Brief regering : Voortgang versterking VTH-stelsel
22 343 Handhaving milieuwetgeving
28 663 Milieubeleid
Nr. 351 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2023
Zoals in mijn brief van 8 juli jl.1 aangegeven, zet ik mij in voor een schone, veilige en gezonde leefomgeving door milieuschade
te voorkomen in plaats van achteraf te herstellen. Dat vraagt om een sterker en onafhankelijker
stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) voor milieu. Met deze
brief informeer ik u, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) en van Justitie en Veiligheid (JenV) over de voortgang van de versterking van
het VTH-stelsel. Hierbij ga ik in op de voortgang van het interbestuurlijk programma
versterking VTH-stelsel (IBP VTH), het opvolgen van aanbeveling 4 van de commissie
Van Aartsen inzake het basistakenpakket2, het onderzoek naar de kennisinfrastructuur in het VTH-stelsel, de voortgang van
de specifieke uitkeringen aan de omgevingsdiensten voor de uitvoering van het IBP
VTH en openbaarmaking van inspectieresultaten door de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT). Tevens reageer ik met deze brief op één motie en twee toezeggingen.
Voortgang IBP VTH
In mijn brief van 8 juli jl. heb ik u een indicatieve planning gegeven van het IBP
VTH. Daarbij heb ik toegezegd u voor het kerstreces te informeren over de voortgang
van het IBP VTH. Deze toezegging heb ik herhaald tijdens het commissiedebat VTH op
13 september jl. (Kamerstukken 22 343 en 28 633, nr. 345) Met deze brief zend ik u de eerste voortgangsrapportage van het IBP VTH zoals deze
op 24 november jl. in het bestuurlijk overleg IBP VTH is vastgesteld (bijlage 1).
In deze voortgangsrapportage is aangegeven welke zaken op schema liggen (groen), welke
zaken conform planning nog niet zijn gestart (lichtgroen) en voor welke zaken de planning
is aangepast (geel). Voor deze laatste zaken is toegelicht waarom een aanpassing van
de planning noodzakelijk is gebleken.
Op basis van de voortgangsrapportage constateer ik dat binnen de zes pijlers van het
IBP VTH veel werk is verricht. Dit werk resulteert in een zestal pijlerplannen3 die op 17 januari a.s. in de stuurgroep IBP VTH worden vastgesteld. Daarmee ligt
er een stevige agenda voor 2023 en 2024. Daarnaast zijn binnen het IBP VTH reeds de
nodige acties ingezet. Zo vinden er pilots plaats bij 4 omgevingsdiensten voor visitatie,
is de ILT een eerste thematisch onderzoek gestart dat zich richt op de inzameling
van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (e-waste), zijn gemeenten geïnformeerd
over hun rol in het horizontaal toezicht4, is de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO)5 vastgesteld, wordt milieucriminaliteit opgenomen in de volgende Veiligheidsagenda
en is in de najaarsbrief van de Minister van JenV over georganiseerde ondermijnende
criminaliteit6 aangegeven dat in de gaten wordt gehouden of milieucriminaliteit ook onderdeel van
de aanpak georganiseerde criminaliteit moet worden.
Ik ben onder de indruk van wat in gang is gezet om de aanbevelingen van de commissie
Van Aartsen op te volgen. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat – hoewel dit een zorgvuldige
aanpak vergt – het niet snel genoeg kan. Ik volg de voortgang van het IBP VTH dan
ook nauwgezet. Het IBP VTH is ook de komende tijd het spoorboekje voor de aanpak en
vormt daarmee de basis voor prioritering van de aan te pakken verbeterpunten.
Opvolging aanbeveling 4 commissie Van Aartsen (basistakenpakket)
In mijn brief van 8 april jl. (Bijlage bij Kamerstukken 22 343 en 28 663, nr. 315) heb ik aangegeven dat ik begin april jl. de provincies heb verzocht om hun rol in
het interbestuurlijk toezicht op te pakken om er voor te zorgen dat de uitvoering
van alle basistaken door gemeenten bij omgevingsdiensten wordt belegd. Het toezicht
tussen bestuurslagen zorgt dat bestuurslagen kunnen worden aangesproken op hun functioneren.
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken.
Ik heb van alle provincies een eerste reactie gekregen. Naar aanleiding daarvan heb
ik uitstel voor inhoudelijke reactie verleend zodat de provincies de gelegenheid hadden
om zaken uit te zoeken. Dit uitstel liep op 31 oktober jl. af. De meeste provincies
hebben inmiddels gereageerd. Enkele provincies hebben aangegeven meer tijd nodig te
hebben. Ik verwacht eind januari een totaalbeeld te hebben van het beleggen van de
uitvoering van alle basistaken door gemeenten bij omgevingsdiensten. Hierover zal
ik u nader informeren.
Daarnaast is met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG) en Omgevingsdienst NL (ODNL) gewerkt aan de circulaire basistakenpakket. Doel
van de circulaire is dat deze circulaire wordt gebruikt voor het inregelen van de
basistaken bij omgevingsdiensten. Tevens kunnen provincies de circulaire gebruiken
voor het interbestuurlijk toezicht op gemeenten. De circulaire kan in overleg met
de hierboven genoemde partijen door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
worden aangevuld en aangepast als bijvoorbeeld onderliggende wet- en regelgeving wijzigt
of als er nieuwe taken aan het basistakenpakket worden toegevoegd. De circulaire wordt
in februari a.s. op de site van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) geplaatst.
Kennisinfrastructuur VTH
Voorafgaand aan het IBP VTH is een verkenning uitgevoerd naar de kennisinfrastructuur
van het VTH-stelsel. In mijn brief van 2 september jl. heb ik toegezegd dat ik u de
resultaten van deze verkenning voor het kerstreces toestuur. Bijgaand treft u de verkenning
aan (bijlage 2).
In de verkenning wordt geconcludeerd dat de huidige VTH informatie- en kennisinfrastructuur
divers en uiteenlopend is georganiseerd. Zo wordt in de verkenning geconstateerd dat
het een beperkt samenhangend geheel van informatie- en kennisnetwerken is dat niet
integraal ontsloten wordt. Ook wordt vastgesteld dat ondanks goede bedoelingen van
alle partijen, het ontbreekt aan een eenduidige visie en uniforme regie.
De verkenning benoemt als oplossing het faciliteren en verbinden van de huidige netwerken.
Hiervoor moet een integrale visie op informatie- en kennismanagement worden vastgesteld
en actief worden uitgedragen. Dit wordt opgepakt in pijler 4 (kennisinfrastructuur
en arbeidsmarkt) van het IBP VTH.
Voortgang Specifieke uitkering IBP VTH
Op 21 oktober jl.7 informeerde ik u over de besteding van de coalitieakkoordgelden versterking VTH-stelsel
in 2022. Met een regeling is een specifieke uitkering voor alle omgevingsdiensten
van in totaal 15 miljoen euro mogelijk gemaakt. Deze regeling is op 14 september jl.
gepubliceerd in de Staatscourant8. Alle omgevingsdiensten hebben een aanvraag ingediend voor in totaal bijna 15 miljoen euro.
Deze aanvragen zijn beoordeeld en de beschikkingen zijn onlangs de deur uitgegaan.
Met deze middelen gaan de omgevingsdiensten komend jaar aan de slag met activiteiten
die benoemd zijn in het IBP VTH. De focus bij de aanvragen ligt hierbij op scholing,
arbeidsmarkt en verbetering datakwaliteit. Een andere financiële stimulering betreft
de subsidie aan ODNL van 1,5 miljoen euro voor inzet op overkoepelende thema’s zoals
kennisinfrastructuur en datakwaliteit. Ook wordt met de subsidie de ODNL Academie
versterkt.
Openbaarmaking inspectieresultaten door de ILT
In december 20219 bent u geïnformeerd over openbaarmaking van inspectieresultaten. Per 1 mei 2022 is
de Wet open overheid (Woo) gefaseerd in werking getreden. Onderzoeksrapporten en signaalrapportages
worden door de ILT actief openbaar gemaakt. Op grond van de Woo geldt op termijn een
verplichting om ook bepaalde categorieën van individuele besluiten actief openbaar
te maken.
Parallel aan implementatie van de Woo heeft de ILT een korte verkenning uitgevoerd
naar verdergaande mogelijkheden van openbaar maken van bevindingen uit inspecties
bij individuele bedrijven. Hieruit blijkt dat het openbaar maken van deze bevindingen
juridisch mogelijk is, mits een belangenafweging plaatsvindt en wettelijke begrenzingen
in acht worden genomen. Praktisch heeft actieve openbaarmaking hiervan aanzienlijke
implicaties voor onder meer werkwijze en processen.
De ILT gaat in 2023 en vooruitlopend op de verwachte fasering vanuit de Woo een pilot
uitvoeren waarbij handhavingsbesluiten op het terrein van risicobedrijven actief openbaar
zullen worden gemaakt. Leerpunten en bevindingen uit de pilot worden betrokken bij
mogelijke vervolgstappen en de verdere implementatie van de Woo binnen de ILT.
Stand van zaken motie en toezeggingen
Motie aantal verwachte vergunningen en extra maatregelen
In de aangenomen motie Haverkort, Van der Molen en Hagen van 28 september jl. wordt
de regering verzocht om te onderzoeken om hoeveel vergunningsaanvragen het de komende
vijf jaren zal gaan en om – in overleg met de partners binnen het IBP VTH – te onderzoeken
welke extra maatregelen kunnen worden genomen om ervoor te zorgen dat de energietransitie
en de circulaire economie niet in gevaar komen door ontbrekende vergunningen. Om uitvoering
te geven aan deze motie heb ik overlegd met ODNL. Gebleken is dat het aantal vergunningaanvragen
wordt bepaald door het aantal initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Door de huidige
complexe situatie van de snelle ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie
is het niet mogelijk om te voorspellen hoeveel vergunningen de komende vijf jaar worden
aangevraagd. Vanuit het IBP VTH wordt een arbeidsmarktcampagne opgestart om gekwalificeerd
personeel te werven voor de omgevingsdiensten, zodat er voldoende gekwalificeerd personeel
is voor het behandelen van de vergunningaanvragen. Met de specifieke uitkering financier
ik meerdere regionale projecten die deze arbeidsmarktcampagne voor alle omgevingsdiensten
ondersteunen.
Toezegging vergunningenstrategie
Tijdens het commissiedebat VTH van 13 september jl. heb ik toegezegd om u de vergunningenstrategie
toe te sturen zodra deze gereed is. Op dit moment wordt deze vergunningenstrategie
door ODNL opgesteld. Zodra de vergunningenstrategie gereed is, stuur ik u deze toe.
Toezegging verkenning versnellen vergunningverlening
Tijdens het commissiedebat Leefomgeving op 12 oktober jl. (Kamerstuk 32 861, nr. 77) heb ik u toegezegd om de verkenning naar het versnellen van vergunningverlening
dit jaar aan u toe te sturen. De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft u
inmiddels bericht dat u deze verkenning in het eerste kwartaal van 2023 tegemoet kunt
zien10. Zij heeft hierbij aangegeven dat ze het traject over versnellen van de doorlooptijden
van vergunningen breder wil beschouwen en om die reden de reactie op de motie van
de leden Boucke en Erkens11 wil uitstellen tot het eerste kwartaal van 2023.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Indieners
-
Indiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.