Brief regering : 15c-situatie in delen van Mali
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3056
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2023
Naar aanleiding van individuele zaken heb ik nader onderzoek ingesteld naar de algemene
veiligheidssituatie in delen van Mali, meer specifiek de provincies Gao, Ménaka en
Mopti. Dit onderzoek is gedaan door Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT)
van de IND en beslaat verschillende betrouwbare en gezaghebbende bronnen.1
Zoals uw Kamer bekend is, wordt het landgebonden asielbeleid normaliter gebaseerd
op ambtsberichten die worden opgesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken
(BZ). In het onderhavige geval zijn echter individuele zaken en uitspraken van de
rechtbank2 aanleiding geweest om de veiligheidssituatie in Mali nader te onderzoeken. In de
kabinetsreactie op het ACVZ advies «Wegen en Weten» heeft mijn ambtsvoorganger, hierover
het volgende aan uw Kamer medegedeeld:
«Het formuleren van beleidsregels voor een bepaald land van herkomst hoeft (…) niet
enkel te zijn voorbehouden aan landen waar een ambtsbericht voor beschikbaar is. Indien
de bij de individuele beoordeling betrokken landeninformatie daar aanleiding toe geeft,
kan het wel een aanknopingspunt zijn om nader onderzoek te doen om te bezien of een
beleidsconsequentie in de rede ligt. Dit komt reeds, weliswaar sporadisch, voor.»3
15c-situatie
In 2015 tekenden de Malinese autoriteiten een vredesovereenkomst met verschillende
strijdende partijen. Tot op heden is het echter slechts in beperkte mate gelukt de
vredesovereenkomst te implementeren. Op 24 mei 2021 is de overgangsregering door het
leger aan de kant geschoven en is kolonel Assimi Goïta benoemd tot interim- president.
Zijn regering heeft een sterk populistische en antiwesterse retoriek aangenomen en
leunt op Russische ondersteuning in de vorm van zowel wapenleveringen als ook de aanwezigheid
van Russische paramilitairen. Na deze staatsgrepen is de veiligheidssituatie in delen
van het land gedestabiliseerd en is het geweld in een aantal gebieden opgelaaid.4
Uit de geraadpleegde bronnen blijkt dat er in de periode tot en met augustus jl. sprake
is van een sterke toename van geweld in Gao, Ménaka en Mopti. In deze provincies vallen
aanzienlijk meer slachtoffers dan in de andere provincies van Mali. Het geweld is
het gevolg van gevechten tussen zowel regeringstroepen en extremistische groeperingen
als extremistische groeperingen onderling. Tevens is er sprake van hevige gevechten
tussen niet-statelijke gewapende groepen, die de macht hebben gegrepen in het grensgebied
met Niger, en de Malinese veiligheidstroepen. Daarnaast vindt er in deze provincies
ook op grote schaal seksueel en gender gerelateerd geweld plaats. In Mopti vond zo’n
28 procent van alle incidenten plaats, gevolgd door Gao en Ménaka met 18 procent.
De situatie in Gao, Ménaka en Mopti kenmerkt zich door het gebruik van willekeurig
geweld, in veel gevallen specifiek gericht op burgers. Door het gebruik van drones,
landmijnen of Improvised Explosive Device(IED’s) en bombardementen is bovendien de kans op burgerslachtoffers groot. Er is
dan ook sprake van een zeer groot aantal burgerslachtoffers en ontheemden. Vanwege
het conflict is er in deze provincies voorts geen sprake van een noemenswaardige veiligheidsstructuur,
gelet op het feit dat zowel het regeringsleger als de extremistische groeperingen
zich schuldig maken aan voornoemde misstanden en de autoriteiten de controle zijn
verloren over delen van deze provincies. Het lijkt er daarbij niet op dat op korte
termijn een vreedzame resolutie van het conflict te verwachten is.
Verschillende EU lidstaten zijn gevraagd naar hun landgebonden asielbeleid. Uit de
gekregen informatie blijkt dat zij voor (delen van) Mali 15c-beleid hanteren.
Om voorgaande redenen heb ik besloten om de provincies Gao, Ménaka en Mopti te kwalificeren
als gebied waar sprake is van een uitzonderlijke situatie zoals bedoeld onder artikel
15 onder c Kwalificatierichtlijn.
Vestigingsalternatief
Uit de geraadpleegde bronnen blijkt dat de veiligheidssituatie in Bamako relatief
goed is. Dit beeld wordt onder andere bevestigd door een rapport van de UNHCR.5 Uit dit rapport komt naar voren dat er in Bamako geen gevechten, geweld tegen burgers
of aanslagen met explosieven hebben voortgedaan in de periode 1 januari 2021 en 1 januari
2022. De Armed Conflict Location and Event Data meldt dat er in 2022, tot op heden,
geen enkele aanval is geweest op burgers in Bamako.
Om voorgaande redenen heb ik besloten om voor vreemdelingen die afkomstig zijn uit
de regio’s Gao, Ménaka en Mopti en die enkel een reëel risico lopen op ernstige schade
vanwege de uitzonderlijke veiligheidssituatie in deze regio’s in beginsel aan te nemen
dat er een vestigingsalternatief is in Bamako.
Conform par. C2/3.4 van de Vc 2000 toetst de IND in iedere zaak of gelet op individuele
omstandigheden een vestigingsalternatief in Bamako kan worden tegengeworpen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid