Brief regering : Voortgang mondiale klimaatdiplomatie
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 236
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VOOR
KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2023
Hierbij informeren wij u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
de Minister voor Natuur en Stikstof, de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat en de Minister van Financiën, over de voortgang van de mondiale klimaatdiplomatie.
Deze Kamerbrief blikt zoals de drie eerdere voortgangsbrieven1 terug op de diplomatieke inzet van het kabinet om de mondiale klimaatambities te
verhogen en klimaatacties te versnellen.
Deze voortgangsbrief beslaat een periode van ruim een jaar en licht dus inspanningen
uit van zowel voor als na de Internationale Klimaatstrategie2 die op 7 oktober 2022 aan uw Kamer werd aangeboden. Volgend jaar zal deze brief geheel
in het teken staan van de uitvoering van de Internationale Klimaatstrategie. Deze
brief beschrijft de Nederlandse multilaterale en bilaterale klimaatdiplomatie om de
Parijs-doelen en de SDG 2030-agenda te behalen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op
klimaatdiplomatie op multilateraal- en EU-niveau, alsook bij Internationale Financiële
Instellingen (IFI’s), en wordt ingegaan op de bilaterale inzet, de samenwerking in
coalities en klimaatfinanciering.
Multilaterale diplomatie: actieve klimaatinzet in de EU, multilaterale organisaties
en internationale financiële instellingen
Een mondiale grensoverschrijdende uitdaging als klimaatverandering vergt een goed
werkend multilateraal stelsel en afspraken over transparantie, accountability en regulering.
Binnen UNFCCC profileert Nederland zich, onder andere in EU-verband, als betrouwbare
partner die inzet op vergaande samenhang en vooruitgang op de drie pijlers van het
Parijsakkoord: mitigatie, adaptatie en financiering. De Nederlandse inzet op COP27
en de daaraan gelieerde initiatieven en coalities zijn te lezen in de Kamerbrieven
over de verwachtingen3 en uitkomsten4 van COP27. Op het gebied van mitigatie waren de uitkomsten van COP27 teleurstellend.
De stijgende energieprijzen en hogere kosten van kritieke grondstoffen verminderen
de economische prikkels voor duurzame investeringen in ontwikkelingslanden op de korte
termijn. Dit is een dilemma en daarom was en blijft actieve klimaatdiplomatie, gericht
op het belang van de groene transitie en de mogelijkheden voor duurzame investeringen,
van groot belang.
Multilaterale bijeenkomsten
Naast de klimaatonderhandelingen onder UNFCCC en de jaarlijkse klimaattoppen, zijn
ook afspraken in andere multilaterale fora van belang voor het realiseren van de Parijsdoelen
en economische samenwerking in de groene transities.
Nederland heeft zich ingezet voor klimaat binnen verschillende fora gericht op het
milieu en klimaat. Bij de vijfde United Nations Environmental Assembly (UNEA, 22–23 februari 2021) en de Resumed session of UNEA-5 (UNEA5.2, 28 februari – 2 maart 2022) heeft Nederland bijgedragen aan het besluit
om onderhandelingen te starten over een juridisch bindend instrument om plasticvervuiling
(inclusief microplastics) tegen te gaan, en de vaststelling voor de eerste multilateraal
geaccepteerde definitie voor het concept Nature-based Solutions.
Voortbouwend op de uitkomsten van UNEA-5 heeft Nederland de problematiek van de export
van laagwaardige brandstoffen en tweedehandsauto’s geagendeerd richting UNEA-6, en
hierbij de verantwoordelijkheid van ontwikkelde landen onderstreept. Ook benadrukte
Nederland het belang van het financieel ondersteunen van importerende landen in ontwikkeling
(door bijvoorbeeld de Wereldbank) bij het ontwikkelen van standaarden en de handhaving
hiervan.
Tijdens Stockholm+50 (2–3 juni 2022) heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de circulaire
economie benadrukt als een oplossing voor de drie mondiale milieucrises (klimaatverandering,
biodiversiteitsverlies en vervuiling). Daarnaast werd er door Nederland aandacht besteed
aan het verbeteren van toegang tot, en verhoogde kwaliteit en kwantiteit van adaptatiefinanciering.
