Brief regering : Voortgangsrapportage Actieprogramma Hybride Elektrisch Vliegen
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1001
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2022
Met deze brief en de bijgevoegde voortgangsrapportage wordt u geïnformeerd over de
voortgang van het Actieprogramma Hybride Elektrisch Vliegen (hierna: AHEV), zoals
is toegezegd aan het lid Koerhuis bij het commissiedebat over duurzame luchtvaart
van 16 juni jl1. AHEV is één van de actieprogramma’s van de Duurzame Luchtvaarttafel. De voortgangsrapportage
geeft u onder andere de stand van zaken van elektrificatie op Schiphol (als onderdeel
van AHEV), zoals in het verslag van het schriftelijk overleg over het Hoofdlijnenbesluit
Schiphol is toegezegd2.
Deze brief en bijgevoegde voortgangsrapportage liggen in lijn met de aanstaande innovatiestrategie
waarin concrete uitspraken zullen worden gedaan en afwegingen worden gemaakt over
de verschillende innovatiegebieden, waaronder hybride elektrisch vliegen. De innovatiestrategie
wordt in de eerste helft van 2023 naar de Kamer gestuurd. Bijgevoegd treft u in aanloop
daar naartoe de Basisanalyse Innovatiestrategie.
Met deze brief wordt u bovendien geïnformeerd over de ontwikkelingen ten aanzien van
elektrisch vliegen in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zoals
is toegezegd aan het lid Boucke tijdens het commissiedebat over regionale luchthavens
van 8 juni jl.3
Voortgang op de drie AHEV roadmaps
Het AHEV is in 2020 vastgesteld en aan de Kamer aangeboden4. In het AHEV staan de concrete doelstellingen voor de komende decennia (2030, 2050,
2070). Deze doelstellingen zijn verdeeld over drie roadmaps:
– De Roadmap General aviation (private en recreatieve luchtvaart) leidt tot een «living
lab» voor de innovaties in de commerciële luchtvaart in 2030 en tot 15% reductie in
2030 van de binnenlandse luchtvaart ten opzichte van het emissieniveau van 1990. Het
doel is om nul emissie van de binnenlandse luchtvaart in 2050 te realiseren.
– De Roadmap Commerciële luchtvaart heeft de doelen om in Nederland:
• in 2030 de eerste hybride elektrische toestellen met 20–50 passagiers in gebruik te
nemen;
• de CO2-uitstoot van internationale commerciële luchtvaartactiviteiten vanuit Nederland in
2030 rond het emissieniveau van 2005 te hebben en in 2050 gehalveerd ten opzichte
van 20055; en
• in 2050 alle korte-afstands-vluchten vanuit Nederland tot ongeveer 500 km volledig
elektrisch te maken. De stip op de horizon is nul emissie van de internationale luchtvaart
in 2070.
– De Roadmap Grondgebonden operaties stelt als doel voor 2030 dat de emissies van grondgebonden
activiteiten met 100% gereduceerd dienen te zijn (nul emissie), met duurzaam taxiën
als standaardprocedure.
De afgelopen periode zijn substantiële stappen gezet om de doelen voor (hybride-)
elektrisch vliegen waar te maken. Er is samengewerkt met de partijen aan de Duurzame
Luchtvaarttafel om de doelen voor general aviation, de commerciële luchtvaart en de
grondgebonden operaties op luchthavens te realiseren.
General Aviation
De Pipistrel is de gecertificeerde elektrische 2-zitter waarmee elektrisch vliegen
een feit is geworden in Nederland. Inmiddels vliegen meerdere exemplaren van de Pipistrel.
Een mijlpaal is het e-flight event op Aruba in november dit jaar, waar vele elektrische
vluchten hebben plaatsgevonden. Er zijn nog meer positieve en noemenswaardige ontwikkelingen.
In Nederland is de e-Flight academy gestart, een vliegschool die uitsluitend met elektrische
toestellen vliegt. Tevens is een studie naar Advanced Air Mobility uitgevoerd. De
resultaten hiervan zijn beschikbaar gesteld aan de sectorpartijen via het (openbare)
Platform Duurzaam Vliegen.
Met ondersteuning van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het Dutch
Electric Aviation Centre (DEAC) op de luchthaven Teuge twee demonstratieprojecten
ontwikkeld gericht op de realisatie van een laadplein en elektrificatie van het «Flying
Testbed». Ook heeft het ministerie het initiatief van Power Up6 gesteund om een verkenning uit te voeren naar de complementariteit van het toekomstige
regionaal vliegen met elektrische vliegtuigen, spoorvervoer en elektrisch rijden.
Er is bovendien gewerkt aan het verruimen van de mogelijkheden in Nederland om te
testen en te experimenteren met (hybride-)elektrisch vliegen. Daartoe wordt nieuwe
wetgeving opgesteld, specifiek voor ontwikkelings- en onderzoeksdoeleinden. De concept-wetgeving
is in de zomer van 2022 toegelicht aan de initiatiefnemers en kan op veel draagvlak
rekenen. De wetgeving wordt verder uitgewerkt en wordt naar verwachting in 2025 ter
behandeling aan de Kamer aangeboden. Tot de nieuwe regelgeving in werking is getreden,
kunnen er binnen het bestaande normenkader ontheffingen worden afgegeven door de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) voor testen en experimenteren.
Commerciële luchtvaart
Voor de commerciële luchtvaart is een belangrijke mijlpaal het starten van het toegekende
groeifondsproject Luchtvaart in Transitie (LiT). Hiermee is een nationaal luchtvaart
innovatieprogramma ontstaan om met name het vliegen op waterstof en het waterstof-elektrisch
vliegen te versnellen. De Nederlandse overheid en het bedrijfsleven investeren hiermee
in het structureel vergroten van de Nederlandse economie door de luchtvaart versneld
te verduurzamen. Het gaat om een toegekend bedrag van 264 miljoen euro onvoorwaardelijk
en 119 miljoen euro voorwaardelijk, waarbij de sector een vergelijkbaar bedrag inlegt.
Het programma bestaat uit deelprojecten die gericht zijn op vliegen op waterstof via
verschillende systemen en zowel gericht op ombouw van bestaande vliegtuigen als toepassing
in nieuw te ontwikkelen vliegtuigen. Ook zijn er deelprojecten gericht op materialen
voor ultra-efficiënte vliegtuigen, is er aansluiting bij internationale programma’s
en specifieke aandacht voor kennisontwikkeling, kennisborging en samenwerking in het
ecosysteem. Tot slot ligt er een focus op het zorgen voor voldoende en gekwalificeerd
personeel via de Human Capital Agenda.
In opdracht van het ministerie heeft Deloitte een quickscan uitgevoerd naar de haalbaarheid
van vluchten binnen 500 km vanuit Nederland met waterstof-elektrische vliegtuigen.
Dit is gedaan om te toetsen in hoeverre de ambities van de Duurzame Luchtvaarttafel
en de Luchtvaartnota met betrekking tot elektrisch vliegen haalbaar zijn. Deze quickscan
is bijgevoegd bij deze brief.
Er is in de quickscan gekeken naar vluchten die vertrekken vanaf Schiphol, Rotterdam
en Eindhoven. De uitkomsten van deze analyse zijn positief: er zijn routes waarop
waterstof-elektrisch vliegen met een 80-zitter een goed alternatief is voor de huidige,
met kerosine aangedreven vluchten. Hiervoor zijn de nodige infrastructurele aanpassingen
nodig, waarna waterstof-elektrisch vliegen kan zorgen voor emissievrije verbindingen
tussen een aantal stedenparen. De regionale luchthavens kunnen hierin een significante
rol spelen. Bestemmingen vanuit Nederland die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld
Manchester, Birmingham, Hamburg en Billund. Het ministerie zal de uitkomsten van deze
quickscan benutten om het beleid op dit terrein vorm te geven.
Parallel aan de ontwikkeling van de vliegtuigtechnologie en het Nederlandse ecosysteem
via Luchtvaart in Transitie, wordt ingezet op het verkrijgen van positie van de Nederlandse
maakindustrie als toeleverancier bij Original Equipment Manufacturers (de OEM’s),
zoals Airbus en Embraer. Hiertoe ondersteunen het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de samenwerking tussen
de Netherlands Aerospace Group (NAG) en Airbus die via een Memorandum of Understanding
is bekrachtigd. In dit kader heeft bijvoorbeeld een innovatiemissie naar Toulouse
plaatsgevonden in de zomer van 2022.
Om de commerciële toepassing van elektrisch vliegen verder te ontwikkelen is meer
onderzoek naar het luchtruimgebruik nodig, net als onderzoek naar het inregelen van
capaciteit voor elektrische vliegtuigen op regionale luchthavens. Ook zal geïnvesteerd
moeten worden in laad- en tankinfrastructuur en in het opleiden en trainen van personeel
voor operatie en onderhoud van elektrische vliegtuigen. Door het starten met implementatie
van nieuwe technologieën in het segment van de kleinere luchtvaart, waarbij Caribisch
Nederland een interessante locatie is, kan een vliegwiel ontstaan, bijvoorbeeld als
het gaat om standaardisatie van laadinfrastructuur. Daarnaast is het van belang dat
er een regelgevend kader komt. Deze opgaven worden de komende periode samen met de
partijen aan de Duurzame Luchtvaarttafel uitgewerkt.
Grondgebonden operaties
In de grondgebonden operaties hebben de eerste praktijkproeven plaatsgevonden met
duurzaam taxiën op Schiphol en zijn grote stappen gezet in verduurzaming op meerdere
Nederlandse luchthavens. Veel grondmaterieel wordt vervangen voor het einde van de
levensduur, ruim voor 2030 – het jaar waarin de grondoperatie CO2-uitstootvrij moet zijn.
Een groot deel van de CO2-uitstoot van de grondgebonden operaties komt van de aggregaten voor de vliegtuigen,
de Ground Power Units (GPU’s). Verschillende luchthavens experimenteren al met elektrische
GPU’s. Groningen Airport Eelde (GAE) werkt aan een GPU op waterstof, die komend jaar
beschikbaar zal komen voor tests.
Op Schiphol is inmiddels ruim een kwart van het grondmaterieel elektrisch. Met name
lichter materieel, zoals vliegtuigtrappen en bagagetrekkers, is overwegend elektrisch.
Voor zwaarder materieel, zoals de sneeuwvloot en brandweerwagens geldt dat in sommige
gevallen onzeker is of er tijdig een elektrische variant op de markt zal komen. Ook
is op Schiphol voor het grondmaterieel diesel vervangen door gas-to-liquid. Hiermee
is een reductie van 5% CO2-uitstoot gerealiseerd. Op korte termijn wordt dit vervangen door duurzame diesel
(HVO-100) om de uitstoot van CO2 verder te reduceren. Op Rotterdam The Hague Airport loopt reeds een pilot met HVO.
Alle luchthavens van nationale betekenis produceren stroom op eigen areaal of hebben
de vergunning om een zonnepark aan te leggen.
Het ministerie heeft TNO opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de emissies van
grondgebonden activiteiten op de Nederlandse luchthavens van nationale betekenis.
De onderzoeksresultaten worden gedeeld met de partijen van de Duurzame Luchtvaarttafel
(waaronder de luchthavens) en kunnen worden benut in de verdere vormgeving van beleid
om CO2-vrije grondgebonden operaties te realiseren.
Ontwikkelingen elektrisch vliegen in Caribisch Nederland
Het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden lijkt bij uitstek een plek te
zijn om te starten met elektrisch vliegen, vanwege de relatief korte afstanden tussen
de eilanden. In het Masterplan Elektrisch Vliegen, dat u begin dit jaar heeft ontvangen7, is aangegeven dat op middellange termijn (2035) bijna 100% van de vluchten tussen
de ABC-eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao) (hybride-)elektrisch kan worden uitgevoerd.
De eerder genoemde quickscan die door Deloitte is uitgevoerd heeft deze bevindingen
gevalideerd. Voor de ABC-eilanden kan met 9-zitter vliegtuigen en 19-zitter vliegtuigen
worden voldaan aan de vraag van 2019 (laatste pré-COVID jaar ter referentie genomen).
Dit wordt haalbaar geacht in 2035. Dit geldt ook voor de SSS-eilanden (Saba, Sint
Eustatius en Sint Maarten). Verdere marktontwikkeling is noodzakelijk om adoptie van
elektrisch vliegen mogelijk te maken. Het ministerie zal onderzoeken of het mogelijk
en wenselijk is om aanvullende instrumenten in te zetten om deze ontwikkeling te versnellen.
Event «A flight to the future»
In november 2022 heeft een zesdaags evenement over elektrisch vliegen in Aruba plaatsgevonden,
georganiseerd door de luchthavens van het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden.
Het evenement had als doel om partijen bij elkaar te brengen, kennis te delen, ervaring
op te doen en om concrete afspraken over vervolgstappen te maken. Tijdens dit evenement
zijn ook demovluchten met de Pipistrel uitgevoerd. Daarnaast zijn er vier dagen lang
presentaties, paneldiscussies en masterclasses georganiseerd met afgevaardigden van
alle zes eilanden en vanuit de Nederlandse overheid en luchtvaartsector om kennis
te delen.
Een belangrijke mijlpaal is het Memorandum of Understanding (MoU) dat is ondertekend.
Dit MoU heeft tot doel om verdere kennisontwikkeling en implementatie van elektrisch
vliegen in het Caribische deel van het Koninkrijk te ondersteunen8. Binnen 30 dagen zal een taskforce worden voorgesteld met leden van alle ondertekende
partijen. Deze taskforce zal binnen zes maanden een strategisch plan opleveren om
in vijf à tien jaar elektrisch vliegen te kunnen implementeren tussen de ABC-eilanden
en tussen de SSS-eilanden. Hiertoe zal onder andere een innovatieplatform worden opgericht
met focus op volledig emissievrije luchtvaart.
Uitdagingen en barrières
Binnen de verschillende roadmaps is een aantal barrières en uitdagingen naar voren gekomen. Voor general aviation
betreft dat met name beperkte regelgeving voor elektrisch vliegen (met bijvoorbeeld
als gevolg dat luchtvaartmaatschappijen hun toestellen lastig kunnen verzekeren) en
de mate waarin de proeftuinfunctie van het actieprogramma wordt benut door kennisinstellingen,
luchtvaartmaatschappijen, vliegtuigbouwers en luchthavens, bijvoorbeeld voor «regional
air mobility». Een andere uitdaging is het weergeven van de voortgang betreffende
de ambitie om 15% minder uitstoot te realiseren in 2030 t.o.v. 1990, doordat het huidige
uitstootniveau en het niveau van het referentieniveau onbekend zijn. Hiertoe zal onderzoek
worden gedaan.
Voor de commerciële luchtvaart is de tijdige beschikbaarheid van nieuwe technologie
voor hybride-waterstof-elektrische vliegtuigen een grote onzekerheid en zijn er daarnaast
investeringen nodig om de vereiste infrastructurele aanpassingen parallel te kunnen
doen. De marktontwikkeling voor specifieke segmenten, waar grote bedragen mee gemoeid
zijn voor bedrijven die vliegtuigtechnologie ontwikkelen, kan verder gestimuleerd
worden door het bieden van investeringszekerheid via een (Europees) regelgevend kader.
Voor grondgebonden operaties zijn nog grote investeringen nodig om zwaar materieel
te kunnen vervangen met emissievrije varianten. Tevens vormt de complexe coördinatie
en de gedeelde verantwoordelijkheid tussen sectorpartijen op luchthavens voor grondafhandeling
een barrière, inclusief de beschikbaarheid van voldoende duurzame energie. Dit kan
leiden tot vertraging.
Het ministerie blijft met de sectorpartijen in gesprek om, ieder vanuit eigen rol,
deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
Innovatiestrategie
De stand van zaken met betrekking tot innovatie in de luchtvaart is in kaart gebracht
met de Basisanalyse Innovatiestrategie (bijgevoegd). Zowel het AHEV als deze Basisanalyse
zullen vervolg krijgen in de Innovatiestrategie Luchtvaart. Als onderdeel van de Innovatiestrategie
zal worden bekeken in hoeverre het mogelijk is de doelen voor elektrisch vliegen aan
te scherpen en zullen afwegingen worden gemaakt rond elektrisch vliegen en andere
technologische innovaties. Naar verwachting zal deze Innovatiestrategie Luchtvaart
in de eerste helft van 2023 aan de Kamer worden aangeboden.
Tot slot
De ontwikkelingen op het gebied van hybride en elektrisch vliegen zijn positief. Tegelijkertijd
zijn de uitdagingen groot en zijn er verschillende barrières die weggenomen moeten
worden om de doelstellingen uit AHEV te behalen. De voortgangsrapportage geeft belangrijke
inzichten die de komende periode door het ministerie en de overige partijen aan de
Duurzame Luchtvaarttafel bestudeerd zullen worden. Via de Duurzame Luchtvaarttafel
worden de projecten van AHEV voortgezet. Daarnaast zal het ministerie bijdragen aan
de verdere activiteiten omtrent elektrisch vliegen in de Nederlandse Cariben.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.