Brief regering : Maatregelen over het weren van apps op mobiele devices van rijksambtenaren
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
30 821
Nationale Veiligheid
Nr. 984
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2023
Op 2 februari 2023 zijn er schriftelijke vragen gesteld door het lid Dekker-Abdulaziz
(D66) over de mogelijkheid om de Chinese applicatie TikTok te weren op mobiele devices
van medewerkers van de rijksoverheid. In het debat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid op 15 februari jl. (Kamerstuk 26 643, nr. 982) heb ik toegezegd nader onderzoek te doen. Er is in dat debat ook door enkele partijen
gevraagd of Nederland niet net als de Verenigde Staten een verbod voor gebruik door
ambtenaren moet instellen vanwege het potentieel hoge veiligheidsrisico. Sinds het
debat hebben de Europese Commissie, Raad van de Europese Unie, en het Europees Parlement
het gebruik van TikTok opgeschort. In deze brief zal ik ingaan op het uitgevoerde
onderzoek, en aangeven welk beleid ik hierop ga volgen. Ook zijn de antwoorden op
de schriftelijke vragen bijgevoegd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1939), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Onderzoek veiligheidsrisico’s
Op basis van de vragen van de Kamer is aan de AIVD gevraagd een advies te geven. De
conclusie daarvan is dat het gebruik en de aanwezigheid van mobiele telefoons en de
daarop geïnstalleerde applicaties te allen tijde een inherent spionagerisico vormen.
Het is daarom raadzaam altijd een grondige afweging plaats te laten vinden tussen
de noodzaak van het installeren van een bepaalde applicatie enerzijds en het daarbij
behorende risico anderzijds. Gebruik van apps van bedrijven uit landen met een offensief
cyberprogramma door ambtenaren in dienst van de rijksoverheid1 verhoogt dit risico. Voorbeelden van landen met een dergelijk offensief cyberprogramma
zijn Rusland, China, Iran en Noord-Korea.
Het overgaan op apparaten die door de werkgever beheerd worden is een meer structurele
oplossing voor dit risico. De beschouwing van de AIVD, die de basis was voor verder
interdepartementaal onderzoek, is ter informatie toegevoegd als bijlage bij deze brief.
In algemene zin hebben applicaties vaak toegang tot alle gegevens van de mobiele telefoon.
Apps vragen hier veelal via de gebruikersvoorwaarden vooraf toestemming voor. De gebruiker
kan ook zelf informatie toevoegen. Er kan daarbij gedacht worden aan persoonsgegevens
van de gebruiker zoals contactgegevens, bestanden zoals foto’s, of contacten van de
gebruiker. Maar ook aan gegevens over het specifieke apparaat en de netwerken die
gebruikt worden. In specifieke gevallen worden toetsaanslagen van gebruikers onderschept.
Er is in mijn onderzoek ook nauw contact geweest met een aantal partnerlanden in de
EU en de Europese Commissie, over hun inschattingen en hun beleidskeuzes voor wat
betreft apps op mobiele apparaten in gebruik door hun overheidsambtenaren. Hieruit
komt het beeld naar voren dat landen verschillende keuzes maken, maar dat veel landen
maatregelen hebben genomen ter beveiliging van telefoons van hun ambtenaren. Enkele
landen hebben gekozen voor een specifiek verbod op TikTok, een aantal landen ontraadt
of verbiedt in meer generieke zin het gebruik van apps van bedrijven uit bepaalde
landen vanwege de inherente risico’s. Een aantal landen heeft aangegeven dat zij ervoor
gekozen hebben hun mobiele apparaten zo in te richten, dat enkel vooraf toegestane
apps geïnstalleerd en gebruikt kunnen worden. We volgen ook de ontwikkelingen buiten
de Europese Unie. Daarbij hebben we kennis genomen van het verbod dat het Verenigd
Koninkrijk als voorzorgsmaatregel heeft ingesteld voor TikTok op overheidsapparatuur,
toewerkend naar een versterking van het beleid rondom apps van derde partijen. Ook
worden de maatregelen en stappen die de Verenigde Staten zetten gevolgd, waar bijgevoegde
vragen ook al aan refereren.
Beleid voor de rijksoverheid
In het licht van de hierboven genoemde risico’s en de beschouwing van de AIVD acht
ik het nodig om aanvullende stappen op het gebied van veiligheid van mobiele apparaten
bij de rijksoverheid te zetten. De eerste stap is het per direct aan ambtenaren in
dienst van de rijksoverheid ontraden om apps geïnstalleerd te hebben en te gebruiken
op hun mobiele werkapparatuur van bedrijven uit landen met een offensief cyberprogramma
tegen Nederland en/of Nederlandse belangen. Om ambtenaren in dienst van de rijksoverheid
hierover goed te informeren zal op korte termijn communicatie worden ontwikkeld.
Tegelijk zal op korte termijn worden toegewerkt naar een situatie waarbij mobiele
apparaten, uitgereikt aan ambtenaren in dienst van de rijksoverheid, zo zijn ingericht
dat er alleen vooraf toegestane apps, software en/of functionaliteiten kunnen worden
geïnstalleerd en gebruikt. Het worden dan in zijn geheel zogeheten «managed apparaten», waarvoor is bepaald welke apps daarop kunnen worden geïnstalleerd en gebruikt door
de gebruiker. Apps van bedrijven uit landen met een offensief cyberprogramma tegen
Nederland en/of Nederlandse belangen zullen dan niet toegestaan worden. Ik wil dit
beleid zo snel als mogelijk ingericht hebben, in samenwerking met de «shared service organisaties» (SSO’s) die deze mobiele apparaten beheren. Daarbij bezie ik ook het bring your own device beleid dat door onderdelen van de rijksoverheid wordt gehanteerd.
Uitzondering op de bovenstaande maatregelen geldt wanneer een dergelijke applicatie
nodig is of kan zijn voor het uitoefenen van een primaire taak van een rijksorganisatie.
Hierbij kan worden gedacht aan inspectie en toezicht, opsporingsonderzoek of inlichtingenbelang.
Deze uitzondering zal in samenwerking met de departementen de komende periode verder
worden uitgewerkt.
Appgebruik in de samenleving
Deze brief heeft zich tot nu gericht op risico’s voor de rijksoverheid. Apps worden
ook door andere overheden en vooral ook door burgers, waaronder kinderen, gebruikt.
Het is belangrijk om het bewustzijn over gegevensverwerking door dit soort apps te
verhogen. Daarom gaat het kabinet hier de komende periode op inzetten. Voor de zomer
komen wij hier bij uw Kamer op terug.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties