Brief regering : Resultaten van de Nationaal OV Beraad (NOVB)-conferentie d.d. 16 februari 2023
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 788
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2023
Uw Kamer is op 31 januari jl. geïnformeerd over het geplande OV-aanbod in 2023 met
daarbij een doorkijk naar de bestuurlijke conferentie van het Nationaal OV Beraad
(NOVB) op 16 februari1. Deze conferentie stond in het teken van urgente uitdagingen rondom de beschikbaarheid
en betaalbaarheid van ons openbaar vervoer, als duurzame mobiliteitsvorm. Het NOVB
had voor de conferentie reizigersorganisaties, vervoersbedrijven, decentrale overheden
en ministeries uitgenodigd. Met deze brief informeer ik u over deze bijeenkomst en
de gesprekken die daar zijn gevoerd.
Terugblik en uitdagingen OV-sector
We hebben in Nederland toegankelijk, betrouwbaar en betaalbaar openbaar vervoer. We
werken in de OV-sector steeds aan verbeteringen voor de reiziger, waarbij het OV onderdeel
is van het bredere mobiliteitssysteem. Zo willen we dat Nederlanders een goede reis
van deur tot deur kunnen maken, waar het OV onderdeel van is. Mobiliteit maakt banen
en activiteiten nationaal en internationaal bereikbaar waardoor mensen kunnen meedoen
in de maatschappij. Mobiliteit verbindt nieuwe en bestaande woongebieden en draagt
bij aan sociale cohesie. Het openbaar vervoer levert daarbij als duurzame vorm van
mobiliteit ook een bijdrage aan de duurzame ambities van het kabinet, zoals t.a.v.
stikstof en klimaat.
De pandemie heeft de forse groei van het OV-gebruik vertraagd. Voor de lange termijn
wordt nog steeds een verdubbeling van het OV-gebruik verwacht richting 2030 tot 2040.
Mede daarom hebben we het OV de afgelopen jaren op peil gehouden met de beschikbaarheidsvergoeding
en transitievergoeding van het rijk, de blijvende bijdragen van de decentrale overheden
en de inzet van vervoerders en de medewerkers in het OV. Met de beschikbaarheidsvergoeding
ontving de OV-sector in totaal € 3,6 miljard (2020 – 2022). Voor 2023 is er een gezamenlijk
transitievangnet met de decentrale overheden afgesproken, waarbij het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat maximaal € 150 miljoen beschikbaar stelt voor een transitievergoeding
OV 2023. Dit is bovenop de reguliere subsidies uit Rijks- en decentrale middelen ten
behoeve van de exploitatie en infrastructuur. Het gezamenlijke vangnet is bedoeld
om de transitie naar het «nieuwe normaal» te faciliteren. Voor de periode na 2023
is het noodzakelijk dat de sector een nieuw evenwicht bereikt tussen kosten en inkomsten
en daarbij ook creatieve oplossingen zoekt voor het inrichten van het OV-aanbod en
het inspelen op veranderde reispatronen na corona.
Uitkomsten bestuurlijke conferentie 16 februari
In het huidige transitiejaar speelt een aantal uitdagingen in de OV-sector waardoor
de gezamenlijke wens om het OV-aanbod weer te laten groeien en te verbeteren voor
de reizigers onder druk staat. De reizigers(inkomsten) keren minder snel terug dan
verwacht en het OV heeft – net als andere sectoren – last van personeelstekorten en
fors stijgende kosten voor energie (als gevolg van de oorlog in Oekraïne), personeel
en materieel. Tijdens de conferentie zijn gedeelde zorgen uitgesproken over deze problematiek.
Vanuit het belang van het OV voor (duurzame) mobiliteit zijn er tijdens de conferentie
gesprekken gevoerd over het aantrekkelijker maken van het OV voor de reiziger en de
mogelijkheden om de kosten van het OV-systeem te beperken. De impact van het personeelstekort
op het aanbod en de kwaliteit was tijdens de conferentie een aandachtspunt. Onderstaand
worden verschillende acties toegelicht aan de hand van de thema’s: aantrekkelijk OV,
kosten bij vervoerders en OV-personeel. De decentrale overheden hebben binnen deze
thema’s een voorstel gedaan voor een samenhangend pakket aan maatregelen, de vervoerders
deden suggesties voor innovatieve maatregelen. Afgesproken is om samen aan de slag
te gaan en de maatregelen verder uit te werken. Reizigersvereniging Rover heeft daarbij
op de conferentie het initiatief genomen om te komen tot een taskforce die het brede
maatschappelijke perspectief moet gaan aanjagen. We bespreken dit verder in het NOVB.
Aantrekkelijk OV voor de reizigers
De eerste stap is om de «basis op orde» te houden, te denken aan de kwaliteit van
het openbaar vervoer en de omvang van de dienstregeling. Tijdens de conferentie is
besproken welke mogelijkheden er zijn om reizigersinkomsten versneld te laten herstellen.
Ik heb de vervoerders gevraagd een voorstel te ontwikkelen voor een landelijk ticket
waarbij een (tijdelijk) verlaagd tarief extra reizigers moet winnen en een impuls
te bieden voor het OV-gebruik. De verwachting is dat de kosten voor een dergelijk
ticket voor vervoerders en overheden hoog zijn, om deze voldoende aantrekkelijk te
laten zijn voor de reiziger. Waarbij belangrijk is te noemen dat de financiële ruimte
beperkt is. De vervoerders doen het voorstel naast de reeds bestaande inzet en campagnes
om reizigers terug te winnen voor het OV. Zo kijken de vervoerders ook naar andere,
nieuwe tickets die inspelen op de veranderde reispatronen na de pandemie. Het nieuwe
betaalsysteem OV-pay geeft daarbij extra mogelijkheden. Vervoerders gaan daarnaast
gezamenlijk mogelijke verbeterpunten inventariseren ten aanzien van studentenreisproduct
en zullen deze betrekken in de gesprekken met het Ministerie van Onderwijs Cultuur
en Wetenschap.
Naar aanleiding van de motie van de leden Romke de Jong en Van Ginneken2 zijn de fiscale regels met betrekking tot het OV geanalyseerd en hebben er al gesprekken
plaatsgevonden met sociale partners. Hieruit komt de wens om de fiscale regels te
stroomlijnen. Hierover vindt op korte termijn nader overleg plaats tussen het Ministerie
van Financiën, de OV-sector en mijn ministerie. Het Ministerie van Financiën verwacht
uw Kamer voor 1 april te informeren over de uitkomsten, conform de motie.
Tijdens de conferentie is daarnaast afgesproken te streven naar een verbeterde doorstroom
voor de bus en de tram. Met versnellingsmaatregelen en vermindering van verstoringen
tijdens de reis kunnen dienstregelingen worden geoptimaliseerd, reizigers sneller
aankomen op de bestemming en kostenstijgingen door vertragingen worden voorkomen,
dit voornemen wordt in het NOVB nader uitgewerkt. Verder gaan de regionale vervoerders
en NS inventariseren waar verdere optimalisaties tussen verschillende concessiegebieden
mogelijk zijn, voor het comfort voor de reiziger en een effectieve inzet van personeel
en materieel. Hierbij wordt ook gekeken naar de samenhang tussen OV en doelgroepenvervoer,
waar de gemeentes verantwoordelijk voor zijn.
Kosten bij vervoerders
Het OV-systeem is qua omvang van personeel en materieel op dit moment ingericht op
de piekmomenten van de spits. Het beter spreiden van de reizigers over de dag en de
verschillende dagen van de week voorkomt drukte en leidt uiteindelijk tot lagere kosten
bij vervoerders. Daarom wordt er gestreefd naar afspraken tussen (publieke) werkgevers
en onderwijsinstellingen die het OV-gebruik en reizen buiten de spits actief stimuleren.
Vervoerders springen hierop in door voorstellen voor tariefdifferentiatie te ontwikkelen
om zo ook de spreiding van het OV-gebruik over de dag te stimuleren. Ik moedig dit
uiteraard van harte aan. Tijdens de conferentie is ook de mogelijkheid besproken om
binnen concessiegebieden OV en andere stromen van (kleinschalig) vervoer meer op elkaar
af te stemmen zodat reizigers flexibeler bediend kunnen worden en kosten kunnen worden
bespaard. In een aantal regio’s van Nederland is het een uitdaging om het «klassieke»
collectief openbaar vervoer, met name de bus, betaalbaar en toekomstbestendig te houden.
Er is daarom steeds meer behoefte aan flexibele concepten van vervoer. Om de kwaliteit
te behouden en de kosten voor de overheden en de reizigers beheersbaar te houden,
is het belangrijk om bestaande vervoersystemen op elkaar af te stemmen. Uitgangspunt
is daarbij: niet meer naast elkaar, maar met elkaar samen. Om de kosten terug te dringen
worden op regionaal niveau de mogelijkheden onderzocht voor het terugleveren van energie
of het openstellen van laadinfrastuctuur tijdens daluren.
Er is tijdens de conferentie ook gesproken over de indexaties van middelen die het
rijk beschikbaar stelt voor de decentrale overheden, waaronder de middelen voor het
openbaar vervoer. De sector heeft aangegeven dat de indexaties van deze inkomstenbronnen
lager zijn dan de huidige kostenstijgingen. De concessie verlenende decentrale overheden
hebben gevraagd om een volledige indexering van de BDU Verkeer en Vervoer in de periode
2023–2030 als bijdrage in de kostenstijgingen van de sector. Ik ga met dit signaal
op korte termijn aan de slag. U wordt hierover geïnformeerd via het reguliere begrotingsproces.
Ik geef momenteel ook uitvoering aan de motie van het lid Bouchallikh en De Hoop door
met de sector in kaart te brengen welke impact de energiecrisis heeft op het openbaar
vervoer en over de eventuele mogelijkheden die het kabinet ziet voor compensatie van
hoge energielasten3. De impact van de energielast en de lopende inventarisatie is besproken tijdens de
conferentie.
OV-personeel
In het licht van de personeelstekorten en recente stakingen is het van belang in te
zetten op extra personeel voor de gehele OV-sector. Vervoerders onderstrepen dit belang
en bespreken met elkaar hoe zij voldoende personeel kunnen aantrekken om voor de reiziger
een volwaardige dienstregelingen te kunnen rijden. Om de wervingspoule te verbreden
is het voor vervoerders sinds kort mogelijk om Engelssprekend personeel aan te nemen.
Vervoerders zullen in 2023 zorgdragen dat het OV ook is ingericht op Engelssprekend
personeel voor de inzetbaarheid van dit personeel.
Verder hecht ik er waarde aan te benoemen dat naast vertegenwoordigers van de reizigersorganisaties,
ook vertegenwoordigers van de werknemers waren uitgenodigd voor de conferentie. Ook
met hen had ik tijdens de conferentie graag het gesprek gevoerd over verbeteringen
van ons openbaar vervoer. Tegelijk lopen er op dit moment onderhandelingen tussen
de werkgevers in het streekvervoer en de vakbonden over een nieuwe cao. Om het gesprek
over de cao-onderhandelingen en de thematiek van de conferentie niet te vermengen
hebben de vakbonden niet deelgenomen. Uiteraard hoop ik dat de werkgevers en de (vertegenwoordigers
van) werknemers snel tot goede afspraken komen en snel een nieuwe CAO wordt afgesloten.
Tot slot
Op de conferentie hebben alle partijen hun vertrouwen uitgesproken in de kracht van
het Nederlandse openbaar vervoeren de mooie toekomst daarvan. Er heeft een open gesprek
plaatsgevonden over de actuele uitdagingen in het OV en de oplossingen die nodig zijn
om die toekomst te bereiken. De OV-sector ziet veel kansen om het OV haar vitale rol
als duurzame mobiliteitsvorm op de lange termijn te kunnen laten voortzetten. Aan
de hand van de uitkomsten van de conferentie wordt in de komende maanden verder gesproken.
Er is met de deelnemers van de conferentie dan ook afgesproken op korte termijn opnieuw
bij elkaar te komen en de oplossingen verder uit te werken.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat