ingegaan op de kabinetsambities voor het hoger onderwijs en de wetenschap
en heb ik de concrete beleidsopties en investeringen voor deze kabinetsperiode uiteengezet.
Ik heb in die brief ook investeringen in open science aangekondigd, een totaal van
€ 184 miljoen voor tien jaar (t/m 2031), de looptijd van het fonds voor Onderzoek
en Wetenschap.2 Daarmee geef ik invulling aan de brede kabinetsambitie om open science de norm te
maken in Nederland.3
Vandaag heb ik een convenant4 ondertekend, samen met open science partners NWO, UNL, NFU, VH, SURF, KNAW, NWO-I,
ZonMw, UKB, KB, DANS, Netherlands eScience Center, 4TUResearchData, Health-RI en SHB.
Daarin spreken alle partijen af dat zij, bovenop de open science-inspanningen die
zij al leveren, ook op landelijk niveau gaan samenwerken om de transitie naar open
science te versnellen. Deze samenwerking krijgt vorm via een tijdelijk regieorgaan
tot 2031 (hierna «Open Science NL»), dat de beschikking krijgt over de open science-middelen
uit het fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Met de ondertekening van het convenant
is Open Science NL officieel gelanceerd.
In deze brief informeer ik uw Kamer over:
1. Open science als norm voor onderzoek en wetenschap;
2. De nationale en internationale voortgang op open science;
3. De rol van Open Science NL in de transitie naar open science; en
4. De werkwijze van Open Science NL.
In de bijlagen van deze brief treft uw Kamer het convenant van het regieorgaan Open
Science NL en het NPOS 2030 Ambitiedocument en Rolling Agenda.
1. Open science als norm voor onderzoek en wetenschap
Wanneer resultaten van onderzoek niet vrij beschikbaar zijn, hindert dit de vooruitgang
in onze samenleving. Hoewel dit vaak goed gaat, zit kennis die voortkomt uit publiek
gefinancierd onderzoek nog te vaak achter een betaalmuur of worden onderzoeksdata
niet zorgvuldig genoeg verzameld, opgeslagen of beheerd. Open science5 doorbreekt zulke barrières en zorgt ervoor dat de vele vormen van wetenschappelijke
kennis6 wel openlijk beschikbaar, benaderbaar en herbruikbaar worden. Dat is ook principieel
van belang, omdat onderzoek dat met publieke middelen is gefinancierd beschikbaar
hoort te zijn voor de samenleving.
De wetenschap, de maatschappij én het bedrijfsleven profiteren van open science. Open
samenwerking kan namelijk leiden tot snellere wetenschappelijke doorbraken, innovaties
en grotere maatschappelijke impact.7 Doordat onderzoekers transparant zijn over hun werkwijze en gebruikte data, wordt
de wetenschap als geheel toegankelijker en controleerbaarder. Een mooi voorbeeld daarvan
hebben we gezien bij de uitbraak van de coronapandemie, toen er vele (wereldwijde)
initiatieven op gang kwamen om onderzoeksdata aan elkaar ter beschikking te stellen.8 Mede door de vereende krachten waarmee onderzoekers in de eerste maanden van 2020
samenwerkten en data deelden, was het mogelijk om vaccins en andere behandelingen
te ontwikkelen. De urgentie die toen werd gevoeld zou op elk moment moeten gelden.
We weten immers nooit wanneer het hebben van toegang tot bepaalde kennis allesbepalend
wordt.
Open science wordt in beleid vaak vertaald in drie grove doelstellingen, namelijk:
a) open access, het gratis beschikbaar stellen van wetenschappelijke publicaties,
b) het vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar (FAIR)9 maken van onderzoeksdata en -software en c) het vergroten van de publieke betrokkenheid
bij wetenschap. Bij het behalen van deze doelstellingen is het breder erkennen en
waarderen van wetenschappers ook belangrijk10, zodat de inspanningen om op een open manier te werken daadwerkelijk worden gewaardeerd
en beloond.
Open science en Kennisveiligheid
In het coalitieakkoord staat dat open science de norm wordt, mits de nationale veiligheid
daarbij niet in het geding komt. Ik vind het daarom belangrijk om te benadrukken dat
het beschermen van kennis vooral van toepassing is op de data-kant van open science.
Open science betekent in die context beslist niet dat gevoelige data open wordt gedeeld.
Hierbij geldt het in EU-verband afgesproken principe «as open as possible, as closed
as necessary». Er wordt rekening gehouden met beperkende toegangsregimes die nodig
zijn vanwege (staats-) veiligheids- en concurrentiemotieven, intellectuele eigendomsrechten,
privacybescherming, en andere legitieme belangen.11 Universiteiten en financiers als NWO, ZonMw en ook de Europese Commissie, hanteren
grotendeels dezelfde waarborgen en uitzonderingsgronden. Als waarborg geldt bijvoorbeeld
dat onderzoekers, wanneer zij een data management plan (DMP) opstellen, erop worden
gewezen dat zij zeer zorgvuldig met hun data moeten omgaan en dat gevoelige data niet
mogen worden gedeeld. In Nederland geldt dat onderzoekers en onderzoeksinstellingen
zich ook expliciet moeten houden aan de Nederlandse kabinetsaanpak kennisveiligheid12, waarin het beschermen van gevoelige informatie centraal staat.
In dit kader staan drie verschillende voorbeelden die de kracht van open science illustreren:
1. Toegang tot familiegeschiedenis: In een samenwerking tussen Nederlandse, Surinaamse, Curaçaose en Arubaanse (onderzoeks)instellingen worden bevolkingsarchieven vrij online beschikbaar gemaakt voor
wetenschappers en publiek. De database verbindt personen die voorkomen in diverse
archiefbronnen, zoals de slavenregisters, emancipatieregisters, de burgerlijke stand
en volkstellingen. Dit maakt het voor mensen gemakkelijker om voorouders op te sporen
en achter de rol van de eigen familie in de slavernij te komen. Zo’n open onderzoek
heeft een enorme impact op het gevoel van identiteit van vele mensen. Het wordt voor
deze mensen namelijk mogelijk om hun roots en achtergronden te achterhalen en te begrijpen.
Naast het feit dat vrijwilligers worden aangemoedigd om mee te werken aan het project,
wat de publieke betrokkenheid nog verder vergroot, worden de onderzoeksresultaten
ook gebruikt in het onderwijs en in de culturele sector. Dit initiatief is tijdens
het Open Science Festival van 1 september jongstleden beloond met een Open Science
Award. Meer informatie is te vinden op de website: www.ru.nl/slavenregisters/.
2. Een open platform met praktijkgerichte oplossingen: Het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen zorgt voor kennis en producten die
direct in de beroepspraktijk kunnen worden toegepast. Dat kan natuurlijk alleen als
geïnteresseerden ook toegang hebben tot die kennis! Om daarvoor te zorgen ontwikkelen
de hogenscholen en overige partners het gezamenlijke publicatieplatform Publinova,
dat in mei live gaat.
3. Gratis publiceren en gratis lezen:
https://openjournals.nl/ is een platform dat wetenschappelijke tijdschriften de mogelijkheid geeft om online
en volledig open access te publiceren. Dat doet openjournals.nl voor kleine, non-profit, scholar-led wetenschappelijke tijdschriften in Nederland
die wel aan open science-normen willen voldoen, maar de omslag naar gratis publiceren
door hun kleinschaligheid niet meteen kunnen maken. Het platform werkt volgens het
«Diamond» open access-model, waarbij zowel lezers als auteurs niet hoeven te betalen
voor de publicatie.
2. Nationale en internationale voortgang op open science
De urgentie van open science blijkt ook uit artikel 27 van de Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens. In dat artikel staat namelijk dat «een ieder het recht
heeft (...) om deel te nemen aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan
te plukken».13 Het is daarom ook niet verwonderlijk dat open science al langere tijd een prioriteit
is van het kabinet.14
In 2016 kreeg open science in Nederland en in de Europese Unie momentum toen, onder
Nederlands EU-voorzitterschap, de politieke ambitie van 100% open access in Raadsconclusies15 werd vastgelegd. Dat heeft direct geleid tot vooruitgang, bijvoorbeeld doordat het
veld zich daarna heeft georganiseerd in het Nationaal Programma Open Science (NPOS).16 In die samenstelling kwam er een Nationaal Plan Open Science en is er in 2018 een
Nationaal Coördinator Open Science aangesteld.
Door deze inzet is er gestaag voortgang geboekt in de transitie naar open science.
Het percentage wetenschappelijke artikelen dat in Nederland open access beschikbaar
is, is bijna verdubbeld. Waar de nulmeting van UNL in 2016 aangaf dat 42% van de artikelen
open access beschikbaar was, was dat in de laatste meting van 2021 in totaal 82%.17 Hiermee is Nederland al jarenlang een van de koplopers in de wereld.18 Ook aan het FAIR maken van onderzoeksdata wordt in Nederland veel gedaan. Zo zijn
de internationaal erkende FAIR-principes het resultaat van een in Nederland georganiseerde
workshop bij het Lorenz Centre. Universiteiten investeren volop in het aanstellen
en opleiden van een professionele gemeenschap van datastewards en er zijn lokale en
thematische digital competence centers (DCC’s) ingericht. Die DCC’s ondersteunen onderzoekers
bij het open en FAIR maken van onderzoeksdata. In de afgelopen jaren zijn er bovendien
«communities» gevormd die zich richten op publieke betrokkenheid. In deze «communities»
wordt onderzoek gedaan in zeer nauwe samenwerking met niet-wetenschappers en de uiteindelijke
resultaten worden ook met een zeer breed publiek gedeeld.
Naast de bovenstaande nationale ontwikkelingen is er ook toenemend internationaal
commitment. Dat is van cruciaal belang, omdat het systeem van onderzoek en wetenschap
per definitie internationaal is en de transitie daarom internationale samenwerking
vergt. Dit commitment vertaalt zich onder andere in volgende stappen, waaraan Nederland
een actieve bijdrage levert:
• In EU-verband19 is open science de standaard werkmethode en een voorwaarde voor alle onderzoeksprojecten
die gefinancierd worden door Horizon Europe, het onderzoek- en innovatieprogramma
van de EU;
• Ook worden er binnen de EU open science-infrastructuren en overlegfora opgezet, zoals
de European Open Science Cloud (EOSC)20 en de Council for National Open Science Coördination (CoNOSC).21
• Het huidige Zweedse EU-voorzitterschap wil, in navolging van het Nederlandse en Franse
EU-voorzitterschap in respectievelijk 2016 en 2022, komen tot Raadsconclusies over
open access;
• Binnen de OESO hebben de 38 OESO-lidstaten in 2021 de Recommendation on Access to Research Data from Public Funding22 aangenomen, die nu in de implementatiefase zit. Doel van de aanbeveling is om lidstaten
te begeleiden bij het verbeteren van de toegang tot publiek gefinancierde onderzoeksdata.
• De 193 UNESCO-lidstaten hebben in 2021 de wereldwijde Recommendation on Open Science23 aangenomen die nu, net als de OESO-aanbeveling, wordt geïmplementeerd. In deze aanbeveling
hebben lidstaten gedeelde waarden geïdentificeerd en concrete stappen vastgelegd om
open science te bewerkstellingen.
• De VS hebben op 19 januari 2023 concrete acties aangekondigd om open science te bevorderen.24 Die acties betreffen onder andere het verbeteren van onderzoeksinfrastructuren, het
vergroten van publieke betrokkenheid bij wetenschap en het verschaffen van gratis
toegang tot onderzoek dat met publieke middelen is betaald.
3. Open Science NL maakt versnelling van transitie mogelijk
Om de kabinetsambitie te kunnen waarmaken, is het belangrijk dat de transitie naar
open science wordt versneld. Die versnelling wordt onder andere gerealiseerd door
de oprichting van het regieorgaan Open Science NL25, dat in de organisatiestructuur van NWO wordt ondergebracht.26 Volgens het convenant krijgt de nieuwe organisatie vier hoofdtaken:
1. het identificeren, prioriteren en financieren van tijdelijke initiatieven en projecten,
gericht op duurzame verankering van open science in Nederland;
2. het monitoren en evalueren van de voortgang op open science in Nederland;
3. het bieden van een forum voor het delen van kennis; en
4. het faciliteren van een bestuurlijk overleg, gericht op samenwerking en collectieve
regie over de nationale open science-agenda en aansluiting op internationale initiatieven.
Naast de hierboven genoemde taken heeft Open Science NL als meerwaarde dat alle betrokken
partijen hiermee hun gezamenlijke commitment voor open science vastleggen. Dat is
belangrijk, omdat de transitie voor het grootste deel wordt gerealiseerd door de betrokken
organisaties zelf27, waarbij het Open Science NL een belangrijke faciliterende en katalyserende rol speelt.
De organisaties zullen zelf doorgaan met het inbedden van open science in de eigen
organisaties. Met de extra financiering via Open Science NL kunnen projecten worden
gefinancierd die niet direct door een individuele instelling kunnen worden gedragen,
een instellingsoverstijgende reikwijdte hebben of waarvoor de startfinanciering momenteel
nog ontbreekt. Van die projecten en de daaropvolgende kennisdeling profiteren vervolgens
alle betrokken partijen.
4. Werkwijze van Open Science NL
In de afgelopen periode heeft NWO een kwartiermaker aangesteld om Open Science NL
op te starten. De organisatie krijgt een eigen ondersteunend bureau en een onafhankelijk
bestuur, waarin verschillende organisaties, perspectieven en (diverse) achtergronden
vertegenwoordigd zijn. Dat is belangrijk, omdat de transitie naar open science door
het gehele veld gezamenlijk wordt vormgegeven en vele organisaties daarin hun eigen
bijdrage hebben.
Het onafhankelijke bestuur van Open Science NL beslist uiteindelijk over welke open
science-initiatieven financiering ontvangen, maar het 2030 Ambitiedocument en de Rolling
Agenda28 van het NPOS vormen daarbij een zeer belangrijke leidraad. Het Ambitiedocument en
de Rolling Agenda beschrijven de plannen die de Nederlandse kennisinstellingen hebben
om open science in 2030 de norm te maken. Die plannen richten zich bijvoorbeeld op
het verbeteren van ondersteuning en training, het verder versterken van «communities»,
zodat mensen van elkaar kunnen leren en het waarborgen dat onderzoeksinfrastructuren
open science ook echt mogelijk maken. Concreet zou Open Science NL kunnen investeren
in een nationaal opleidings- en trainingsprogramma voor datastewards, het zou non-profit
open access initiatieven29 een impuls kunnen geven en het zou digitale infrastructuren kunnen financieren (bijvoorbeeld
hubs voor training en educatie) die specifieke ondersteuning bieden bij het vergroten
van de publieke betrokkenheid bij wetenschap.
De ambities in het NPOS-plan worden breed gedragen en zijn tot stand gekomen met medewerking
en (open) consultatie van zeer velen in alle geledingen van universiteiten, hogescholen
en andere organisaties, zoals o.a. NWO, UNL, NFU, SURF, de Koninklijke Bibliotheek,
het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), Data Archiving and Networked Services (DANS)
en het Netherlands eScience Center.
Monitoring en evaluatie
In het convenant van Open Science NL is afgesproken dat de organisatie tussentijds
zal worden geëvalueerd. Dat gebeurt in 2025, in 2029 en in 2031 (de eindevaluatie).
De uitkomsten van de evaluaties zullen met OCW als opdrachtgever worden besproken
en met uw Kamer worden gedeeld. Daarnaast zal ik uw Kamer jaarlijks informeren over
de brede voortgang op open science in Nederland.
Tot slot
In deze brief ben ik ingegaan op de gezette stappen op open science in Nederland,
waarin de lancering van Open Science NL een belangrijke mijlpaal is. Deze inspanningen
zullen, in combinatie met de vele initiatieven die het veld momenteel al mogelijk
maakt, verder bijdragen aan het verankeren van open science als norm in Nederland
en het versterken van onze internationale koploperspositie. Daarbij kunnen we niet
zonder de al langer lopende inzet en toewijding van de instellingen en de gehele open
science-community in Nederland. Ik wil alle betrokkenen hartelijk danken voor hun
inzet en hen oproepen die prachtige initiatieven met hetzelfde enthousiasme te blijven
voortzetten.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Indieners
-
Indiener
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap