Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Kops, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 24 januari 2023, over het bericht ’Minister Adema heeft Kamer en boeren verkeerd geïnformeerd en komt met slechte boodschap’
33 037 Mestbeleid
Nr. 486
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2023
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 24 januari 2023 is door de Tweede Kamer
een informatieverzoek gedaan (Handelingen II 2022/23, nr. 43). Er is verzocht om duidelijkheid
over welke gesprekken er zijn geweest en welke correspondentie er is geweest tussen
de Europese Commissie en LNV in de maanden na de vaststelling van de derogatiebeschikking.
Hieronder geef ik u deze tijdlijn. Ik heb getracht hierin zo volledig mogelijk te
zijn, maar mogelijk zijn in de snelheid van het proces onderdelen onvoldoende in deze
tijdlijn meegenomen. Vanwege de snelheid heeft afstemming met de EC niet kunnen plaatsvinden.
Tijdlijn besprekingen tussen EC en LNV sinds de publicatie van de derogatiebeschikking
• Op 5 september 2022 is een brief over de hoofdlijnen van de derogatiebeschikking verstuurd
aan het parlement (Kamerstuk 33 037, nr. 450). Hierover is voorafgaand aan verzending (telefonisch) ambtelijk contact geweest
tussen LNV en de EC.
• Op 13 september 2022 heeft een Commissiedebat plaatsgevonden waarin deze Kamerbrief
is besproken (Kamerstuk 33 037, nr. 455).
• Op 15 september 2022 is er gestemd over de derogatiebeschikking Mestbeleid in het
Nitraatcomité. Op 15 september 2022 is de Tweede Kamer in een korte brief geïnformeerd
over de voortgang van de derogatie, namelijk dat het Nitraatcomité heeft ingestemd
met de derogatie (Kamerstuk 33 037, nr. 453). Deze brief is kort voorafgaand aan verzending ambtelijk met de EC gedeeld.
• Op woensdag 28 september jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over de precieze inhoud
van de conceptbeschikking, omdat deze abusievelijk door de EC openbaar was gemaakt
op het Comitology Register (Kamerstuk 33 037, 480). Op 30 september jl. is de derogatiebeschikking formeel vastgesteld door de EC (Uitvoeringsbesluit
(EU) 2022/2069 van de Commissie)1.
• Op 6 oktober 2022 heeft een Tweeminutendebat Mestbeleid (Handelingen II 2022/23, nr. 9, item 5) plaatsgevonden, waarin onder meer de motie van het lid Grinwis c.s. (Kamerstuk 33 037, nr. 473), die vraagt om bij zowel de uitwerking van de maatregelen uit het zevende actieprogramma
die zien op het inzaaien van gewassen als bij de uitwerking van de bufferstroken uit
de derogatiebeschikking rekening te houden met de agrarische bedrijfspraktijk, met
name met inzaai en aangegane verplichtingen van de betreffende bedrijven voor 2023,
is ingediend. Deze is ontraden door de Minister van LNV. Deze motie is aangenomen.
• Op 21 oktober 2022 hebben de PV Brussel met DG ENVI ambtelijk in een informeel gesprek
teruggekeken op het proces van de derogatiebeschikking.
• Op 21 november 2022 vond een kennismakingsgesprek plaats van mij met Eurocommissaris
Sinkevičius. Daarin heeft de Eurocommissaris het belang van de implementatie van de
derogatie onderstreept.
• Op 29 november 2022 is ambtelijk overleg geweest met de EC. Onderwerpen die aan de
orde kwamen waren het pakket Kamerbrieven van 25 november jl. en de stand van zaken
in de implementatie van de derogatiebeschikking. Daar is de EC op hoofdlijnen geïnformeerd
over de wijze en tempo van implementatie van de derogatiebeschikking door Nederland
en de voorgenomen Kamerbrief daarover.
• Op 2 december is parallel aan verzending van de Tweede Kamerbrief over tijdspad van
implementatie aan het parlement, deze brief aan de EC verzonden.
• Op 8 december 2022 heeft de EC ambtelijk per mail aangegeven verrast te zijn door
de inhoud van de brief. Aansluitend is telefonisch ambtelijk contact geweest en afgesproken
hier een nader technisch overleg over te voeren.
• Op 12 december heb ik Eurocommissaris Sinkevičius informeel en marge van de Landbouw-
en Visserijraad geïnformeerd dat er ingewikkeldheden rondom de implementatie van de
derogatieverplichtingen zijn en dat daarover gesprekken lopen.
• Op 14 december 2022 is daartoe een nader ambtelijk gesprek geweest waarin de EC vragen
heeft gesteld en Nederland de voorgenomen wijze van implementatie van de beschikking
heeft toegelicht. De EC heeft daarin zorgen geuit over de tijdige implementatie van
onderdelen van de derogatiebeschikking door Nederland. Daarbij is afgesproken dat
Nederland midden januari de EC schriftelijk een update zal sturen van de uitwerking
van de derogatie, specifiek over de bufferstroken en de Nutriënt verontreinigde gebieden.
• Op 19 december 2022 is door Eurocommissaris Sinkevičius een brief gestuurd aan mij.
Hierin is benadrukt dat Nederland niet op de derogatie kan blijven vertrouwen als
de voorwaarden niet tijdig worden ingevoerd, en dat ook de maatregelen uit het 7e AP ten grondslag liggen aan de derogatie. Ook wordt de pilot mineralenconcentraat
benoemd.
• Op 20 december 2022 is door mij op vragen van het lid De Groot tijdens een Tweeminutendebat
Landbouw- en Visserijraad (Handelingen II 2022/23, nr. 37) ingegaan op de vragen van
de EC over de implementatie van de derogatiebeschikking.
• Op 23 december 2022 is door mij aan de Eurocommissaris een reactie per brief gestuurd,
waarin wordt aangegeven dat Nederland er alles aan doet om de beschikking zo snel
als mogelijk te implementeren. Daarin is de afspraak om midden januari de EC nader
te informeren, herbevestigd. Voorafgaand aan verzending van deze brief is ambtelijk
contact geweest met de EC over de brief.
• Op 11 januari 2023 is ambtelijk per mail een nieuwe voorgestelde planning van de implementatie
van de bufferstroken en vanggewassen alsmede de aanwijzing van de verontreinigde gebieden
gesondeerd. Hier is diezelfde dag nog door de EC ambtelijk op gereageerd.
• Op 13 januari 2023 is deze reactie nader informeel ambtelijk besproken met de EC.
Hierin is door de EC aangegeven dat nadere onderbouwing van de aanwijzing van de verontreinigde
gebieden gewenst was.
• Op 18 januari 2023 is nadere onderbouwing van de aanwijzing van de verontreinigde
gebieden ambtelijk gedeeld met de EC. Deze is op 19 januari 2023 ambtelijk besproken
met de EC.
• Op basis daarvan heb ik op dat moment definitief besloten om in de Ministerraad van
20 januari een Kamerbrief met de voorgestelde versnellingen en aanwijzing NV gebieden
aan de MR voor te leggen.
• Op 20 januari 2023 is de Kamerbrief van diezelfde dag verzonden, alsmede is een formele
ambtelijke reactie aan de EC met technische uiteenzetting van de eerder gesondeerde
versnelling van implementatie van maatregelen, gedeeld.
• Op 23 januari 2023 is ambtelijk door de Permanent Vertegenwoordiger gesproken met
de EC op DG-niveau om de Kamerbrief en reactie aan EC toe te lichten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit