Brief regering : Actuele situatie alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) en contactpersoon kind
27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers
Nr. 132
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2023
Op 26 augustus 2022 is uw Kamer geïnformeerd over de bestuurlijke en politieke afspraken
die perspectief moeten bieden voor structurele verbetering van de doorstroom in de
migratieketen.1 Met deze brief informeer ik u over de actuele situatie opvang en doorstroom van de
alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) en een toelichting op de verlenging
van de maatregel van 17 jaar en 9 maanden. Tot slot komt de stand van zaken motie
van de leden Kröger en Piri aan de orde.
Stand van zaken opvang amv
De ontwikkelingen op het terrein van asielmigratie volgen elkaar in een hoog tempo
op. Hoewel het op dit moment lukt om iedereen met een daartoe strekkend recht op te
vangen, moet ik concluderen dat de situatie broos is, met name in het geval van amv.
Het lukt niet om alle amv op te vangen op de gewenste plek. Om die reden zetten het
COA en Nidos zich onvermoeibaar in om meer opvangplekken te realiseren. Dat kunnen
zij echter niet alleen.
De opvangsituatie voor amv is reden tot grote zorg, het betreft hier immers een kwetsbare
groep. Er is sinds de zomer van 2022 sprake van een aanhoudende hoge instroom van
amv2, waardoor de opvangcapaciteit bij het COA in het hele land overbezet is (bezettingsgraad
van 99%). In de afgelopen periode zijn door zowel het COA als Nidos aanvullende maatregelen
getroffen om Ter Apel zoveel als mogelijk te ontzien.
Bij Nidos is de beschikbare capaciteit reeds volledig benut en is al geruime tijd
sprake van een wachtlijst. Dit betreft op dit moment ca. 150 minderjarigen met een
status, die moeten wachten voordat zij door kunnen stromen vanuit het COA naar Nidos.
Daarmee is voor Nidos ook nog altijd een acute behoefte aan meer opvangplekken.
Gemeenten gaven in het verleden aan terughoudend te zijn met het realiseren van nieuwe
opvangplekken voor amv wegens de grote (financiële) druk die de intensieve zorg en
begeleiding van ex-amv op jongerenhuisvesting en sociale voorzieningen legt. Inmiddels
is financiële dekking voor verlengde opvang en begeleiding voor ex-amv mogelijk gemaakt,
desondanks heeft dit nog niet geleid tot meer bereidheid bij gemeenten voor het realiseren
van meer amv-plekken.
Zo is in oktober 2022 een concrete uitvraag gedaan naar 25–30 eengezinswoningen per
provincie, met als doel deze in te zetten als kleinschalige wooneenheden voor amv
met een status. Dit heeft tot op heden nog niet geleid tot meer amv-plekken. Er is
nog altijd sprake van een zeer urgente situatie waar, gelet op de beperkte aanwas
van nieuwe opvangplekken voor zowel COA als Nidos, geen uitzicht is op een definitieve
oplossing. Daarnaast is de verwachting dat de instroom van amv de komende periode
aan zal houden en zelfs zal toenemen. Zowel COA als Nidos staan voor een enorme uitdaging
om te kunnen voorzien in capaciteitsbehoefte voor deze doelgroep.
Gelet op het voorgaande is het helaas noodzakelijk gebleken om de maatregel voor amv
vanaf 17 jaar en 9 maanden te verlengen. Hiertoe het volgende.
Op 1 november jl. is de maatregel in gegaan om amv vanaf 17 jaar en 9 maanden die
op dat moment met verblijf in de amv-opvang van het COA, vervroegd door te laten stromen
naar reguliere opvangplekken. Daarnaast is besloten om amv die 17 jaar en 9 maanden
zijn op het moment van instroom vervroegd door te plaatsen.3 Deze maatregel was voorzien voor een periode van 4 maanden en loopt af op 1 maart
2023.4 In het commissiedebat van 15 december jl. heb ik uw Kamer beloofd u te informeren
over deze maatregel en de vraag of deze maatregel vervroegd teruggedraaid kan worden.
Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Mede dankzij deze maatregel is de druk op de amv-opvang de afgelopen drie maanden
enigszins afgenomen ten opzichte van de piekmaanden daarvoor. Hoewel het de inzet
was om deze maatregel eerder terug te draaien, is dat tot op heden niet mogelijk gebleken.
Sinds de invoering van de maatregel zijn ca. 270 amv van 17 jaar en 9 maanden door-
en ingestroomd in de reguliere opvang. Op basis van de aanhoudende druk op de amv-opvang
en de verwachte toename van de instroom is het noodzakelijk deze maatregel te verlengen.
Nidos heeft bij mij hun bezwaren kenbaar gemaakt tegen deze maatregel net als zij
dat ook bij de eerdere maatregel gedaan hebben. Het feit dat deze maatregel nog steeds
noodzakelijk is betreur ik ten zeerste en het verlengen van deze maatregel is dan
ook geen besluit dat ik lichtvaardig neem. Gelet op de huidige situatie en de prognoses
acht ik het invoeren van deze maatregel echter wenselijker dan het alternatief, te
weten deze amv’s opvangen in overvolle amv-locaties of in het uiterste geval zelfs
helemaal niet meer kunnen opvangen in amv-locaties.
De verlenging ziet op 6 maanden, echter continu zal worden bezien of het mogelijk
is dit eerder terug te draaien. Hierbij is het van het grootste belang dat aanzienlijk
meer opvangplekken voor amv gerealiseerd worden.
Motie Kröger/Piri
Op 22 december jl. hebben de leden Kröger en Piri een motie ingediend waarin is verzocht
om voor elke opvanglocatie, inclusief de noodopvangvoorzieningen, een speciaal aangewezen
contactpersoon kind aan te stellen. Een persoon die verantwoording aflegt over de
activiteiten, het welzijn en de veiligheid van kinderen op de desbetreffende locatie.5 In deze brief zet ik uiteen op welke wijze opvolging gegeven wordt aan deze motie.
Het COA spant zich reeds in om net als op elke reguliere locatie, op elke noodlocatie
een contactpersoon kind aan te stellen. Gelet op de huidige arbeidsmarkt is het niet
mogelijk om te garanderen dat dit voor elke locatie lukt. Een contactpersoon kind
heeft oog voor het welzijn en de veiligheid van kinderen, het aanbod van (speel)activiteiten
en monitort dit ook. Het ontbreken van een contactpersoon kind op een locatie betekent
niet dat er geen aandacht voor het voornoemde is. Alle medewerkers op een locatie
alsmede de eigen ouders hebben vanzelfsprekend oog voor welzijn en veiligheid van
kinderen.
De motie van de leden Kröger en Piri zie ik dan ook vooral als aansporing om de reeds
bestaande inzet om op elke locatie een contactpersoon kind aan te stellen verder voort
te zetten.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid