Brief regering : Reactie op het advies van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) over vergrijzing in detentie
24 587 Justitiële Inrichtingen
29 389
Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid
Nr. 879
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2023
De Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft op 20 december
2022 geadviseerd over beleid voor ouderen in detentie. Dit advies, getiteld «Vergrijzing
in detentie» biedt aanknopingspunten om beter te kunnen inspelen op (zorg)behoefte
van de oudere gedetineerden binnen het gevangeniswezen. Hieronder schets ik de kern
van het advies van de RSJ en geef ik mijn reactie hierop.
Advies RSJ: Inhoud en aanbevelingen
De maatschappij vergrijst, dit is eveneens te zien in het gevangeniswezen. De penitentiaire
inrichtingen (PI’s) worden geconfronteerd met oudere gedetineerden die te maken hebben
met aan ouderdom gerelateerde problemen en zorgbehoeften (bijvoorbeeld geriatrie).1 De situatie is nu nog beheersbaar doordat het aantal oudere gedetineerden relatief
klein is en de problemen met improvisatie zoveel mogelijk verholpen worden. Het gevangeniswezen
is echter niet structureel op de (zorg-) behoeften en wensen van de oudere gedetineerden
ingericht en voorbereid. De RSJ vindt dat een beleid voor ouderen in detentie ontwikkeld
en geïmplementeerd moet worden. De RSJ doet hiertoe een aantal aanbevelingen.
Instroomfase
Voor wat betreft de instroomfase adviseert de RSJ om zoveel mogelijk te voorkomen
dat ouderen in detentie komen, mits de veiligheid van de samenleving dat toelaat.
De RSJ stelt voor de beleidsrichtlijnen van de reclassering en het OM hierop aan te
passen. Ook adviseert de RSJ om bij de intake in de PI te onderzoeken of een oudere
gedetineerde detentiegeschikt is en dit periodiek te herhalen.
Verblijf in detentie
De RSJ adviseert in deze fase om kwetsbare oudere gedetineerden op een kleinschalige
afdeling te kunnen laten verblijven, met handhaving van het uitgangspunt regionale
plaatsing. Verder adviseert de RSJ om de capaciteit van de reguliere somatische en
psychische zorg voor oudere gedetineerden te versterken om aan de zorgplicht te kunnen
blijven voldoen. Ook is het volgens de RSJ van belang om de beschikbaarheid van geriatrische
deskundigheid en geriatrische zorg in het gevangeniswezen te organiseren. Dit geldt
volgens de RSJ tevens voor de beschikbaarheid van hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen
en thuiszorgtaken in de PI’s. Daarnaast beveelt de RJS aan de oudere gedetineerden
passende, uitdagende en prikkelende arbeid en/of dagbesteding aan te bieden. Ook vindt
de RSJ dat er extra voorzieningen en bouwkundige aanpassingen in de inrichtingen moeten
worden gedaan zodat de cellen, algemene ruimtes en luchtplaatsen ook voor de oudere
gedetineerden goed bereikbaar zijn.
Uitstroomfase
Bij deze fase adviseert de RSJ om de regels in het re-integratieproces af te stemmen
op de situatie van ouderen, zoals voorkomen dat de nadruk ligt op het verrichten van
betaalde arbeid aangezien dit gepensioneerden niet verplicht kan worden en het bovendien
voor deze leeftijdsgroep moeilijk is passende arbeid te vinden. Daarnaast beveelt
de RSJ aan om te zorgen voor scholing en voorlichting aan oudere gedetineerden over
de moderne samenleving en bijbehorende praktische (digitale) zaken.
Beleidsreactie
Ik zie in het advies van de RSJ een aansporing om verder na te denken over vergrijzing
in detentie. De penitentiaire inrichtingen hebben te maken met een toenemende vergrijzing
van de gevangenispopulatie en daarmee aan ouderdom gerelateerde problemen en zorgbehoeften,
zoals de RSJ terecht opmerkt. De situatie is op dit moment goed beheersbaar, omdat
het huidige aantal oudere gedetineerden op het totaalaantal gedetineerden relatief
gering is. In 2021 waren er 580 gedetineerden 65 jaar en ouder op een totaalaantal
gedetineerden in dat jaar van 29.370. Dat is 2% van de totale gevangenispopulatie.
Uit de meest recente enquête onder gedetineerden2 blijkt overigens dat de leeftijdsgroep boven de 60 jaar positiever dan gedetineerden
uit jongere leeftijden is over alle domeinen van het leefklimaat binnen de PI. Met
name over de omgang met medewerkers, de gezondheidszorg en zelf kunnen koken, zijn
gedetineerden van ouder dan 60 jaar gemiddeld positiever. De toenemende vergrijzing
vraagt echter wel om voorbereidingen op de toenemende zorgvraag van oudere gedetineerden.
Vrijheidsbeneming is de straf, de omstandigheden moeten humaan zijn en blijven. Daarbij
is maatwerk van groot belang. Niet zozeer moet leeftijd centraal staan, maar met name
de vitaliteit, kwetsbaarheid en zorgbehoefte van oudere gedetineerden. De leeftijd
zegt namelijk niet altijd iets over de zorgbehoefte van de gedetineerde. Het is belangrijk
dat in alle gevallen recht wordt gedaan aan de individuele verschillen.
Hierna ga ik in op de hoofdlijnen van het advies in de verschillende fasen van de
tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf: instroom-verblijf-uitstroom.
Instroomfase
De reclassering en het OM houden rekening met verschillende omstandigheden van een
verdachte (onder andere leeftijd, maar ook bijvoorbeeld kwetsbaarheden zoals fysieke
en/of psychische beperkingen, zorgbehoeften en perspectief op re-integratie). De rechter
bepaalt uiteindelijk welke sanctie voor welk delict wordt opgelegd. Ik acht een aanpassing
aan deze richtlijnen dan ook niet nodig. Wel wordt er momenteel door mijn ministerie
met de verschillende ketenpartners een verkenning uitgevoerd naar een mogelijke doorontwikkeling
van het sanctiestelsel en de sanctietoepassing.3 Als onderdeel hiervan wordt bekeken of met nieuwe of aanvullende sanctiemodaliteiten
(bijvoorbeeld elektronische detentie of verruiming van het maximum aantal op te leggen
taakstrafuren) meer maatwerk zou kunnen worden toegepast. Hiermee kan mogelijk nog
beter dan nu rekening worden gehouden met de omstandigheden van de justitiabele. De
uitkomsten van deze verkenning kunnen ook relevant zijn voor de doelgroep ouderen.
Voor wat betreft de aanbeveling van de RSJ over het bepalen van detentiegeschiktheid
van een oudere gedetineerde bij de intake en dit periodiek te herhalen, het volgende.
De PI´s gaan niet over detentiegeschiktheid. Dit is aan de rechter en die weegt dit
mee in zijn vonnis. Tijdens de detentie is er voortdurend aandacht voor de gezondheidstoestand
van alle gedetineerden. Indien noodzakelijk wordt de gedetineerde door het afdelingspersoneel
of medische dienst bij het psycho-medisch overleg (PMO) van de PI aangemeld, zodat
kan worden bepaald welke zorg de gedetineerde moet krijgen en op welke locatie.
Verblijf in detentie
Zorg voor oudere gedetineerde
De zorgvraag zal vanwege de vergrijzing toenemen. Binnen DJI wordt gewerkt met een
persoonsgerichte aanpak voor alle gedetineerden en staat de persoonlijke (zorg)behoefte
centraal, ook t.a.v. oudere gedetineerden. Er wordt steeds op maat bezien op welke
wijze benodigde zorg en beveiliging moet worden vormgegeven. In de reguliere somatische
en psychische/ psychiatrische zorg voor oudere gedetineerden is nu voorzien. Het ontbreekt
echter nog aan specialistische kennis en menskracht op het gebied van geriatrie en
geriatrische zorg in de PI´s. Ook de hulp in de PI´s bij algemene dagelijkse levensverrichtingen
en thuiszorgtaken kan worden verbeterd. DJI zal verkennen of op bepaalde plaatsen
binnen het gevangeniswezen deze zorg en extra voorzieningen kunnen worden geconcentreerd.
Daarbij opgemerkt dat dit op gespannen voet kan staan met het uitgangspunt van regionale
plaatsing. Door een dergelijke concentratie van zorg en voorzieningen kan mede worden
voorkomen dat de penitentiair inrichtingswerkers (PIW´ers) op reguliere afdelingen
soms extra (oneigenlijke) taken moeten uitvoeren.
Dagbesteding in detentie
De RSJ beveelt aan passende en uitdagende, prikkelende arbeid aan te bieden voor de
oudere gedetineerde die wil werken. Met betrekking tot deze aanbeveling kan ik opmerken
dat DJI geen onderscheid maakt naar leeftijd bij het aanbieden van werk en vakscholing
aan gedetineerden. Dat betekent dat gedetineerden die de pensioengerechtigde leeftijd
hebben bereikt gelijkwaardig worden behandeld bij het aanbieden van en uitdagen met
werk. Arbeid binnen de PI is en blijft productiewerk. Er zijn daarnaast voldoende
andere mogelijkheden voor zinvolle dagbesteding zoals werken in de tuin en creatieve
bezigheden. Ik heb DJI wel gevraagd om in de eerdergenoemde verkenning te kijken hoe
arbeid en zinvolle dagbesteding beter kunnen worden afgestemd op de behoeften van
de oudere doelgroep.
Bouwkundige en technische aanpassingen in de inrichtingen
De huidige inrichting van PI´s is volgens de RSJ op dit moment niet voldoende toegerust
op oudere gedetineerden. Hoewel dit vooralsnog geen problemen heeft opgeleverd die
niet oplosbaar waren wordt bij toekomstige nieuwbouw of renovaties van PI´s waar mogelijk
ingezet op blijvende toegankelijkheid voor oudere gedetineerden. Zo is in 2022 gestart
met de bouw van een nieuw Justitieel Centrum voor Somatische Zorg in Scheveningen
(JCvSZ) waarbij gelet wordt op bouwkundige en technische aanpassingen voor de oudere
gedetineerden, waarbij kan worden gedacht aan rolstoeltoegankelijke cellen, bredere
deuren en liften.
Uitstroom: voorbereiding op de terugkeer naar de samenleving
De RSJ wil dat het re-integratieproces beter wordt afgestemd op de situatie van ouderen.
De arbeidsurennorm om in aanmerking te komen voor een plaatsing op een Beperkt Beveiligde
Afdeling (BBA) is voor een oudere gedetineerden niet altijd te halen en daarmee loopt
het re-integratietraject in sommige gevallen vast. Op dit moment wordt door DJI gekeken
of de arbeidsurennorm voor de oudere gedetineerden verruimd kan worden naar zinvolle
dagbesteding.
De RSJ adviseert daarnaast scholing en voorlichting aan de oudere gedetineerden over
de moderne samenleving en bijbehorende praktische (digitale) zaken. Om gedetineerden
op hun terugkeer in de samenleving beter voor te bereiden is het project Digisterker
gestart. Het lesprogramma «Digisterker» leert gedetineerden in korte tijd om zelfstandig
en met voldoende zelfvertrouwen gebruik te maken van de digitale diensten van de overheid
(gemeente, UWV, belastingdienst etc.) en maatschappelijke organisaties (woningcorporaties,
zorgverzekering etc.). Met name oudere gedetineerden blijken hier in de praktijk baat
bij te hebben.
Tot slot
Ik ben de RSJ erkentelijk voor het advies. Ik ben van mening dat we met de hiervoor
genoemde maatregelen en acties in de toekomst beter voorbereid zijn op de toenemende
vergrijzing in detentie en daarmee een legitieme en humane ten uitvoerlegging van
de detentie geborgd blijft voor de oudere gedetineerden. Het onderzoek van de RSJ
heeft hiervoor concrete aanknopingspunten aangereikt. Ik informeer uw Kamer over de
voortgang in de jaarlijkse voortgangsbrief over het gevangeniswezen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming