Brief regering : Reactie op verzoek commissie over juridisch adviezen bij de brief over omgang met vertrouwelijke politieke contacten
28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2023
Op 20 december 2022 zond ik uw Kamer een brief over de omgang met vertrouwelijke politieke
contacten.1 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij op 20 januari 2023 verzocht
om de juridische adviezen die aan deze brief ten grondslag liggen met uw Kamer te
delen.
In reactie op dit verzoek kan ik melden dat de ambtelijke advisering – inclusief de
juridische aspecten – die ik in de aanloop naar de verzending van voornoemde brief
heb ontvangen van de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van mijn ministerie,
is opgenomen in een beslisnota met daarbij een concept van de brief zelf. De brief
bevat de onderbouwing voor het daarin ingenomen kabinetsstandpunt. Zowel de beslisnota2 als de brief heeft uw Kamer reeds ontvangen. Er zijn ten behoeve van deze brief geen
andere (juridische) adviezen opgesteld op mijn ministerie. Ook zijn geen externe adviezen
ingewonnen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.