Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Omtzigt, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 7 februari 2023, over het bedrijf Uber
31 066 Belastingdienst
Nr. 1171 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2023
Bij de Regeling van Werkzaamheden van dinsdag 7 februari 2023 (Handelingen II 2022/23,
nr. 49, Regeling van Werkzaamheden) heeft het lid Omzigt mij verzocht om een brief
over de vraag of ik vooraf wist wat het Openbaar Ministerie (OM) ging besluiten inzake
een strafrechtelijk onderzoek naar het bedrijf Uber.
In Nederland beslist het OM zelfstandig en onafhankelijk over het al dan niet overgaan
tot vervolging. Een beslissing van het OM terzake was mij tijdens mijn bezoek in 2016
dan ook niet bekend. In een voorbereidend fiche voor een gesprek met de CEO van Uber
tijdens mijn reis naar San Francisco in 2016 is enkel een verwachting opgenomen over
de opstelling van het OM inzake de vervolging van Uber.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister-president