Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief van het Zuid Nederlandse Letselschadekantoor (HZNLK B.V.) over de Wet hersteloperatie Toeslagen (Kamerstuk 36151)
36 151 Regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen)
31 753
Rechtsbijstand
Nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2022
Bij brief van 25 oktober 2022 heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om
te reageren op een brief van het Zuid Nederlandse Letselschadekantoor (HZNLK B.V.)
te Oudenbosch d.d. 12 oktober 2022 over de Wet hersteloperatie Toeslagen (Kamerstuk
36 151).
De brief is gestuurd namens Corpocon B.V. (verder: Corpocon) en heeft betrekking op
het verlenen van rechtsbijstand aan ouders in het kader van de hersteloperatie. Corpocon
biedt geen rechtsbijstand door advocaten die onder de subsidieregeling valt maar door
juristen met expertise op het gebied van schade.
De positie van Corpocon is dat er sprake van rechtsongelijkheid die strijd oplevert
met de wet. Er zou volgens Corpocon dezelfde aanspraak op een wettelijk geborgde redelijke
kostenvergoeding overeenkomstig artikel 6:96 BW moeten zijn. Volgens Corpocon volstaat
de huidige wijze van achteraf kosten vergoeden door de CWS niet. Door Corpocon wordt
ook verwezen naar de vragen en de gewijzigde motie van de leden Grinwis en Arib1 die de regering verzoekt de redelijk gemaakte kosten van schade-experts te vergoeden.
In reactie hierop geldt dat de subsidieregeling voor rechtsbijstand2 aansluit bij het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Dit stelsel biedt waarborgen
voor goede en betaalbare rechtsbijstand. De subsidieregeling biedt op voorhand inzicht
in de vergoeding die aan advocaten wordt geboden. Het betreft een subsidieregeling
van het bestuur van de Raad voor de Rechtsbijstand die gebaseerd is op artikel 37b
van de Wet op de rechtsbijstand. Niet iedere advocaat komt in aanmerking voor subsidie,
zo wordt er onder meer om een bepaalde mate van ervaring gevraagd op relevante rechtsgebieden.
De subsidieregeling ziet niet enkel op verzoeken om het vergoeden van aanvullende
werkelijke schade, waarover de CWS adviseert. Kostenvergoeding vindt in bredere zin
plaats in het kader van de hersteloperatie, waaronder voor rechtsbijstand in het kader
van het forfaitaire bedrag van 30.000,–, de integrale beoordeling, de regeling voor
private schulden en voor vervolgprocedures (bezwaar, beroep en hoger beroep). Daarmee
kent de subsidieregeling ook een breder bereik dan artikel 6:96 BW dat ziet op het
vaststellen van schade en aansprakelijkheid.
De subsidieregeling wordt samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV),
de Raad voor de Rechtsbijstand en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) op reguliere
basis gemonitord en indien nodig herzien.
Niet alleen op grond van de subsidieregeling kunnen kosten voor rechtsbijstand worden
vergoed. Redelijke kosten ter vaststellen van schade en aansprakelijkheid komen op
grond van artikel 6:96 BW – achteraf – voor vergoeding in aanmerking. De CWS beoordeelt
schade overeenkomstig het civiele schadevergoedingsrecht. Als een ouder kosten maakt
voor bijvoorbeeld een schade-expert, en dit redelijke kosten betreffen voor het vaststellen
van de compensatie van werkelijke schade, komt deze ouder in aanmerking voor aanvullende
compensatie. Hier geldt de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets. Dit houdt in dat
de CWS voor eventuele compensatie rekening houdt met de hoogte van de kosten en of
het redelijk is dat bepaalde kosten zijn gemaakt. Het kan zo zijn dat niet alle gemaakte
kosten als redelijk worden gezien, bijvoorbeeld omdat de CWS zelf op laagdrempelige
wijze expertise voor ouders verzorgt en een ouder samen met de CWS als schade-expert
haar schade beoordeeld krijgt. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie van de
leden Grinwis (CU) en Arib (PvdA).
Deze werkwijze sluit aan bij het stelsel van het Burgerlijk Wetboek en de Wet hersteloperatie
toeslagen. Als een rechtsbijstandverlener meent dat er onvoldoende kosten worden vergoed,
dan staat daar bezwaar tegen open en kan vervolgens desgewenst een gang naar de rechter
worden gemaakt. De rechter controleert dan of op juiste wijze invulling is gegeven
aan artikel 6:96 BW. Hiermee bestaat er een met waarborgen omkleed stelsel op grond
waarvan schade-experts redelijke kosten voor rechtsbijstand vergoed kunnen krijgen.
Vorderingen op grond van artikel 6:96 BW kunnen in voorkomende gevallen ook aan de
burgerlijk rechter worden voorgelegd. In dat kader ingediende vorderingen door Corpocon
zijn tot op heden door de burgerlijk rechter afgewezen.3
Tot slot geldt dat in den breedte wordt onderzocht wat de inzet van schade-experts
in de hersteloperatie kan toevoegen voor ouders. Hierover wordt ook afgestemd met
de Raad voor Rechtsbijstand, de Nederlandse orde van Advocaten en het Ministerie van
Justitie en Veiligheid. In de volgende Voortgangsrapportage zal hierover nader worden
gerapporteerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën