Brief regering : Toezegging met betrekking tot opwerking van radioactief afval
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
Nr. 288
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2023
In de brief van 9 december jl. (Kamerstuk 32 645, nr. 102) heb ik mijn beleidsvoorkeur aangegeven voor opwerking van verbruikte splijtstoffen
bij kerncentrales in plaats van directe opslag, omdat daarbij minder radioactief afval
ontstaat en vanwege de mogelijkheden van hergebruik. Daarbij aangetekend dat de keuze
voor de wijze van de verwerking van de verbruikte splijtstoffen aan het betreffende
bedrijf is.
Daarbij heb ik toegezegd te onderzoeken of voor het opwerken van verbruikte splijtstof
nog steeds geldt dat de gevolgen voor milieu, veiligheid en proliferatie vergelijkbaar
zijn met die voor directe opslag, en uw Kamer daarover te informeren.
Uit bijgaand onderzoeksrapport van NRG blijkt dat de keuze tussen opwerking en directe
opslag neutraal uitpakt voor de veiligheid, voor non-proliferatie en ook in economisch
opzicht, terwijl het vanuit milieuoogpunt (en met name de hele splijtstofcyclus bekijkend,
van grondstof tot afvalfase) gunstiger is voor opwerking te kiezen.
Er is derhalve geen aanleiding mijn eerdere geformuleerde beleidsuitgangspunt, de
voorkeur voor opwerking van verbruikte splijtstof, te heroverwegen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat