Brief regering : Hardheidsclausules bij belastingen en invordering
31 066 Belastingdienst
Nr. 1209
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 maart 2023
In het debat van 7 maart 2023 over de planning Belastingdienst inzake de afhandeling
toeslagenaffaire (Handelingen II 2022/23, nr. 58) is aan lid Omtzigt toegezegd terug te komen op de hardheidsclausules in fiscale
wetgeving. Hierbij is verzocht om een overzicht te verstrekken van de reeds aanwezige
en nog te introduceren hardheidsclausules. Het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie
Kinderopvangtoeslag (POK) heeft duidelijk gemaakt dat het noodzakelijk is dat uitvoerders
rekening moeten kunnen houden met de omstandigheden van mensen. Een hardheidsclausule
kan daarvoor een – hoewel niet het enige – instrument zijn. Met deze brief willen
wij uw Kamer een overzicht bieden van de aanwezige hardheidsclausules en u informeren
over de hardheidsclausule waar nu aan wordt gewerkt. Hiermee geven wij invulling aan
de toezegging die is gedaan aan het lid Omtzigt.
Algemene wet inzake rijksbelastingen
In de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) staat al lange tijd een hardheidsclausule
opgenomen.1 Hiermee wordt de bevoegdheid gegeven om in bepaalde gevallen of groepen van gevallen
tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard. Dit heeft als doel om de
gevolgen van de belastingwet weg te nemen of te verzachten, wanneer de gevolgen onredelijk
zwaar zijn voor een burger en deze door de wetgever niet zijn voorzien of bedoeld.
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) is per 7 juli 2020 met de
Wet hardheidsaanpassing Awir een algemene hardheidsclausule geïntroduceerd om net
als bij de AWR tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard.2 Deze bevoegdheid is opgenomen in aanvulling op de hardheidsclausule die al bestond
en ruimte bood om voor groepen van gevallen bij ministeriële regeling tegemoet te
kunnen komen aan onbillijkheden van overwegende aard. Deze bevoegdheid is vergelijkbaar
met de hardheidsclausule uit de AWR. Voorts is een hardheidsclausule opgenomen in
de Wet hersteloperatie toeslagen die op 5 november 2022 in werking is getreden.3
Met de wet verbetering uitvoerbaarheid Toeslagen zijn per 2021 enkele wijzigingen
doorgevoerd met het doel om de Dienst Toeslagen in staat te stellen meer maatwerk
aan toeslaggerechtigden te bieden en de zogenoemde praktische rechtsbescherming te
vergroten. Het gaat onder meer om de mogelijkheid van het matigen van een terugvordering
bij bijzondere omstandigheden. Met de wetswijziging wordt een discretionaire bevoegdheid
gegeven aan de Dienst Toeslagen om een lager bedrag terug te vorderen. Deze maatregel
levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het in de praktijk brengen van de menselijke
maat.
Invorderingswet 1990
De Invorderingswet 1990 (IW 1990) kent op dit moment nog geen hardheidsclausule. In
de kabinetsreactie op het rapport Ongekend Onrecht van de POK is – onder meer – aangekondigd
dat, in lijn met de motie van de leden Ploumen en Klaver4 en de motie van het lid Van Brenk5, de introductie van een hardheidsclausule in de IW 1990 wordt onderzocht.6 In de brief van 25 maart 2022 hebben wij uw Kamer geïnformeerd dat het onderzoek
naar de introductie van de hardheidsclausule in de IW 1990 samen wordt opgepakt met
de heroverweging van de Wet Stroomlijnen.7 Hierna is uw Kamer op 31 oktober 2022 geïnformeerd over de voortgang hiervan. Hierbij
is onder meer aangegeven dat keuzes bij de uitwerking van de invorderingsstrategieën
(mede)bepalend zijn voor de keuzes bij de heroverweging van de Wet Stroomlijnen.8 In deze brief is de verwachting uitgesproken dat de heroverweging van de Wet Stroomlijnen
binnen drie maanden na de afronding en uitwerking van de herijking van de invorderingsstrategie
aan uw Kamer kan worden toegestuurd. Op 23 december 2022 hebben wij uw Kamer de invorderingsstrategieën
van de Belastingdienst en Toeslagen toegestuurd.9 Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van de herijking van de invorderingsstrategieën.
In de tussentijd wordt overigens gekeken waar zaken al verbeterd kunnen worden. Zo
is het bijvoorbeeld met ingang van 1 juli 2021 mogelijk gemaakt om te verzoeken om
vijf jaar renteloos uitstel van betaling voor een aanslag erfbelasting dan wel een
aanslag die tot de nalatenschap van een natuurlijk persoon behoort, als betaling van
de belastingaanslag binnen de wettelijke termijn tot een schrijnende situatie zou
leiden.10
In de eerder genoemde kabinetsreactie op de POK is ook toegezegd dat de IW 1990 wordt
herijkt om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte is om rekening te houden met omstandigheden
van mensen.11 Op 31 oktober 2022 hebben wij uw Kamer de uitkomsten van de herijking van de IW 1990
doen toekomen. Uit het onderzoek is gebleken dat de IW 1990 in principe voldoende
ruimte biedt om rekening te houden met de omstandigheden van mensen.12
De invulling van deze wettelijke ruimte door de Belastingdienst vergt nadere keuzes
die mede afhankelijk zijn van de mogelijkheden binnen de uitvoering. De Belastingdienst
heeft invulling gegeven aan de wettelijke ruimte met beleidsregels in de Leidraad
Invordering 2008 (LI 2008). De ontvanger van de Belastingdienst handelt in overeenstemming
met deze beleidsregels. In deze beleidsregels wordt – en werd ook al voor de POK –
rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden.13 Een beleidsregel dient zelf te voldoen aan het evenredigheidsbeginsel.14 De LI 2008 biedt voorts expliciet de ruimte om ten gunste van mensen van deze beleidsregels
af te wijken, wanneer toepassing van de beleidsregels voor één of meer belanghebbenden
gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding
tot het doel. Deze al langer bestaande beleidsmatige ruimte heeft recent een prominentere
plaats in de LI 2008 gekregen om het belang te onderstrepen.15
Ondanks de wettelijke ruimte en de mogelijkheid om van beleidsregels te kunnen afwijken
zou een hardheidsclausule in de IW 1990 een toevoegging zijn en een extra waarborg
bieden. Gezien de constatering dat een hardheidsclausule in de IW 1990 een aanvulling
is en de tijd die de verdere uitwerking van de invorderingsstrategieën vraagt, zullen
wij onderzoeken of de introductie van de hardheidsclausule in de IW 1990 al in een
wetstraject kan mee lopen, vooruitlopend op de afronding van de heroverweging van
de Wet Stroomlijnen.
Douane
Zowel de Europese douanewetgeving (het DWU) als de nationale wetgeving (ADW) kent
geen aparte hardheidsclausules. Er zijn wel diverse bepalingen in het DWU waarbij
op grond van «bijzondere omstandigheden» (en onder strikte voorwaarden) of gerechtvaardigde
redenen van de formele termijnen/voorwaarden kan worden afgeweken.
Tot slot
Het kabinet hecht er belang aan dat uitvoerders rekening kunnen houden met de omstandigheden
van mensen en tracht te voorkomen dat wet- en regelgeving in individuele gevallen
onevenredig hard uitpakken. Een hardheidsclausule is een van de instrumenten die hiervoor
ingezet kan worden. Bovenstaand is toegelicht dat reeds een hardheidsclausule is opgenomen
in de AWR en de Awir en dat er onderzoek wordt gedaan om deze op te nemen in de IW
1990. Wij hopen u hiermee het gewenste inzicht te hebben verschaft.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.