Gedurende The World Circular Economy Forum WCEF + Climate (15–16 april 2021), waar Nederland co-host was, is de connectie tussen klimaat en
circulaire economie geadresseerd. Dit heeft o.a. geleid tot de ontwikkeling van een
circular finance roadmap en aandacht voor het meten van de transitie. Nederland zet zich voor dit laatste
in binnen de Circular Economy Indicators Coalition, waarbij de link wordt gelegd met het Science-based Targets Initiative.
Bij de 15e Conferentie van Partijen (COP) van het Biodiversiteitsverdrag (CBD) van
7–19 december 2022 heeft Nederland met de EU het belang benadrukt voor een ambitieus
doel in het Global Biodiversity Framework, waardoor natuur weerbaarder wordt tegen de gevolgen van klimaatverandering, nature based-solutions voor het klimaat worden benut en de negatieve effecten van klimaatmaatregelen op
biodiversiteit worden vermeden en geminimaliseerd. De Nederlandse inzet op de VN biodiversiteitstop
COP15 is te lezen in de Kamerbrief over de verwachtingen5 en de uitkomsten van de COP15.6
Tijdens de 34ste bijeenkomst (31 oktober – 4 november 2022) onder het Montreal Protocol
heeft Nederland zich ingezet voor institutionele versterking van het verdrag rondom
thema’s als illegale handel, emissies van HFK-23 (zeer sterk broeikasgas), gebruik
van tetra chloor methaan (CTC) en energie-efficiëntie. Ook is, mede door Nederlandse
inzet, de driejaarlijkse middelenaanvulling voor het Multilateraal Fonds 2021–2023
succesvol afgerond. De teller van ratificaties van het Kigali Amendement (fluorkoolwaterstoffen
– zware broeikasgassen) op het Montreal Protocol stond eind 2022 op 145 landen. Daar
waar in 2021 grote wereldspelers als India en China tot ratificatie waren overgegaan,
volgden in 2022 Brazilië en de Verenigde Staten.
Daarnaast heeft Nederland zich ingezet voor klimaat in meer algemene fora. Daarbij
zet Nederland ook stevig in op het plaatsen van water in het hart van klimaatactie
en houdt als covoorzitter van de aankomende VN 2023 Waterconferentie in maart het
belang van een ambitieuze adaptatie agenda hoog op de internationale agenda. De klimaatdiplomatieke
inzet van het kabinet in multilaterale fora en bij internationale conferenties was
dit jaar mede gericht op de voorbereidingen voor de VN 2023 Waterconferentie en het
beïnvloeden van de wereldwijde klimaatgemeenschap voor het versnellen en opschalen
van acties onder SDG6 en andere water gerelateerde doelstellingen. Ook zette Nederland
via de EU en in multilateraal verband extra in op het aanjagen van de uitvoeringsagenda
op klimaatadaptatie (onder meer via Nationale Adaptatie Plannen) en middels een initiërende
rol voor de Champions Group voor delta’s en kustgebieden. Met de publicatie van de Mondiale Gezondheidsstrategie7 verstevigde het kabinet ook de inzet voor de wereldwijde klimaat-gezondheidsagenda
binnen internationale fora.
Bij de Antarctic Treaty Consultative Meeting (22 mei–2 juni 2022) pleitte Nederland voor meer klimaatonderzoek en mitigerende
maatregelen op Antarctica. In beide poolgebieden spant het kabinet zich in voor het
beschermen van klimaat, milieu en veiligheid en voor het waarborgen van duurzame economische
ontwikkeling in overeenstemming met internationale afspraken en duurzaamheidsstandaarden.
Hierbij zet Nederland in op de versterking van internationale samenwerking, onder
andere binnen de EU, NAVO en Arctische Raad.8
Vertegenwoordigers van OESO-lidstaten hebben tijdens de ministeriële conferentie (9–10 juni
2022) het belang onderstreept van de onderbouwing van klimaatbeleid, bijvoorbeeld
door het monitoren van de klimaatprestaties via het International Programme for Action on Climate (IPAC). Ook is tijdens de conferentie het Inclusive Forum on Carbon Mitigation9 (IFCMA) gelanceerd, waar Nederland actief aan deelneemt. Tijdens de AVVN in New York
(19–27 september 2022) heeft Nederland onder andere het belang van intensiveringen
op klimaatadaptatie onderstreept.10
Nederland heeft zich tijdens de G20-top in Indonesië (15–16 november 2022) ingezet
om de belangrijkste afspraken uit het UNFCCC COP26 Glasgow Climate Pact op het gebied van klimaatambitie op te nemen in de verklaring van G20 regeringsleiders.
Dit was na uitgebreide onderhandelingen ook de uitkomst. De slotverklaring bevat onder
andere de afspraak van G20-landen om klimaatneutraal te zijn rond 2050, de oproep
om aangescherpte klimaatplannen voor 2030 in te dienen, het centraal stellen van de
grens van 1,5 graad opwarming, het terugdringen van kolen uit de energiesector, en
het uitfaseren van fossiele subsidies.
Het kabinet heeft politiek steun geuit voor twee initiatieven van Duitsland die zijn
opgezet in de context van de G7. Tijdens de klimaatconsultaties met de Duitse regering
op 4 oktober 2022 in Berlijn is steun uitgesproken voor The
Climate Club en het Global Shield against Climate Risks.11 Met de focus op de decarbonisatie van de industrie voor verduurzaming van internationale
ketens kan internationale samenwerking via de Climate Club bijdragen aan het Nederlands klimaatbeleid voor de industrie, waarin ook nadruk ligt
op reducties in de keten en risico’s op koolstoflekkage die effectief klimaatbeleid
in de weg kunnen zitten. Nederland zocht in 2022 actief aansluiting bij Just Energy Transition Partnerships in Zuid-Afrika en Indonesië.
De Algemene Vergadering van de Internationale Organisatie voor de Burgerluchtvaart
(ICAO) heeft in haar 41ste bijeenkomst in Montreal (27 september–7 oktober) overeenstemming
bereikt over een lange termijn CO2-reductiedoel dat streeft naar netto nul emissie in 2050 en zwaardere inzet op de
wereldwijde ontwikkeling en toepassing van duurzame brandstoffen. Afgelopen jaar heeft
Nederland actief bijgedragen aan de Europese onderhandelingsinzet voor de geplande
herziening van de klimaatstrategie van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO)
in 2023. Dit heeft geresulteerd in concrete voorstellen richting IMO om zeevaart broeikasgasemissies
in de periode tot 2050 uit te faseren. Nederland heeft ook andere landen buiten de
EU benaderd om deze lijn te steunen. Uw kamer is eerder over de klimaattransitie in
de zeevaart uitgebreider geïnformeerd over de Nederlandse inzet. De korte termijn
maatregelen voor zeevaart zijn dit jaar in IMO aangenomen en treden per 1 januari
2023 in werking.
EU en extern optreden
De EU neemt mondiaal het voortouw met de Green Deal als holistische groeistrategie, de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050,
de inzet op het «Fit for 55» pakket om het 2030 doel te realiseren en de klimaatadaptatiestrategie uit 2021.
Vanuit deze voortrekkersrol is de EU zeer actief op het gebied van mondiale klimaatdiplomatie.12 Op 21 februari 2022 riep Nederland de Raad Buitenlandse Zaken op om met een Team
Europe benadering gezamenlijk bij te dragen aan verdere emissiereductie en meer klimaatweerbaarheid.
Mede dankzij Nederlandse inzet stond tijdens de toppen en ministeriële bijeenkomsten
van de EU met derde landen (met o.a. de VS, Canada, China en Japan, de Latijns-Amerika
en Caribische regio en de Afrikaanse Unie), klimaat hoog op de agenda. En marge van
de Raad Buitenlandse Zaken van 17 oktober 2022, trad NL toe tot de Group of Friends for an ambitious EU Climate Diplomacy.
In 2022 is de samenwerking tussen de EU-instellingen en EU-lidstaten verder toegenomen.
Via de Global Gateway en Team Europe Initiatives (TEI) vergroot de EU zijn impact en zichtbaarheid. Nederland is onderdeel van o.a.
het Amazone Initiative, het Africa EU Green Energy Initiative en het Team Europe Initiative on Climate Change Adapation and Resilience in Africa en ziet TEIs als kans voor het behalen van meer schaal en impact. Daarnaast waardeert
het kabinet de grote nadruk op klimaat vanuit het Europese Fonds voor Duurzame Ontwikkeling-plus
(het EFSD+), waar de Europese Commissie private middelen mobiliseert met behulp van
garanties en innovatieve financiering.
Op 24 oktober 2022 bevestigde de Milieuraad met Nederlandse steun dat klimaatactie
en het tegengaan van biodiversiteitsverlies hand in hand dienen te gaan om de bijdragen
die ecosystemen kunnen bieden aan het tegengaan van klimaatverandering te versterken,
en tegelijkertijd om de negatieve effecten van klimaatverandering en -actie te minimaliseren.
In november 2021 is een wetsvoorstel door de Commissie gepresenteerd betreffende ontbossingsvrije
producten. Dit voorstel heeft als doel om ontbossing en bosdegradatie, veroorzaakt
door EU consumptie en productie van een zestal grondstoffen, te minimaliseren. Nederland
heeft zich mede als voorzitter van het Amsterdam Declaration Partnership hard gemaakt voor een ambitieuze en inclusieve uitkomst in de onderhandelingen over
de verordening, met voldoende aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder kleine boeren
en inheemse volkeren – en zal dit blijven doen. Het kabinet heeft zich met succes
ervoor ingezet dat ook andere EU-beleidsinstrumenten, waaronder handelspolitiek, bijdragen
aan het promoten van klimaatdoelen in lijn met de Green Deal.13 Over de stand van zaken betreffende «Fit for 55», het wetgevende pakket om in 2030 tenminste 55% broeikasgasemissiereductie te realiseren,
is de Kamer in december 2022 ten laatste geïnformeerd.14
De EU diplomatieke inzet wordt ondersteund door een aanzienlijk budget voor ontwikkelingssamenwerking,
waarvan 30% van de financiering voor klimaatactie dient te worden ingezet.15 In 2021 bleven de EU en de 27 lidstaten de grootste mondiale donor van internationale
klimaatfinanciering met een gezamenlijke bijdrage van circa EUR 23 miljard.16 Deze bijdrage is exclusief de door de EU(-lidstaten) privaat gemobiliseerde klimaatfinanciering.
Multilaterale financiële instellingen
Mede onder druk van Nederland hebben alle multilaterale banken in aanloop naar de
COP26 klimaattop in Glasgow concrete tijdsdoelen gesteld om hun activiteiten in lijn
te brengen met de Parijsdoelen (Paris Alignment). In 2022 heeft Nederland in het bestuur van de multilaterale banken vooral aandacht
gevraagd voor de praktische implementatie van de klimaattoezegging van multilaterale
ontwikkelingsbanken. Op de klimaattop in Sharm el Sheikh hebben de banken gezamenlijk
hun voortgang gepresenteerd en spraken ze hun commitment uit om problemen van duurzame
ontwikkeling, klimaat en biodiversiteit geïntegreerd aan te pakken. De COP27-slotverklaring
roept de multilaterale banken op om operaties in lijn te brengen met de klimaatdoelen,
leiderschap te tonen op klimaat en de private sector te mobiliseren. Deze verklaring
wordt ondersteund door alle landen, wat hopelijk de eerste stap is in het verkleinen
van de tegenstellingen tussen het mondiale noorden en zuiden binnen het bestuur van
de banken. Nederland draagt, bij voorkeur in coalitieverband met gelijkgestemde landen,
deze beleidsinzet uit in gesprek met IFI’s over de uitwerking van de verklaring en
geeft hierbij specifieke aandacht aan het belang van private sector mobilisatie, financiering
voor adaptatie en bijdrage aan de eerlijke en inclusieve (energie)transitie.
Vanuit het mondiale zuiden heeft de premier van Barbados afgelopen zomer het Bridgetown
initiatief gelanceerd. Onderdeel hiervan is de oproep aan de IFI’s om meer middelen
beschikbaar te stellen voor klimaat en de uitvoering van de SDGs. In dit kader ondersteunt
Nederland o.a. de aanbevelingen van het G20 Panel over Capital Adequacy Frameworks (CAF) om de financiële slagkracht van IFI’s te vergroten.
De Europese Investeringsbank (EIB) is de eerste multilaterale bank die ook van haar
klanten inspanningen vereist om de CO2-uitstoot van activiteiten terug te brengen in lijn met het Parijsakkoord. Het afgelopen
jaar is, mede op verzoek van Nederland, in navolging van het nieuwe EIB klimaat- en
energiebeleid uit 2020, een nieuw raamwerk opgesteld (PATH Framework) door de Raad van Bewind. Daarnaast heeft de EIB in 2022 een klimaatadaptatieplan
aangenomen, waarin de bank adaptatiefinanciering verhoogt naar 15% en de impact van
investeringen vergroot. Ook heeft de EIB een pakket aangenomen om het Europese RePowerEU
plan te ondersteunen met EUR 30 miljard t/m 2027 aan additionele groene investeringen
(renewables, efficiëntie en innovatie).
De Wereldbank verleende in 2022 een recordbedrag aan klimaatfinanciering (USD 31,7
miljard; 36% van totale financiering en een stijging van 19% t.o.v. 2021).17 De Wereldbank presenteerde in 2022 ook de eerste Country Climate and Development Reports (CCDRs), waarmee o.a. beter in beeld wordt gebracht welke klimaatinvesteringen het
meest impactvol kunnen zijn. Via International Finance Corporation (IFC) en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) financierde Nederland de ontwikkeling van groene investeringskansen, onder
andere door de private sector. Nederland steunde via het multidonor-fonds in het kader
van het Amazon Initiative van de Inter-American Development Bank (IDB) duurzame, inclusieve economische ontwikkeling met behoud van het Amazone regenwoud.
Via de Wereldbank Global Facility for the Decarbonisation of Transport ondersteunde Nederland de transitie naar duurzame mobiliteit in ontwikkelingslanden.
Via de Climate Investment Funds (CIF) stimuleerde Nederland investeringen van de gezamenlijke multilaterale ontwikkelingsbanken
in de integratie van variabele hernieuwbare energie in elektriciteitsnetten.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft in 2022 de Resilience and Sustainability Trust (RST) opgericht. Met dit fonds zouden zowel kwetsbare lage- als middeninkomenslanden
lange termijn financiering kunnen krijgen ten behoeve van duurzame versterking van
de economie. Dit kan de weerbaarheid tegen schokken zoals klimaatverandering versterken
en toekomstige betalingsbalansproblemen voorkomen. Nederland heeft de oprichting van
de RST gesteund en draagt hier financieel aan bij. Zo leent De Nederlandse Bank (DNB)
SDR18 1,2 miljard door aan de RST en zal er vanuit de BHOS-begroting een bijdrage worden
gedaan aan de reserve account van de RST van ongeveer EUR 25 miljoen.
Nederland werkt ook aan de projectontwikkeling voor de projectenpijplijn ter financiering
door multilaterale banken (IFI’s) met private partijen. Dit doen we via bilaterale
samenwerking met verschillende landen en onze eigen instrumenten, bijvoorbeeld door
het cofinancieren van grootschalige rivierprojecten van de Asian Development Bank en Wereldbank in Bangladesh. In het volgende stuk wordt de Nederlandse bilaterale
inzet en programma’s verder belicht.
Mondiale diplomatie: bilateraal en samenwerken in daadkrachtige coalities
Bilaterale diplomatie
Nederland blijft de noodzaak van meer klimaatambitie en -actie aan de orde stellen
in de bilaterale contacten op politiek en hoog ambtelijk niveau. Daarbij is het van
belang, conform de recente rapporten van het UNFCCC-secretariaat (NDC synthese rapport)
en UNEP (emissions gap & adaptation gap rapporten) om zowel het gat in ambitie als in implementatie te dichten. Nederland
benadrukt het belang van het verlagen van de mondiale uitstoot en biedt landen met
opkomende economieën handvatten voor de ambitieverhoging en de uitvoering van nationale
klimaatplannen. Vanuit de positie van het Koninkrijk kent Nederland de uitdagingen
en mogelijkheden voor de energietransitie van kleine eilandstaten en wil zich hier
in de toekomst nader op profileren. Deze inzet wordt geleid door een landen specifieke
aanpak waarin gezamenlijke interesses en Nederlandse kennis en kunde samenkomen. Bijvoorbeeld
door landen via ontwikkelingssamenwerkingspartners of de private sector te ondersteunen
bij investeringen in circulaire economie, kringlooplandbouw, hernieuwbare energie
en duurzame mobiliteit. De Klimaatgezant sprak met o.a. Japan, Zuid-Korea en China
over het versnellen van de mitigatieacties. In EU-verband droeg Nederland bij aan
de ambitie van beoogde Just Energy Transition Partnerships met Indonesië, India, Vietnam en Senegal.
Nederland heeft diverse programma’s en instrumenten beschikbaar voor het postennet
om klimaatacties en economische samenwerking in de groene transitie te stimuleren,
onder andere bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het Landbouwattachénetwerk
(LAN) vervult hierin een belangrijke rol. Klimaat slim produceren binnen de gegeven
context is en blijft uitgangspunt van de programma’s en activiteiten van het LAN netwerk
en ambassades. De recent gepubliceerde LAN agrospecial geeft een overzicht van de
inspanningen.19
Ook via de in 2022 gelanceerde BHOS-combinatielandenaanpak en het nieuwe programma
Climate and Energy Response Facility (CERF) dragen Nederlandse ambassades bij aan het versnellen van de transitie en het
verminderen van uitstoot met activiteiten, gericht op kennisoverdracht, capaciteitsopbouw
of het ontsluiten van financiering in sectoren als zonne-energie, wind op zee, circulaire
economie en groene waterstof. Het Climate and Development Knowledge Network (CDKN) – een kennisnetwerk dat zich inzet voor het versnellen van rechtvaardige,
inclusieve en lokaal-geleide klimaatadaptatie en verhogen van de weerbaarheid van
de meest kwetsbare mensen – ondersteunt met de lokale kennis ook ambassades bij het
integreren van klimaatrisico’s in strategieën en activiteiten. Ook voor adaptatiemaatregelen
specifiek op het gebied van water zijn er diverse programma’s. Een voorbeeld hiervan
is het Partners voor Water programma dat zich richt op nature based solutions, water-biodiversiteit-voedsel nexus en de Blue Deal.
Highlights uit de bilaterale diplomatieke inzet
Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika draagt Nederland in samenwerking met energiebedrijf Eskom bij aan het
bewerkstelligen van een rechtvaardige energietransitie en de uitvoering van het Just Energy Transition Partnership door inzet op alternatieve werkgelegenheid en omscholing op het gebied van klimaat
slimme landbouw, circulaire economie en water management in het gebied van de Grootvlei
kolencentrale die zal worden gesloten.
DRC
Met de overheid en belangengroepen in de DRC voert Nederland een actieve dialoog over
acties om het bos in het Congo Basin in stand te houden. De dialoog wordt zoveel mogelijk
samen met andere partners gevoerd, bijvoorbeeld in het samenwerkingsverband «Central African Forest Initiative», waar Nederland ook financieel aan bijdraagt. CAFI ondersteunde DRC met het organiseren
van de pre-COP27, waar de wisselwerking klimaat – bossen hoog op de agenda stond.
China
Op initiatief van Nederland zijn op COP27 de eerste China – EU (EDEO en een aantal
EU-lidstaten) klimaatgezantenconsultaties gehouden. En marge van de G20-bijeenkomst
in Bali bevestigden Chinese President Xi en Minister-President Rutte de wens om samen
te werken op klimaat. Naar aanleiding hiervan wordt een aantal initiatieven op klimaatadaptatie,
-mitigatie, duurzaam transport, circulaire economie en duurzame zorg verder ontwikkeld.
Vietnam
Nederland heeft met Vietnam strategisch partnerschapsakkoorden op klimaatadaptatie,
duurzame landbouw, voedselzekerheid en waterbeheer. De Nederlandse ambassade ondersteunt
o.a. met het Partners voor Water programma en het RVO instrumentarium de groene agrotransformatie
van intensieve rijstteelt naar duurzame productie van hoogwaardige producten (fruit,
kweekvis/garnalen) en biodiversiteit (mangrove herstel). Zo wordt een bijdrage geleverd
aan de duurzame, sociale en economische ontwikkeling van de Mekong Delta en het bereiken
van de klimaatdoelen, met name adaptatie.
Zuid-Korea
De NDC doelstelling van Zuid-Korea biedt kansen voor business to business (B2B) en government to government (G2G) samenwerking op offshore wind. In 2022 is de klimaatsamenwerking met Zuid-Korea
vergroot. I.h.k.v. het CERF instrument nam een delegatie uit Zuid-Korea deel aan de
Offshore Energy Exhibition and Conference in Amsterdam 29 en 30 november 2022. Door
het Strategisch Partnerschap en de geplande bezoeken van Nederlandse bewindspersonen
in 2023 kan de klimaatsamenwerking met Zuid-Korea naar een hoger politiek plan worden
getild.
Er zijn meerdere bilaterale samenwerkingsovereenkomsten gesloten waar de water- en
klimaatadaptatiesamenwerking voor de komende jaren gestalte mee krijgt. De Minister
van Infrastructuur en Waterstaat tekende een Memorandum of Understanding (MoU) met
Colombia (mei 2022) en met Indonesië (juni 2022) waarin expliciet aandacht is voor
klimaatadaptatie. Ook op circulaire economie heeft Nederland het afgelopen jaar de
internationale samenwerking versterkt. Nederland is toegetreden tot de Advisory Board van de African Circular Economy Alliance en financiert samen met Japan de Circular Economy For Net Zero Industry Transition Initiative, om circulaire oplossingen in de gebouwde omgeving te versnellen.
Buiten de centrale overheden zocht Nederland ook in 2022 de samenwerking met lokale
overheden en steden, kennisinstellingen, jongeren, bedrijven en het maatschappelijk
middenveld voor hun rol in de bestrijding van de drie planetaire crises klimaatverandering,
biodiversiteitsverlies en vervuiling. Het UNEP World Conservation Monitoring Centre heeft met Nederlandse steun het Nature Commitments Platform opgericht waar gebiedsgerichte toezeggingen van bescherming van niet statelijke actoren
worden verzameld en mogelijkheden voor publieke en private investeringen geïdentificeerd.
Jongeren zijn een belangrijke stakeholder van de toekomst, de erkenning daarvan is
in de vorm van de generatietoets in het coalitieakkoord opgenomen.20 Het afgelopen jaar zette het kabinet zich wederom in voor het borgen van betekenisvolle
jongerenparticipatie in het opstellen van nationale klimaatagenda’s, zoals via het
We Are Tomorrow Global Partnership (WATGP). In 2022 heeft WATGP in samenwerking met 11 partnerlanden de Global Youth Climate Agenda ontwikkeld en gepresenteerd.
Met de jongerenstrategie Youth at Heart,21 is het Nederlands buitenlandbeleid en de programmering in 2022 meer jongeren-responsief
gemaakt en worden jongeren integraal betrokken in de totstandkoming van beleid en
programmering. Om jongeren klaar te stomen voor de toekomst en de aanstaande transities,
ontwikkelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken een nieuw onderwijs- en vaardighedenprogramma
met klimaat als een belangrijk inhoudelijk thema.
Nederlandse internationale klimaatfinanciering
Nederland ondersteunt ontwikkelingslanden in een koolstofarm en klimaatweerbaar ontwikkelingspad.
De steun beslaat terreinen als toegang tot hernieuwbare energie, klimaat slimme landbouw,
water, bosbeheer en klimaatbestendige infrastructuur en verloopt zowel als bilateraal
als multilateraal. Via het NDCP zijn in tientallen landen adviseurs geplaatst die
de autoriteiten assisteren bij de ontwikkeling van klimaatplannen. In 2021 besteedde
NL EUR 638 miljoen aan publieke middelen voor klimaatactie in ontwikkelingslanden22 waarvan meer dan de helft ten goede kwam aan klimaatadaptatie. Daarnaast is in 2021
met publieke middelen EUR 620 miljoen aan private klimaatinvesteringen gemobiliseerd,
onder meer via het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) en de multilaterale ontwikkelingsbanken. In 2022 is een eerste stap gemaakt
in het intensiveren van de klimaatfinanciering met het oog op het streven om in 2025
meer dan EUR 1,8 miljard aan publieke en gemobiliseerde private klimaatfinanciering
bij te dragen aan de collectieve verplichting om in de jaren 2020–2025 jaarlijks USD
100 miljard te mobiliseren voor klimaatactie in ontwikkelingslanden.
De klimaatfinanciering bestaat uit een pallet van activiteiten23 waarbij er ook klimaatrelevante activiteiten zijn die een ander primair doel hebben.
Zo dragen de strategische partnerschappen met het maatschappelijk middenveld ook bij
aan klimaatactie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering.
Daarbij staan de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop.
Gezien de grote financieringsbehoefte die voortkomt uit de klimaatdoelstellingen,
speelt het bevorderen van financiering vanuit de private sector een belangrijke rol
in de Nederlandse internationale klimaatinzet. Naast het Dutch Fund for Climate and Development en de mobilisatie van private financiering via multilaterale ontwikkelingsbanken,
heeft het kabinet bijvoorbeeld het ILX initiatief gesteund. Dit fonds is in 2022 gelanceerd
met circa USD 1 miljard kapitaal vanuit Nederlandse pensioenfondsen waarmee institutionele
investeerders beleggen in (groene) private sector leningen met ontwikkelingsbanken.
Bij een deel van de activiteiten onder de klimaatfinanciering is er ruimte om de innovatieve
kracht van Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven beter in te zetten. Mede ter
uitvoering van de motie van de leden Erkens Boucke (Kamerstuk 31 793, nr. 216) wordt er het eerste kwartaal van 2023 een workshop gehouden met kennisinstellingen
en bedrijven en uitvoeringspartners als FMO, Invest International, RVO en Atradius
Dutch State Business om te bezien hoe zij beter betrokken kunnen worden en hoe hun
toegang tot nationale en internationale klimaatfondsen verbeterd kan worden.24
In lijn met de Internationale Klimaatstrategie en het feministisch buitenland beleid,25 gaf Nederland in 2022 in haar klimaatinzet specifieke aandacht aan vrouwen en meisjes,
en inheemse gemeenschappen, omdat zij onevenredig hard getroffen worden door de gevolgen
van klimaatverandering.26
Tot slot
Wereldwijd zijn voor velen de gevolgen van klimaatverandering al een harde realiteit
en de komende jaren zal deze realiteit alleen maar meer voelbaar worden. Om de gevolgen
te beperken en ons er op aan te passen hebben we mondiale actie nodig. Nederland blijft
zich onder coördinatie van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
in nauwe samenwerking met de Minister voor Klimaat en Energie en andere betrokken
bewindspersonen, internationaal inzetten om hier aan bij te dragen in lijn met de
Internationale Klimaatstrategie.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie