Brief regering : Aanpak gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken
28 286 Dierenwelzijn
Nr. 1288
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2023
Mensen hebben een bijzondere band met huisdieren. Ze zijn volwaardig deel van vele
gezinnen en worden liefdevol verzorgd. En die liefde geven ze ook terug. Zo voelen
mensen met huisdieren zich over het algemeen minder angstig, eenzaam en depressief.
Veel Nederlanders zullen herkennen dat het zorgen voor een dier voldoening geeft:
meer dan een derde van Nederlandse huishoudens heeft een hond of kat.
Bij de keuze voor een huisdier wordt vaak gekeken naar het uiterlijk van een dier.
Mensen kiezen voor kenmerken die ze schattig vinden, bijvoorbeeld honden met een korte
snuit of katten met vouwoortjes. Hun baasjes hebben de beste bedoelingen, maar zijn
zich vaak niet bewust van de duistere kant van deze uiterlijke kenmerken. Het fokken
van deze eigenschappen kan er namelijk voor zorgen dat deze «doorgefokte» dieren permanent
lijden onder hun uiterlijk. Hondjes met te korte snuiten kunnen vaak niet eens normaal
ademhalen, waardoor ze happend naar adem door het leven gaan. Honden die een afwijkende
schedelvorm hebben, kunnen altijd hoofdpijn hebben. Katten met vouworen hebben afwijkend
kraakbeen wat hen veel pijn kan doen.
Ik wil hier glashelder over zijn – als Minister maar ook als mens: ik vind dit niet
kunnen. We maken onschuldige dieren het leven zuur, puur omdat we het «mooi» en «schattig»
vinden. Dat raakt me en ik weet dat veel Nederlanders dat ook zo voelen. Daarom wil
ik naar een Nederland waar geen enkel huisdier meer hoeft te lijden onder zijn of
haar uiterlijk: een Nederland zonder dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken.
Dat is ontzettend complex: Hoe tonen we objectief aan dat dieren lijden onder hun
uiterlijk? Daarom zal ik een Nederland volledig zonder dieren die lijden onder hun
uiterlijk als Minister waarschijnlijk niet meemaken. Maar ik voel sterk de verantwoordelijkheid
om nu al te doen wat ik kan om ons een stap dichterbij te brengen. Want het is een
complex streven, maar ook een juist streven.
Daarom wil ik een houdverbod voor honden en katten die lijden onder hun uiterlijke
kenmerken. Dit verbod zou betekenen dat dieren met deze eigenschappen niet meer gehouden
mogen worden.
Houdverbod
Het invoeren van een houdverbod is ontzettend complex. Voor een verbod moeten we objectief
kunnen beoordelen of een uiterlijk kenmerk lijden veroorzaakt en hier ook gedegen
op kunnen handhaven. Dat roept veel vragen op – vragen die ik niet op korte termijn
kan beantwoorden. Maar dit is wel mijn streven en ik ga hiermee aan de slag.
Specifiek is mijn intentie om een lijst te ontwikkelen. Hierop komen schadelijke uiterlijke
kenmerken te staan waarvan objectief vast te stellen is dat ze lijden veroorzaken
en die objectief bij individuele dieren vast te stellen zijn. Dieren die daaraan voldoen
mogen niet meer gehouden worden. Daarbij geldt wel een overgangsregeling: mensen die
op het moment dat een eigenschap verboden wordt al een dier met die eigenschap in
huis hebben, mogen dat dier nog houden tot het overlijdt. Deze lijst zal klein beginnen,
maar aangevuld worden naarmate verder onderzoek plaatsvindt en daardoor steeds meer
schadelijke kenmerken objectief vastgesteld kunnen worden (een «dynamische lijst»).
Als eerste kernmerk voor op de lijst wil ik de katten met vouworen, die ik eerder
noemde, die permanent lijden vanwege hun kraakbeenafwijking verbieden.
De motie van de leden Wassenberg en Van Campen en Boswijk (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 64) sprak van een handels- en importverbod op dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken.
Met mijn voorgenomen houdverbod ga ik een stap verder. Het is daarbij goed om te noemen
dat een houdverbod alles bereikt wat een handels- en importverbod ook zou bereiken:
om een dier te verhandelen of te importeren, moet een handelaar het dier namelijk
(weliswaar kort) in bezit hebben.
Vertoningsverbod
Het uitwerken van een dynamische lijst kost veel tijd. Daarom ga ik in de tussentijd
een vertoningsverbod uitwerken: een verbod op beeld-uitingen van honden en katten
met extreme uiterlijke kenmerken die altijd lijden of een verhoogd risico hebben op
lijden, zoals katten met vouworen of té kortsnuitige honden.
Het vaak of prominent zien van een bepaalde diersoort vergroot de vraag ernaar, ondanks
dat de eigenschappen van dit dier lijden kunnen veroorzaken. Ik wil daarom niet dat
deze dieren gebruikt worden in reclames, advertenties en op sociale media, waaronder
vertoningen door beroemdheden en influencers. Hiermee wil ik de vraag naar honden
en katten met extreme uiterlijke kenmerken verminderen. Dit moet zorgvuldig uitgewerkt
worden omdat we ons realiseren dat dit verbod en de invulling daarvan vragen oproept.
Conclusie
Ik houd uw Kamer op de hoogte van mijn voortgang met deze twee voornemens. Ik realiseer
me dat die vergaand zijn. Ze raken de persoonlijke levenssfeer van veel mensen. Maar
ons basale plezier mag niet zwaarder wegen dan de permanente pijn van de huisdieren
waar we zo veel om geven. Ik wil mensen ook oproepen om daar het gesprek over aan
te gaan in hun omgeving – überhaupt, maar ook zeker als men overweegt een dier in
huis te nemen.
Gesprekken over dierenwelzijn liggen gevoelig en zijn complex. Maar juist daarom moeten
we als maatschappij die discussie met elkaar voeren. Daar hoop ik op deze manier een
bijdrage aan te leveren en dat zal ik ook blijven doen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Indieners
-
Indiener
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit