Brief regering : Implementatie vier maatregelen zevende Nederlandse Actieprogramma Nitraatrichtlijn
33 037 Mestbeleid
Nr. 489
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2023
Vandaag zijn vier maatregelen uit het zevende Nederlandse Actieprogramma betreffende
de Nitraatrichtlijn (2022–2025) (Kamerstuk 33 037, nr. 431) (hierna: 7e Actieprogramma) gepubliceerd in respectievelijk het Staatsblad en de
Staatscourant. Deze maatregelen treden morgen, 15 februari 2023, in werking. Het betreft:
– Verruimen van de uitrijdperiode strorijke mest;
– Verkorten uitrijdperiode drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib;
– Verplichte gewasrotatie met rustgewassen op zand- en lössgronden; en de
– Stimuleringsmaatregel organische stofrijke meststoffen (hierna: OS-rijke meststoffen).
De bovengenoemde maatregelen zijn geïmplementeerd in het «Besluit van 20 december
2022 tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen in verband met de implementatie
van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn» (Stb 2022, 546; inwerkingtredingsbesluit Stb 2023, 47) en in de Regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen en
de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zevende
Actieprogramma Nitraatrichtlijn (Stcrt 2023, nr. 5152) (hierna: Regeling Urm/Ugm). Hiermee zijn bovengenoemde maatregelen in werking getreden
uiterlijk op 15 februari, de uiterste termijn van inwerkingtreding zoals gemeld in
mijn brief van 6 februari jl. met antwoorden op schriftelijke vragen in het kader
van de nahangprocedure in het kader van het reeds vastgestelde en bekendgemaakte Besluit
tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen (Stb. 2022, nr. 546).
Stimuleringsmaatregel OS-rijke meststoffen en motie Boswijk c.s.
Conform 7e actieprogramma kan met de stimuleringsmaatregel OS-rijke meststoffen een
bepaalde hoeveelheid OS-rijke meststof voor 25% of 75% meetellen in de berekening
of is voldaan aan de fosfaatgebruiksnorm. De aangenomen motie Boswijk c.s. van 2 december
2021 (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 46) verzoekt de regering om aan het 7e Actieprogramma een fosfaatvrijstelling van 50%
toe te voegen voor organische stofrijke producten ten einde het verlies aan fosfaatgebruiksruimte
ten gevolge van de invoer van de gecombineerde fosfaatindicator te compenseren. Dit
is een versoepeling ten opzichte van het 7e Actieprogramma.
In de voorbereiding van de regeling Urm/Ugm heb ik de motie verwerkt in de stimuleringsmaatregel
OS-rijke meststoffen die ter internetconsultatie is voorgelegd. De internetconsultatie
vond plaats van 20 december 2022 tot 18 januari 2023. Ook heb ik hierover advies gevraagd
aan de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (hierna: CDM) vanwege een mogelijk risico
op de waterkwaliteit door de versoepeling van het 7e actieprogramma. Dit advies heb
ik op 22 december 2022 ontvangen en op 6 februari 2023 naar uw Kamer gestuurd (bijlage
bij Kamerstuk 33 037, nr. 488). De CDM concludeert in het advies «dat er geen eenduidig antwoord te geven is op
de vraag of de voorgestelde fosfaatvrijstelling van 50% voor champost tot slechts
een beperkte toename van nitraatuitspoeling leidt. Het risico op nitraatuitspoeling
is afhankelijk van de gift.» Het is dan ook mogelijk dat uitvoering van de motie Boswijk
c.s. door de Europese Commissie wordt gezien als het – ten koste van de waterkwaliteit
– niet volledig uitvoeren van het 7e Actieprogramma.
Zoals aangegeven in mijn brief van 20 januari 2023 (Kamerstuk 33 037, nr. 484) over de op 19 december 2022 ontvangen brief van Eurocommissaris Sinkevicius (over
de uitvoering van de derogatiebeschikking en onderdelen van het 7e Actieprogramma)
en zoals is besproken in de debatten op 25 januari 2023 (commissiedebat) (Kamerstuk
21 501–32, nr. 1513) en 26 januari 2023 (tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 30 januari 2023 (Handelingen
II 2022/23, nr. 45)), hecht de Europese Commissie aan een stipte uitvoering van het
7e Actieprogramma en de derogatiebeschikking. Om die reden kies ik er niet voor om
uitvoering te geven aan de motie van het lid Boswijk c.s. De stimuleringsmaatregel
OS-rijke meststoffen in de regeling Urm/Ugm omvat dus geen categorie van 50% procent
zoals gevraagd in de motie. OS-rijke meststoffen kunnen binnen de in de regeling Urm/Ugm
gestelde criteria worden betrokken bij de berekening voor de fosfaatgebruiksnorm conform
de in het 7e Actieprogramma genoemde twee percentages: 25 procent en 75 procent.
Wel ben ik voornemens te onderzoeken of meer OS-rijke meststoffen voldoen aan de criteria
om in aanmerking te komen voor de stimuleringsregeling. Het 7e Actieprogramma biedt
deze ruimte. Indien er meer meststoffen zijn die voldoen aan de criteria, zal ik de
regelgeving aanpassen. Hiermee hoop ik, binnen de gestelde kaders in het 7e Actieprogramma
tegemoet te komen aan de bedoeling van de motie van het lid Boswijk c.s. van 2 december
2021.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Indieners
-
Indiener
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit