Brief regering : Aanbieding Rapportage Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
25 883
Arbeidsomstandigheden
Nr. 453
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2023
In antwoord op Kamervragen over de arbeidsomstandigheden bij de bagageafhandelaren
op Schiphol heb ik aangekondigd dat de Arbeidsinspectie een rapportage opstelt over
haar recente werkzaamheden op Schiphol.1 Als onafhankelijke toezichthouder rapporteren zij zelf over hun werkzaamheden. Hierbij
zend ik uw Kamer deze rapportage.
In de rapportage geeft de Arbeidsinspectie inzicht in haar toezichtactiviteiten in
algemene zin op Schiphol. Ik constateer dat in de afgelopen tien jaar de Arbeidsinspectie
op basis van risicogerichte projecten bij circa 400 op Schiphol actieve werkgevers
inspecties heeft uitgevoerd; bij 160 daarvan werden in totaal ruim 600 overtredingen
geconstateerd. Daarnaast leidden circa 500 meldingen over op Schiphol actieve werkgevers
tot circa 1.150 geconstateerde overtredingen. Tevens zijn 190 ongevalsonderzoeken
uitgevoerd. Ook nam de Inspectie in totaal ruim 1000 ontheffingsaanvragen in behandeling
en verplichte kennisgevingen in ontvangst.
De Arbeidsinspectie gaat in de rapportage ook in op de stand van zaken van het handhavingstraject
op het gebied van fysieke belasting in de bagageafhandeling. In dat verband merk ik
op dat ik in de antwoorden op eerdergenoemde Kamervragen heb aangegeven dat bij de
Arbeidsinspectie geen relevante meldingen zijn ontvangen op het gebied van fysieke
belasting van bijvoorbeeld personeel, bedrijfsartsen, ondernemingsraden of vakbonden.
De Arbeidsinspectie heeft mij echter deze week gemeld dat er in de jaren 2015–2022,
voorzover nu bekend, zeven meldingen bij de Arbeidsinspectie zijn binnengekomen in
relatie tot fysieke belasting. Daarvan zijn er, aldus de Arbeidsinspectie, twee direct
te relateren aan de bagageafhandeling. De Arbeidsinspectie heeft deze meldingen als
niet relevant aangemerkt, omdat er volgens het afwegingskader dat de Arbeidsinspectie
hanteert sprake was van «een niet zware overtreding». Daarom hebben deze meldingen
niet tot verdere opvolging geleid. In de bijgevoegde rapportage worden deze meldingen
toegelicht.
Vanuit mijn intentie om de Tweede Kamer juist en volledig te informeren, had ik dit
graag eerder aan uw Kamer gemeld. Ik vind het zondermeer vervelend dat dit nu niet
is gebeurd.
De Arbeidsinspectie houdt op mijn verzoek haar werkwijze tegen het licht om te zien
waar verbetering mogelijk is. De eerste bevindingen daarvan en lessen die de Arbeidsinspectie
getrokken heeft, zijn in deze rapportage verwerkt. De Arbeidsinspectie noemt de volgende
verbeterpunten:
1. Voor gezonde en veilige werkomstandigheden is het gesprek van werkgever en werknemers
en in het geval van Schiphol als opdrachtgever of «host» van bedrijven, van schoonmaak
en horeca tot cargo en overslag, erg belangrijk. Het actief stimuleren van werknemersparticipatie,
via ondernemingsraden en werknemersvertegenwoordiging, en het actief betrekken van
vakbonden, draagt bij aan het bewaken van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden.
2. Cruciaal is dat de drempel om misstanden te melden bij de inspectie laag moet zijn.
De situatie rondom de bagage-afhandeling wijst uit dat het wenselijk is dat de Inspectie
de drempel zo laag mogelijk maakt voor bedrijfsartsen om de Inspectie te raadplegen
of te betrekken bij verbeteringen die werkgevers moeten doorvoeren. De Arbeidsinspectie
wil daarom de bestaande contacten met de beroepsvereniging van bedrijfsartsen over
met name gevaarlijke stoffen verder verbreden. Dit is ook opgenomen in het onlangs
gepubliceerde Meerjarenplan 2023–2026 (Bijlage bij Kamerstuk 25 883, nr. 447).
3. Het onderscheid tussen landside en airside is onontkoombaar op een luchthaven. Tegelijk
ligt in deze afscheiding een risico van onzichtbaarheid en onvoldoende instructie
en toezicht door de werkgever, en toezicht door de toezichthouder, besloten. De Inspectie
zal bij haar risicobeoordeling, zowel actief als reactief, dit aspect een zwaardere
weging geven.
Ik verwelkom dat de Arbeidsinspectie de eigen werkwijze tegen het licht houdt en zie
deze maatregelen als een belangrijke stap in de goede richting. Ik ga met de Arbeidsinspectie
verder in gesprek over hoe de werkwijze verder verbeterd en transparanter kan worden.
Ik zal daarbij ook betrekken welke gevolgen deze lessen hebben op het afwegingskader,
zoals dat voortvloeit uit de arbeidsomstandighedenregelgeving, ook in relatie tot
de positie van de individuele melder, waaronder (oud) medewerkers.
In lijn met de motie van het lid De Hoop c.s. over het periodiek controleren van de
arbeidsomstandigheden op Schiphol (Kamerstuk 36 200 XII, nr. 60), zal ik ook met de Arbeidsinspectie bespreken op welke manier uw Kamer over de controles
kan worden geïnformeerd.
De inspectie is graag bereid uw Kamer nader te informeren over haar werkwijze door
middel van een technische briefing.
Tenslotte wil ik nog benadrukken, zoals ook in de beantwoording van de Kamervragen
is aangegeven, dat het van groot belang is dat zowel bagage- en vrachtbedrijven als
Schiphol hun verantwoordelijkheid nemen om te zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving.
Maar ook dat daar waar regels worden overtreden en misstanden plaatsvinden, hier laagdrempelig
melding van gedaan kan worden en tegen wordt opgetreden. De voortgang en verbetering
hiervan zal ik samen met mijn collega-ministers nauwgezet en kritisch blijven volgen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid