Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake het nieuwsbericht van RTL-nieuws van 26 januari 2023 over het achterhouden van informatie voor de rechter door de Belastingdienst
31 066 Belastingdienst
Nr. 1168
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2023
Op 27 januari jl. heeft de vaste commissie van Financiën van Uw Kamer verzocht om
een reactie op het nieuwsbericht van RTL-nieuws van 26 januari 2023 over het achterhouden
van informatie voor de rechter door de Belastingdienst. Specifiek is gevraagd om in
te gaan op de omvang van de (gestelde) problematiek. Met deze brief reageer ik op
de gestelde vraag.
Publicatie RTL-Nieuws van 26 januari 2023
Het artikel beschrijft een onderzoek van de politieke redactie van RTL met daarin
onder meer citaten vanuit de (fiscale) rechtspraktijk en recente voorbeelden uit de
jurisprudentie. Concreet gaat het om zes uitspraken uit 2022 van verschillende rechterlijke
instanties. In mijn eerdere reactie heb ik aangegeven dat er in bepaalde situaties
inderdaad discussie is over het verstrekken van de op de zaak betrekking hebbende
stukken. Het beeld dat dit schering en inslag zou zijn heb ik tegengesproken. Daarbij
heb ik ook benoemd dat er (jaarlijks) tienduizenden beroepsprocedures lopen. 1 Dat neemt niet weg dat dat ieder incident er één teveel is. Die gevallen waarin iets
niet goed is gegaan, worden meegenomen in de interne evaluaties en procesverbeteringen.
Wettelijk kader
De Inspecteur is in het kader van een fiscale procedure op grond van artikel 8:42
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplicht om alle op de zaak betrekking hebbende
stukken aan de bestuursrechter toe te zenden. Deze bepaling zorgt ervoor dat een fiscaal
geschil wordt beslecht op basis van alle relevante gegevens die aan de Inspecteur
ter beschikking staan, zodat belanghebbende zich daarover kan uitlaten en de rechter
daarmee rekening kan houden.2 De wet geeft geen definitie van wat onder de op de zaak betrekking hebbende stukken
moet worden verstaan. In de jurisprudentie wordt aan dit begrip nadere invulling gegeven.
Een op de zaak betrekking hebbend stuk is een stuk dat de Inspecteur ter beschikking
staat of heeft gestaan en relevant is voor de beslechting van de openstaande geschilpunten.3 Of een bepaald document als zodanig kwalificeert is sterk casusafhankelijk. De reikwijdte
van dit begrip kan onderwerp van discussie zijn.
De Belastingdienst moet vanzelfsprekend voldoen aan elke wettelijke norm en regel.
Ook aan de verplichting om alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de bestuursrechter
toe te zenden. Daarom wordt in de vaktechnische infrastructuur van de Belastingdienst
structureel aandacht gegeven aan dit thema door middel van bijvoorbeeld themadagen
en worden signalen uit de praktijk (zoals rechtspraak) meegenomen in de interne evaluaties
en overleggen.
Beroepsprocedures en gevraagde omvang
De Belastingdienst houdt een centrale beroepenadministratie bij waarin is opgenomen
over welke fiscale beschikking wordt geprocedeerd, bij welke rechterlijke instantie
de procedure aanhangig is gemaakt en wie de belastingplichtige is. Op basis van deze
administratie is bekend dat er momenteel meer dan 23.000 lopende beroepsprocedures
zijn. Naast lopende procedures starten er elk jaar starten weer duizenden nieuwe procedures
tegen diverse fiscale beschikkingen.4
In de centrale beroepenadministratie wordt niet bijgehouden wat de geschilpunten zijn
in de procedures. Een geschilpunt kan zich ook in elke fase van een procedure manifesteren.
Daarom kan niet exact aangegeven worden in hoeveel gevallen er discussie is (ontstaan)
over de op de zaak betrekking hebbende stukken.
In het artikel van RTL-nieuws zijn zes voorbeelden uit de jurisprudentie genoemd.
Naar aanleiding van uw verzoek als ook de door het lid Alkaya gestelde vragen van
27 januari jl. naar de omvang en frequentie van dergelijke gevallen, heb ik onderzoek
laten uitvoeren naar de uitspraken die zijn gepubliceerd op rechtspraak.nl. Ik hoop
u met dit onderzoek enig beeld te geven van de omvang van de gestelde problematiek.
Allereerst moet worden opgemerkt dat het onderzoek ziet op gepubliceerde uitspraken
die maar een (klein) gedeelte zijn van alle uitspraken die jaarlijks worden gedaan.
Uit een recent rapport van het WODC volgt dat van de hoger beroepszaken circa 25%
wordt gepubliceerd. Gezocht is over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december
2022 op de termen «op de zaak betrekking hebbende stukken» en «8:42» in de inhoudsindicatie
van de uitspraken.5 Aangenomen mag worden dat de inhoudsindicatie een dergelijke aanduiding bevat indien
dit onderwerp van geschil was. Hieruit zijn in totaal 45 zaken naar voren gekomen.
Niet is bekeken of in deze 45 zaken een uitspraak betrekking heeft op dezelfde zaak,
bijvoorbeeld in eerste aanleg en in hoger beroep. Dubbeltellingen zijn daarom niet
uit te sluiten.
In acht (van die 45) zaken is de Belastingdienst in het ongelijk gesteld naar aanleiding
van een schending van de verplichting tot het verstrekken van alle op de zaak betrekking
hebbende stukken, welke verplichting volgt uit artikel 8:42 Awb. Deze acht zaken bevatten
vijf van de zes genoemde voorbeelden uit het RTL-artikel. Het zesde voorbeeld van
RTL betrof een arrest van de Hoge Raad waarin de eerdere uitspraak van het gerechtshof
werd vernietigd, omdat het had nagelaten de stellingen over de op de zaak betrekking
hebbende stukken te onderzoeken.6 In de overige (37) zaken is de Belastingdienst (gedeeltelijk) in het gelijk gesteld,
waarvan in negen zaken eveneens sprake was van het niet tijdig of volledig overleggen
van stukken maar dit geen gevolg had voor het verdere verloop van de procedure. Hoewel
ik met dit onderzoek en deze resultaten geen volledig beeld meen te kunnen presenteren
of met zekerheid kan zeggen dat er niet meer zaken zijn waarin de gestelde problematiek
aan de orde was, geeft het wel enige indruk van de omvang.
Gelet op dit beeld zou ik mijn eerdere reactie willen herhalen dat er geen aanwijzingen
zijn dat er sprake is van een werkwijze waarbij de Belastingdienst regelmatig en ten
onrechte stukken zou achterhouden of op andere wijze de verplichtingen uit artikel 8:42
van de Awb zou schenden. Die gevallen waarin er toch iets niet goed is gegaan en waar
verbetering mogelijk is, worden geëvalueerd in het landelijk vaktechnisch overleg
formeel recht. Hier worden lessen uit getrokken, zodat het in de toekomst niet meer
voorkomt.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Indieners
-
Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.