Brief regering : Staat van de Uitvoering en voortgangsrapportage programma Werk aan Uitvoering
29 362 Modernisering van de overheid
Nr. 321
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR ARMOEDEBELEID,
PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2023
Hierbij bieden wij u aan de eerste Staat van de Uitvoering, alsmede de eerste Voortgangsrapportage
Werk aan Uitvoering, met tevens een overzicht van de stand van zaken van de op dit
terrein door uw Kamer aangenomen moties.
1. De Staat van de Uitvoering 2022
In het coalitieakkoord1 van dit kabinet is het versterken van de democratische rechtsorde en hiermee samenhangend
een toekomstbestendige dienstverlening een belangrijke prioriteit. Een goede publieke
dienstverlening die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is draagt immers
bij aan een herstel van vertrouwen van de burger in de overheid. Dit vereist nadrukkelijk
aandacht voor de uitvoerbaarheid en de uitvoering van het beleid.
Deze Staat van de Uitvoering is een periodiek terugkerende publicatie bedoeld om de
Tweede Kamer te informeren over de publieke dienstverlening via een breed en trendmatig
beeld over de uitvoeringspraktijk van de overheid. Deze eerste Staat van de Uitvoering
vertegenwoordigt «de stem van de uitvoering». Deze eerste rapportage is vastgesteld
door een door de ministerraad ingestelde Stuurgroep Staat van de Uitvoering.2 De Stuurgroep heeft kunnen vaststellen dat de in deze rapportage verwoorde boodschap
kan rekenen op brede steun. Gemeenten onderschrijven eveneens deze boodschap.
Deze eerste Staat van de Uitvoering laat zien dat er veel goed gaat in de publieke
dienstverlening. Burgers en ondernemers worden doorgaans goed geholpen. Dat is belangrijk
om te constateren. Maar, zo blijkt uit de rapportage, er zijn redenen om ons zorgen
te maken over de toekomstbestendigheid van de publieke dienstverlening in ons land.
Geconstateerd wordt dat de bestaande complexiteit het grootste knelpunt is in de uitvoering.
Deze rapportage signaleert dat de inwoners van ons land en ondernemers door de bomen
het bos niet meer zien door de complexe regels en omvangrijke beleidsproductie, die
grotendeels vorm wordt gegeven in de kokers. Het werk in de uitvoering wordt steeds
arbeidsintensiever, terwijl de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt. Veel wetgeving
legt volgens de rapportage ook een administratieve last bij burgers en ondernemers
die het minst in staat zijn om daar mee om te gaan. Alle verschillende regelgeving
en de stapeling van beleid maken ook de gehele overheid ondoorzichtig, inflexibel
en foutgevoeliger. Het gevolg is dat mensen die afhankelijk zijn van de overheid steeds
vaker vastlopen en niet de hulp krijgen die zij nodig hebben. De complexiteit beperkt
bovendien de mogelijkheden om politiek gewenste wijzigingen door te voeren.
Er is door de jaren heen een hoge mate van complexiteit georganiseerd in wet- en regelgeving,
in onze processen, in de stapeling van beleid, in de manier waarop we als overheid
ingericht zijn en in onze IT-systemen. Dat komt de wendbaarheid en responsiviteit,
daarmee de dienstverlening aan de samenleving, niet ten goede.
Naast deze complexiteit noemt het rapport ook een aantal specifieke knelpunten als
de rode draad uit de afzonderlijke rapportages van uitvoeringsorganisaties (de zogenoemde
«Standen van de Uitvoering»). Deze specifieke knelpunten zijn:
– IT-systemen zijn verouderd en gegevensuitwisseling is onvoldoende;
– Er is spanning tussen een gestandaardiseerde aanpak en maatwerk in de uitvoering dat
niet altijd mogelijk is;
– Er zijn vergrijsde overheidsorganisaties, er is veel vraag naar schaarse beroepen,
terwijl er structurele krapte op de arbeidsmarkt heerst.
Het onderzoek in het kader van de Staat van de Uitvoering voor een eerste trendmatig
overkoepelend beeld van de publieke dienstverlening, ondersteunt bovenstaande problematiek
en signaleert daarnaast ook de veelvoorkomende reflex, als antwoord op problemen in
de uitvoering, van meer beleid en meer of verbijzondering van regels. Die reflex versterkt
over de gehele breedte echter eerder de complexiteit, dan dat deze reflex problemen
oplost.
Aan het slot van deze brief schetsen wij de appreciatie van het kabinet en ons voorstel
voor het vervolgproces.
2. De Voortgangsrapportage Werk aan Uitvoering
Het kabinet werkt met het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering (WaU) aan het
verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Uw Kamer wordt jaarlijks
geïnformeerd over de voortgang van dit programma. Hierbij bieden wij u de eerste voortgangsrapportage
aan. Deze gaat over de prioriteiten die het kabinet heeft vastgesteld, namelijk de
menselijke maat in de dienstverlening, de randvoorwaarden voor onze publieke dienstverleners
en het verbeteren van het samenspel tussen politiek, beleid en uitvoering. Tevens
bieden wij hierbij een overzicht aan van de stand van zaken van de moties op dit terrein.
In het AO rijksdienst op 14 september 2022 (Kamerstuk 31 490, nr. 325) heeft de Minister van BZK toegezegd te onderzoeken of de resultaten van het programma
WaU ook opgenomen zouden kunnen worden in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.
Dat is niet wenselijk omdat het programma WaU een overheidsbreed programma is en niet
alleen de rijksdienst betreft, waarover de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk gaat.
Bovendien raakt het werkprogramma WaU vooral aan primaire processen en in veel mindere
mate aan de bedrijfsvoering. Dat maakt het leggen van deze verbinding niet voor de
hand liggend.
3. Vervolgproces
Het kabinet onderschrijft de indringende analyse en de knelpunten in de Staat van
de Uitvoering. Er wordt inmiddels al veel inzet gepleegd om de publieke dienstverlening
te verbeteren en stap voor stap wordt ook vooruitgang geboekt. Zo is in nauwe samenspraak
met onder meer de publieke dienstverleners en medeoverheden een breed gedragen beeld
van de loketfunctie opgesteld.
Dat blijkt zeker ook uit de eerste voortgangsrapportage van het programma Werk aan
Uitvoering. Samen met de uitvoering wordt in een aantal domeinen concreet gewerkt
aan de vereenvoudiging van bestaande wetgeving. Binnen het sociaal domein gebeurt
via de uitvoering van de Vereenvoudigingsagenda sociale zekerheid. De inventarisatie
van wetgeving die hardvochtig uitpakt is in alle domeinen uitgevoerd. De Kamer is
over de stand van zaken van deze inventarisaties geïnformeerd per brief van 21 december
20213 en meer recent in de brief van 12 juli 2022 «Acties kabinet bevorderen menselijke
wetten en regels».4 Deze brief geeft verder ook een visie op hardheidsclausules en de hoofdlijnen van
het wetsvoorstel de Awb meer mensgericht te maken. Met de brief van 20 oktober 2022
is de Kamer geïnformeerd over de herziening van het Integraal afwegingskader voor
beleid en regelgeving (IAK). In de eerste helft van 2023 wordt het «Beleidskompas»
geïntroduceerd, dat in de plaats komt van het IAK. Het Beleidskompas biedt een richtinggevende
structuur die helpt om het beleidsvoorbereidingsproces goed vorm te geven met als
doel een goede beleidskwaliteit. Bijvoorbeeld door oog te hebben voor het doenvermogen
van de doelgroep en vroegtijdige en gelijkwaardige betrokkenheid van de uitvoering.5
Deze Staat van de Uitvoering dient als basis voor een breed gesprek om gezamenlijk
(politiek, beleid en uitvoering) tot oplossingsrichtingen te komen. Oplossingen komen
alleen in beeld als vanuit eenzelfde probleembesef wordt vertrokken, er gezamenlijk
de schouders onder wordt gezet en onconventionele maatregelen niet worden geschuwd.
Het kabinet wil daarom in de volle breedte met uw Kamer èn met vertegenwoordigers
van uitvoeringsorganisaties het gesprek voeren over hoe we de complexiteit kunnen
terugdringen. De krapte op de arbeidsmarkt en de demografische ontwikkelingen maken
de urgentie om de complexiteit aanzienlijk te reduceren nog groter. Voor deze complexiteitsreductie
is geen eenduidige weg voorhanden. Het vergt naar de mening van het kabinet het bewandelen
van meerdere routes, zowel specifiek, gericht op bepaalde maatschappelijke thema’s
of beleidsterreinen als ook meer algemene, generieke, acties.
Wij gaan graag in gesprek met uw Kamer over deze Staat van de Uitvoering en over het
vervolg. Wij zullen zelf ook dialoogsessies organiseren waarbij wij vertegenwoordigers
betrekken van uitvoering, toezicht, beleid, decentraal bestuur, semipublieke instellingen
en Hoge Colleges van Staat (de Nationale ombudsman, de Algemene Rekenkamer en de Raad
van State).
Daarna zullen wij u onze beleidsreactie op de Staat van de Uitvoering en de voortgangsrapportage
WaU sturen, voorafgaand aan de eerstvolgende dag van de publieke dienstverlening (22 juni
2023).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen