Brief regering : Kort geding inzake lachgasverbod
24 077 Drugbeleid
Nr. 514
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 maart 2023
Op vrijdag 10 maart 2023 heeft een kort geding plaatsgevonden bij de voorzieningenrechter
in de rechtbank Den Haag aangaande het lachgasverbod. Twee partijen verzetten zich
tegen het lachgasverbod. Zij vorderden in kort geding dat het de Staat verboden zou
worden om aan dit verbod uitvoering en toepassing te geven, dan wel dat de regelgeving
waarbij lachgas onder de Opiumwet is gebracht, onverbindend zou worden verklaard.
Afgelopen vrijdag 24 maart 2023, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in
het kort geding. Door middel van deze brief wil ik u, mede namens de Minister van
Justitie en Veiligheid, informeren over de uitspraak van de rechter.
De rechter heeft het gevorderde afgewezen. Dit betekent dat de rechter de eiseressen
in het ongelijk heeft gesteld en het lachgasverbod in stand blijft.
Ik ben hier erg blij mee, omdat het lachgasverbod mijns inziens hard nodig blijft,
gezien de cijfers over incidenten met lachgas. Het lachgasverbod in de Opiumwet verbetert
bovendien de handhaving. Door dit verbod kan de politie namelijk optreden als iemand
alleen al de gasflessen en ballonnen bij zich heeft en zo mogelijk overlast en gevaarlijke
situaties voorkomen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport