Brief regering : Stand van zaken inframarginale elektriciteitsheffing
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 395
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2023
Met de brief van 30 november 2022 (Kamerstukken 29 023 en 22 112, nr. 361) heb ik samen met de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,
uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van het tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten
van elektriciteitsproducenten volgens Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober
2022 (hierna: de Verordening) betreffende een noodinterventie in verband met de hoge
energieprijzen. Met deze brief wil ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van
Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, een stand van zaken geven. Ik ga hieronder
kort in op de uitwerking in een wetsvoorstel, de evaluatie en consultatie van de Europese
Commissie, het hoger vrijgesteld bedrag voor biogas en op een bijstelling van de geraamde
opbrengst.
Uitwerking in wetsvoorstel
In de brief van 30 november 2022 is aangegeven dat het kabinet werkt aan een voorstel
voor een zelfstandige uitvoeringswet voor deze tijdelijke heffing. Inmiddels is de
internetconsultatie over de «Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing»
gesloten. Er zijn 45 reacties ontvangen. Daarnaast zijn er ook uitvoeringstoetsen
uitgevoerd door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), de Autoriteit Consument &
Markt (ACM), de Belastingdienst (BD) en het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).
Ik verwacht die van de Raad voor de rechtspraak binnenkort te ontvangen. In een consultatieverslag
en in de toelichting op het wetsvoorstel zullen deze worden samengevat en op hoofdlijnen
van een reactie voorzien. De volgende stap in het proces is om het wetsvoorstel, na
behandeling door de ministerraad, voor advies aan te bieden aan de Afdeling advisering
van de Raad van State.
Consultatie en evaluatie Europese Commissie
In de brief van 30 november 2022 is aangegeven dat de inframarginale elektriciteitsheffing
van toepassing is in de periode 1 december 2022 tot en met 30 juni 2023. In de Verordening
is een bepaling opgenomen waarmee de Europese Commissie uiterlijk 30 april 2023 de
regeling evalueert en eventueel voorstellen kan doen over de toepassingsperiode van
de Verordening, waarmee ook een verlenging van de heffingsperiode tot de mogelijkheden
behoort. Zoals gemeld in de Kamerbrief van 13 februari 2023 heeft de Europese Commissie
een consultatie geopend over de elektriciteitsmarkt. In de consultatie was de inframarginale
elektriciteitsheffing één van de onderwerpen. Het kabinet heeft een reactie gegeven
op de consultatie. Voor wat betreft de inframarginale elektriciteitsheffing heeft
het kabinet gewezen op de complexiteit van implementatie, de impact van de heffing
op de markt en de gewijzigde context bij gedaalde elektriciteitsprijzen ten opzichte
van de elektriciteitsprijzen die golden bij de totstandkoming van de Verordening.
De reactie wordt middels de EZK EU-kwartaalrapportage consultaties met u gedeeld.
Hoger vrijgesteld bedrag voor elektriciteit opgewekt uit gasvormige biomassa (biogas)
Op 21 februari 2023 is in antwoorden op vragen van het lid Bontenbal (CDA) aangegeven
dat voor gasvormige biomassa (biogas) een hoger vrijgesteld bedrag zal gelden van
€ 285 / MWh, in plaats van het huidige plafond van € 240 / MWh (Aanhangsel Handelingen
II 2022/23, nr. 1632). Met het hogere vrijgesteld bedrag wordt beter aangesloten bij het vrijgesteld bedrag
dat voor gasvormige biomassa geldt in Duitsland en België en bij Duits onderzoek naar
deze sector. Met deze wijziging wordt geborgd dat biogas-WKK’s niet minder elektriciteit
produceren als direct gevolg van de inframarginale elektriciteitsheffing, wat een
onwenselijke situatie zou zijn. Het plafond van € 240 / MWh zal blijven gelden voor
vaste biomassa. Voor nadere informatie verwijs ik naar de beantwoording van de kamervragen.
Deze wijziging van het vrijgesteld bedrag voor gasvormige biomassa is niet noodzakelijkerwijs
de enige wijziging naar aanleiding van de internetconsultatie en toetsen van de wet.
Gezien het belang om de sector zo snel mogelijk van duidelijkheid te voorzien, de
inframarginale elektriciteitsheffing wordt met terugwerkende kracht ingevoerd, kies
ik ervoor om deze wijziging zo snel mogelijk bekend te maken.
Bijstelling geschatte opbrengst
In de brief van 30 november 2022 was aangegeven dat het Centraal Planbureau zou worden
gevraagd een raming op basis van het wetsvoorstel te certificeren voordat deze bij
de Tweede Kamer wordt ingediend. In het Centraal Economisch Plan 2023 van het CPB
van 9 maart 2023 wordt een actuele raming van de opbrengst van de inframarginale elektriciteitsheffing
opgenomen. Deze raming is nog onderhanden, maar zal uitkomen op € 0,1–0,2 miljard.
Dit is een forse daling van de geraamde opbrengsten van € 1,8 miljard die in de Kamerbrief
van 30 november 2022 werden opgenomen.
De belangrijkste oorzaak van deze daling is dat de elektriciteitsprijzen zijn gedaald,
waardoor er veel minder sprake is van omzet die boven het vrijgestelde plafond van
de heffing ligt. Er wordt door de lagere prijzen dus minder omzet afgeroomd. Deze
veel lagere prijzen zijn goed nieuws voor de burgers en bedrijven, die de kosten voor
elektriciteit zullen zien dalen.
Eind november 2022 waren de elektriciteitsprijzen voor levering in de maanden december
2022 tot en met juni 2023 gemiddeld nog rond de € 330 / MWh. In de maand december
2022 was de gemiddelde elektriciteitsprijs op de dagvooruitmarkt € 259 / MWh en in
januari 2023 € 126 / MWh. Voor de komende maanden februari tot en met juni 2023 zijn
de prijzen op dit moment vergelijkbaar met die van januari 2023. De inframarginale
elektriciteitsheffing vindt pas plaats boven het vrijgesteld bedrag van minimaal € 130
/ MWh. De elektriciteit kan niettemin op andere momenten verkocht zijn of nog worden
verkocht.
In de raming van de opbrengst van de inframarginale heffing worden de daadwerkelijke
inkomsten van de elektriciteitsproducenten geschat, onder andere rekening houdend
met wanneer ze kunnen produceren (profieleffect) en de wijze en moment waarop ze hun
elektriciteit die ze in de maanden december 2022 tot en met juni 2023 produceren verkocht
hebben (hedges). Aangezien de raming heel gevoelig is voor de elektriciteitsprijs
en het verleden heeft laten zien dat deze binnen korte tijd sterk kan fluctueren,
blijft de geschatte opbrengst van de raming zeer onzeker.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Indieners
-
Indiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie