Brief regering : Stand van zaken toegankelijkheid openbaar vervoer
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 785
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2022
In het vragenuur van 8 november 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 19, item 3) heeft uw Kamer mij vragen gesteld over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer
voor mensen met een beperking. Hierbij stuur ik u de door mij toegezegde brief waarin
ik aangeef hoe het is gesteld met het reizen met het openbaar vervoer voor mensen
met een beperking, zowel op de korte als langere termijn.
Tijdens het vragenuur heb ik uw Kamer medegedeeld dat ik veel belang hecht aan het
verbeteren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Met de ondertekening
van het bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer 2022–2032 op 7 november
2022 is dat belang door mij, de decentrale openbaar vervoer-autoriteiten, de vervoerders
en ProRail nogmaals onderkend. Op 7 november heb ik u het bestuursakkoord toegezonden.1
Naar aanleiding van uw vragen informeer ik u over de uitkomsten van het overleg met
NS en over de acties die NS onderneemt om de problemen met reisassistentie als gevolg
van personeelskrapte het hoofd te bieden en of bekend is op welke trajecten deze problemen
zich het meest voordoen. Ook ga ik in op de verantwoordelijkheden van NS voor het
bieden van alternatief vervoer. Voorts informeer ik u over het gebruik van de eerste
klas bij drukte. Daarnaast heeft u gevraagd te bezien of er nog een en ander mogelijk
is ten aanzien van de tarieven van Valys voor reizen door mensen met een beperking.
In dat verband heb ik u toegezegd ook te kijken naar de mogelijkheid om doelgroepenvervoer
en openbaar vervoer beter op elkaar aan te sluiten. Vervolgens heeft u mij gevraagd
om te proberen te komen tot het beschikbaar komen van toiletten in regionale treinen
in Gelderland. Ten slotte heeft u mij gevraagd inzichtelijk te maken hoe ik, indien
nodig, afspraken uit het bestuursakkoord kan afdwingen.
Deze brief is als volgt opgebouwd:
1. De stand van zaken van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer;
2. Actuele gevolgen van personeelstekorten voor de reismogelijkheden van personen met
een beperking;
3. Verbeteringen toegankelijkheid op de middellange termijn die grotendeels gerelateerd
zijn aan het bestuursakkoord;
4. Governance en borging van de afspraken bestuursakkoord toegankelijkheid.
1. Stand van zaken toegankelijkheid ov
De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid van
het openbaar vervoer. Daarbij is het uiteindelijke doel om het openbaar vervoer voor
iedereen toegankelijk te maken in 2040, zoals vastgelegd in het Toekomstbeeld OV.2 Voor de spoorsector wordt hieraan sinds 2006 gewerkt via het Implementatieplan Toegankelijkheid,
waarmee in totaal ongeveer € 550 miljoen geïnvesteerd wordt in betere toegankelijkheid
van stations.3 U wordt over de voortgang van dit plan periodiek geïnformeerd via het Actualisatierapport
Toegankelijkheid Spoor. Het laatste actualisatierapport is op 28 juni 2021 aan uw
Kamer aangeboden en bevat een uitgebreid overzicht van de stand van zaken rondom de
toegankelijkheid op het spoor en de inspanningen die ProRail en de verschillende spoorvervoerders
leveren om die toegankelijkheid nog verder te verbeteren.4
Deze inspanningen staan niet op zichzelf, maar moeten worden gezien in de bredere
context van internationale verdragen, Europese en nationale wet- en regelgeving en
(interdepartementale) beleidsprogramma’s om reizen met het openbaar vervoer voor mensen
met een beperking te verbeteren. Zo zijn sinds respectievelijk 2011 en 2012 het Besluit
en de Regeling toegankelijkheid van het openbaar vervoer van kracht en heeft Nederland
in 2016 het VN-Verdrag Handicap geratificeerd. De implementatie van dit VN-verdrag
is een samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, ervaringsdeskundigen, gemeenten,
bedrijfsleven en verschillende ministeries, onder coördinatie van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Mijn ministerie geeft onder meer met het
bestuursakkoord verder invulling aan de ambitie om vanuit het VN-verdrag de toegankelijkheid
van het openbaar vervoer te vergroten. Met het programma «Iedereen onderweg» wordt
daarnaast toegewerkt naar een Nederland waarin iedereen die in staat is om naar bijvoorbeeld
de supermarkt of het stadhuis te gaan ook met het openbaar vervoer kan reizen, dus
met trein, tram, bus of metro.
Toegankelijkheid treinstations
Een van de omvangrijkste maatregelen van de afgelopen jaren is de verwezenlijking
van een toegankelijke instap in de trein voor reizigers met een fysieke beperking.
ProRail brengt hiervoor de perrons op de juiste hoogte en verbetert de afstand tot
het spoor. ProRail loopt met haar programma voor de treinstations op schema. Aan het
einde van dit jaar is ruim negentig procent van alle treinstations in Nederland toegankelijk
voor mensen met een beperking. Aandachtspunt hierbij is dat het aantal perrons waarvan
delen niet langer op de juiste hoogte zijn, is toegenomen, onder andere door verzakking
van de bodem in de afgelopen jaren. ProRail zet zich daarom de komende jaren in om
deze perrons weer op de juiste hoogte te brengen en te houden.
Liften en hellingbanen
Op veel stations zijn liften geïnstalleerd en hellingbanen aangelegd.5 Op een deel van de stations is geen lift beschikbaar omdat hoogteverschillen met
hellingbanen worden overbrugd. Bij ProRail is er ook bijzondere aandacht voor liftstoringen.
Van de circa 450 liften zijn er de laatste maanden gemiddeld 13 liften per maand buiten
werking. Voor de zomer was dat cijfer nog wat hoger (tussen de 15 en 20 liften) per
maand. Er worden daarom sensoren geplaatst die sneller moeten waarschuwen bij technische
problemen. ProRail is ook met het samenwerkingsverband van decentrale openbaar vervoerautoriteiten
(DOVA) in overleg over uitwisseling van data zodat deze op termijn kunnen worden gebruikt
voor (verbetering van) reisinformatie.
Ook is ProRail bezig met het aanleggen van een voorraad van cruciale liftonderdelen
en wordt een toegewijd team van monteurs ingericht die stationsliften onderhouden.
Dit versterkt de kennis en draagt daarmee bij aan het sneller herstellen van liftstoringen.
Verder treft ProRail voorbereidingen om storingen door vandalisme (door middel van
het plaatsen van camera’s en extra toezicht) te verminderen. Ten slotte onderzoekt
ProRail bouwkundige maatregelen gericht op de vermindering van waterschade.
Overige maatregelen op treinstations
Alle stations zijn voorzien van geleidelijnen en de eerste oversteeklijn (een lijn
die helpt om het spoor over te steken) is geopend op station Soest waarmee reizigers
met een visuele beperking zijn geholpen. Daarnaast werkt ProRail in overleg met de
belangenorganisaties aan innovatie, zoals een voelbare plattegrond van grote stations.
Ten slotte wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan de Stationsagenda, waarin
ook aandacht is voor de verdere verbetering van de toegankelijkheid van stations voor
alle reizigers. Begin 2023 wordt de Stationsagenda naar verwachting met uw Kamer gedeeld.
Toegankelijkheid treinen
NS werkt er hard aan om ervoor te zorgen dat alle treinen een toegankelijke instap
hebben. Wat de toegankelijkheid van de sprintertreinen betreft, loopt NS voor op schema.
Per eind 2021 is al het NS-sprintermaterieel toegankelijk. De intercitytreinen zijn
toegankelijk volgens de bij toelating geëiste toegankelijkheidsnormen. Voor regionale
treinen geldt dat deze al beschikken over een toegankelijke instap.
Toegankelijkheid bus, tram en metro – materieel en haltes
In de afgelopen decennia is door decentrale overheden en vervoerders ook gewerkt aan
de toegankelijkheid van het bus-, tram- en metromaterieel. Momenteel is al het in
concessies ingezette bus-, tram-, en metromaterieel toegankelijk volgens de bij toelating
geëiste toegankelijkheidsnormen. Ook voor de metrohaltes geldt dat deze toegankelijk
zijn. Uw Kamer is hierover geïnformeerd door middel van de door het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu opgestelde voortgangsrapportages van het programma
Onbeperkt Meedoen.6
Voor de bus- en tramhaltes verschilt het beeld tussen de verschillende concessies
sterk. In de jaren 2006–2015 heeft het Rijk de toegankelijkheid van bushaltes gestimuleerd
en hiervoor € 87 miljoen beschikbaar gesteld. Via stimulering door decentrale OV-autoriteiten
hebben wegbeheerders in die periode vele bestaande bushaltes toegankelijk gemaakt.
Ook worden sindsdien alle nieuwe bushaltes toegankelijk opgeleverd. Momenteel is gemiddeld
per concessie tussen de 40% en 50% van de haltes toegankelijk uitgevoerd conform de
minimumnorm in het Besluit Toegankelijkheid OV. De overige haltes zijn nog niet toegankelijk
gemaakt. Daarvoor zijn verschillende redenen zoals de relatief hoge kosten in relatie
tot het aantal reizigers (proportionaliteit) en het ontbreken van een toegankelijk
gemaakte openbare ruimte waarop de halte dient aan te sluiten. Daarom zijn hierover
in het bestuursakkoord toegankelijkheid verdere afspraken gemaakt. Zie daarvoor ook
paragraaf 3.
Reisassistentie
Het aantal stations waarop NS reisassistentie aanbiedt, is gestegen van 94 in 2014
naar 220 eind 2022. Eind 2023 hebben alle stations reisassistentie waar NS stopt en
die door ProRail toegankelijk zijn gemaakt. Dit is een jaar eerder dan met NS is overeengekomen.
Mensen die reizen met reisassistentie kunnen sinds een jaar of vier kiezen voor zogenaamde
reisbewaking. Dit wil zeggen dat de reis van deze reizigers actief wordt bewaakt door
medewerkers bij de NS Klantenservice en actief wordt bijgestuurd indien nodig. Als
een reis van een klant die reist met reisassistentie anders loopt dan gepland, kan
de reiziger via de app met één druk op de knop contact opnemen met NS Klantenservice
die de reis van deze reiziger kan bijsturen. Maar ook als de reiziger geen contact
opneemt, is de reiziger die reist met reisassistentie in beeld. Dit is mogelijk doordat
NS Klantenservice een melding krijgt als de reis van de reiziger met reisassistentie
niet volgens planning verloopt. NS Klantenservice neemt naar aanleiding van deze melding
contact op met de reiziger om de reis aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden.
Dit geldt zowel voor nog te starten reizen als voor reizen die op het moment van de
verstoring worden gemaakt.
Enkele regionale treinvervoerders bieden ook een bepaalde vorm van reisassistentie
aan. Voor een overzicht hiervan verwijs ik u naar het eerder genoemde Actualisatierapport
toegankelijkheid.4 In paragraaf 3 ga ik verder in op de landelijke invoering van reisassistentie zoals
in het bestuursakkoord is afgesproken.
Reisinformatie
Reisinformatie is in de afgelopen decennia steeds belangrijker geworden. Er zijn steeds
meer manieren ontwikkeld voor reizigers om een reis te plannen. Voor mensen met een
beperking is reisinformatie nog belangrijker, zeker als zij assistentie nodig hebben
of afhankelijk zijn van de inzet van een bepaald voertuig. Hoewel er steeds meer informatie
beschikbaar is, ook over toegankelijkheidsvoorzieningen onderweg, zijn er nog verbeteringen
mogelijk. Partijen onderschrijven dat actuele, correcte en bruikbare reisinformatie
(zoals bijvoorbeeld geleverd wordt via de NS Reisplanner of via 9292) één van de basisvoorwaarden
is om een toegankelijke reis te kunnen maken.
2. Actuele problemen toegankelijkheid openbaar vervoer
NS en personeelsproblematiek
Voordat ik hierop inga wil ik benadrukken dat ik bij het beantwoorden van uw vragen
uit ga van het gelijkwaardigheidsprincipe waarop het VN-verdrag Handicap is gebaseerd.
Het VN-verdrag schrijft voor dat mensen met een beperking geen negatieve effecten
mogen ondervinden als gevolg van hun handicap. Evenals uw leden Werner (CDA), Van
Ginneken (D66) en Van der Graaf (ChristenUnie) en andere van uw leden vind ik het
dan ook een groot probleem dat reisassistentie momenteel minder betrouwbaar is dan
enkele jaren geleden. Tegelijkertijd constateer ik dat op dit moment alle reizigers in het openbaar vervoer hinder ondervinden van personeelstekorten die resulteren
in het afschalen van de treindienst.
Voor wat betreft de aanpak van de tekorten aan operationeel personeel (en in het bijzonder
hoofdconducteurs en machinisten), die maken dat NS momenteel met een afgeschaalde
dienstregeling rijdt heb ik u in mijn brief van 30 november 2022 geïnformeerd over
de voortgang van de integrale aanpak personeelstekort van NS.7
De krapte op de arbeidsmarkt raakt ook (leveranciers van) andere NS-diensten, waaronder
de reisassistentie. Voor wat betreft de haperingen in de reisassistentie zijn NS en
ik allebei van mening dat reisassistentie betrouwbaar moet zijn. NS betreurt de ontstane
situatie en onderneemt actie. Zo zijn er inmiddels meer dan 150 extra reisassistenten
aangenomen om de haperingen in de reisassistentie aan te pakken. NS geeft aan dat
de inzet van kantoorpersoneel is op dit moment een minder gewenste oplossing dan de
inzet van specifiek geworven en opgeleide reisassistenten. Er is daarnaast een klantenpanel
ingericht waarin mensen met een beperking die gebruik maken van reisassistentie aan
tafel zitten met medewerkers van NS die reisassistentie uitvoeren, beleidsmakers en
met de onderaannemer die namens NS reisassistentie uitvoert. Doel van het klantenpanel
is om samen concrete problemen aan te pakken.
Naar aanleiding van de vragen van lid Werner (CDA) van 8 november jl. heb ik NS gevraagd
of er specifieke trajecten zijn waar vaker haperingen met reisassistentie voorkomen
dan op andere trajecten. NS geeft aan dat er geen sprake is van specifieke trajecten
waar de uitvoering significant achterblijft. NS heeft, zoals eerder genoemd, een fors
pakket verbetermaatregelen in gang gezet samen met de partij die namens haar NS reisassistentie
uitvoert.
Hoewel ik elke vorm van verbetering aanjaag, wil ik ook realistisch zijn: reisassistentie
blijft mensenwerk en binnen een uur reisassistentie verlenen op bijna elk station
op het hoofdrailnet van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is complex en kwetsbaar.
En zonder iets af te doen aan de haperingen wil ik ook aangeven dat het merendeel
van de reizen met reisassistentie zonder problemen verloopt.
Door het lid Van Ginneken (D66) werd het idee geopperd om de eerste klas open te stellen
voor mensen met een beperking. Op dit moment is op basis van Europese regelgeving
reeds tien procent van alle zitplaatsen in de eerste en tweede klasse een priority
seat. Dat wil zeggen dat er voldoende ruimte is in alle delen van de trein voor mensen
met een beperking die deze plaatsen nodig hebben. NS vraagt via de beeldschermen in
de trein regelmatig aandacht voor deze priority seats en vraagt aan medereizigers
om deze plaatsen af te staan aan mensen met zichtbare en onzichtbare beperkingen.
NS neemt de vindbaarheid en de beschikbaarheid van de priority seats mee in haar klantonderzoek
onder reizigers. Aparte uitzonderingsregels om gebruik van de eerste klas structureel
toe te staan liggen vanwege de beschikbaarheid van priority seats daarom nu niet voor
de hand. Wanneer het incidenteel te druk is en de veiligheid bijvoorbeeld in het geding
komt, kan de conducteur er voor kiezen de eerste klas open te stellen voor alle reizigers.
Op deze manier wordt de eerste klas opengesteld wanneer het echt nodig is. Zoals toegezegd
in mijn brief van 2 september 2022, zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten
van het klantonderzoek van NS.8 Over het toegankelijk maken van de eerste klas voor andere groepen, heb ik u 30 november
2022 tevens geïnformeerd in antwoord op de Kamervragen van het Kamerlid Alkaya.9
Verantwoordelijkheden NS in relatie tot alternatief vervoer
Naar aanleiding van vragen van het lid Van Ginneken (D66) over de financiële en praktische
verantwoordelijkheden deel ik u mee dat de dienstverlening in het kader van NS Reisassistentie
niet alleen het boeken en uitvoeren van reizen voor klanten behelst, maar ook het
bewaken en bijsturen van deze reizen in geval van verstoringen. Als er zich tijdens
een reis met NS Reisassistentie een probleem voordoet, bijvoorbeeld een sterk vertraagde
trein waardoor een overstap niet wordt gehaald, of een assistentieverlener die niet
tijdig aanwezig is, neemt NS Klantenservice contact op met de klant, om in overleg
met de klant een alternatieve reis te plannen. Dat kan bijvoorbeeld een volgende trein
zijn, een alternatieve route of vervangend vervoer in een (rolstoel-)taxi. De kosten
hiervoor zijn voor rekening van NS.
Daarnaast biedt NS, in opdracht van ProRail, een alternatief aan klanten die worden
geconfronteerd met een defecte lift. Klanten die te maken krijgen met een defecte
lift worden middels een poster op de defecte lift geadviseerd om contact op te nemen
met NS Klantenservice. De medewerker van NS Klantenservice zoekt in deze situatie
samen met de klant naar een alternatief. In veruit de meeste gevallen is dit een (door
ProRail betaalde) taxirit.
3. Verbeteringen toegankelijkheid op de middellange termijn
Bestuursakkoord toegankelijkheid OV 2022–2032
Met het bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer zet ik de komende tijd samen
met vervoerders, ProRail, decentrale ov-autoriteiten en belangenbehartigers van mensen
met een beperking verdere stappen om het openbaar vervoer toegankelijk te maken. Ik
heb uw Kamer over het akkoord en de daarin genomen maatregelen geïnformeerd op 7 november.10
In de begroting is € 10 miljoen gereserveerd voor de uitvoering van het akkoord. Vanuit
uw Kamer is met het amendement Van der Graaf (CU) en Van Ginneken (D66) (Kamerstuk
36 200 A, nr. 50) aanvullend nog eens € 20 miljoen beschikbaar gesteld.
Het komend jaar onderzoeken we op grond van artikel 2 van de Financiële verhoudingswet
de financiële gevolgen van het bestuursakkoord voor de decentrale overheden. Samen
met alle partijen bespreken we daarnaast hoe we de beschikbare middelen het best kunnen
besteden om uitvoering te geven aan de afspraken uit het bestuursakkoord.
Toegankelijkheid treinen en toiletvoorzieningen op stations en in treinen
Volgend jaar gaan de eerste treinen van de Intercity Nieuwe Generatie rijden waarna
de toegankelijke dubbeldekker (Dubbel Dekker Nieuwe Generatie) wordt geïntroduceerd.
Gaandeweg krijgt hierdoor een steeds groter deel van het treinvervoer een zelfstandige
instap.11
In het bestuursakkoord is afgesproken dat op stations waar toiletten zijn, uiterlijk
in 2025 in ieder geval één reizigerstoilet vindbaar is voor blinden of slechtzienden.
Ook hebben we afgesproken dat nieuwe treinen altijd een toegankelijk toilet moeten
hebben. Voor bestaande treinen moet worden gekeken of bij groot onderhoud mogelijkheden
zijn om inbouw van toegankelijke toiletten mogelijk te maken. Zoals eerder aangegeven
hebben alle treinen van NS sinds eind 2021 een toilet. De meeste decentrale vervoerders
hebben ook al toiletten in hun treinen of hebben besluiten genomen om dit binnen enkele
jaren te realiseren. Voor een beperkt aantal decentrale lijnen in de provincie Gelderland
geldt dat daar nog geen oplossing voorhanden is. Ik heb daarom met de provincie Gelderland
afgesproken dat zij opnieuw onderzoek laat doen naar de realisatie van toiletten in
treinen. Dit onderzoek wordt verwacht in het voorjaar van 2023 en op basis van de
uitkomsten ga ik met Gelderland in gesprek. In de tussentijd heeft Gelderland ervoor
gezorgd dat op elk station een toegankelijk toilet aanwezig is, waarvan iedereen gebruik
kan maken.
Reisassistentie, bejegening en stimulering OV
In het akkoord is afgesproken dat reisassistentie vanaf 2025 beschikbaar is op alle
treinstations, ook die waar niet NS maar een andere spoorvervoerder halteert. Het
gaat dan om alle stations die door ProRail op het moment van ondertekening van het
bestuursakkoord toegankelijk zijn gemaakt. Het Rijk en decentrale ov-autoriteiten
zullen bij concessieverlening specifiek in de concessievoorwaarden beschrijven hoe
zij wensen dat het personeel dat in direct contact met de reiziger staat, gedurende
de uitvoering van de concessie omgaat met reizigers met een beperking. Er worden richtlijnen
opgesteld over hoe deze reizigers moeten worden bejegend en via OV-ambassadeurs wordt
het gebruik van OV door mensen met een beperking gestimuleerd. Er wordt per 2023 € 1,5 miljoen
beschikbaar gesteld aan gemeenten voor OV-ambassadeurs. Zij kunnen mensen met een
beperking (en andere reizigers) wegwijs maken bij het reizen met het ov.
Aanpassingen bus- en tramhaltes
De inzet van het bestuursakkoord toegankelijkheid ov is dat wegbeheerders bij aanpassing
van bus- en tramhaltes (bijvoorbeeld bij reconstructies van straten) er voor zorgen
dat deze voldoen aan de toegankelijkheidseisen. Decentrale ov-autoriteiten geven in
hun uitvoeringsprogramma aan en in welk tempo en met welke prioritering zij gezamenlijk
met wegbeheerders de bus- en tramhaltes die dat nog niet zijn toegankelijk willen
maken. Metrohaltes zijn al toegankelijk.
Toegankelijkheid lijn- en buurtbussen
Er wordt onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van lijn- en buurtbussen en op
basis hiervan worden maatregelen ter verbetering genomen. In het bestuursakkoord is
afgesproken dat de uitkomsten van dit onderzoek ertoe leiden dat decentrale ov-autoriteiten
in hun regionale uitvoeringsprogramma’s opnemen welke oplossingen zij gaan doorvoeren
op de lijnen met ontoegankelijke (buurt)bussen. Zo ontstaat op termijn een geheel
toegankelijke ov-keten. De leden De Hoop en Van der Graaf hebben tijdens de begrotingsbehandeling
ook een motie ingediend die oproept om alle buurtbussen rolstoeltoegankelijk te maken.
Ik heb gevraagd deze motie aan te houden totdat de resultaten van de onderzoeken er
zijn. Resultaten van de onderzoeken worden voor de zomer van 2023 verwacht. Bij invoering
van nieuwe manieren van reizen, wordt direct de toegankelijkheid meegenomen. Dat geldt
ook voor aanpassingen aan ov-knooppunten.
Reisformatie
De toegankelijkheid van de reisinformatie zal gaan voldoen aan de «Implementatiewet
toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten» en eventuele op te stellen wet-
of regelgeving specifiek voor het openbaar vervoer, indien en zodra deze in werking
treedt. Deze wet betreft implementatie van EU-Richtlijn 2019/882 die tot doel heeft
om een bijdrage te leveren aan het goed functioneren van de interne markt door onderlinge
aanpassing van de wet- en regelgeving van de lidstaten inzake de toegankelijkheidsvoorschriften
voor bepaalde producten en diensten. Achterliggend doel is het vergroten van de maatschappelijke
deelname van personen met een beperking. Het betreft hierbij diensten die na 28 juni
2025 aan consumenten worden verleend.
Doelgroepenvervoer
Het lid Agema (PVV) heeft mij gevraagd of het mogelijk is om de tarieven voor Valysreizen
door mensen met een beperking te verlagen, zeker zolang het openbaar vervoer voor
hen niet volledig toegankelijk is. Ook de mogelijkheden voor een betere aansluiting
tussen doelgroepenvervoer (waaronder leerlingenvervoer) en openbaar vervoer is aan
de orde gesteld. Ik heb daarop toegezegd met de verantwoordelijke Ministeries VWS
en OCW in gesprek te gaan.
Valys is de verantwoordelijkheid van VWS. De zorgen van het lid Agema heb ik overgebracht.
Ten aanzien van een betere aansluiting van doelgroepenvervoer (waaronder leerlingenvervoer)
en openbaar vervoer vindt overigens al regulier plaats. Ik wijs u in dit verband ook
op het Commissiedebat van 19 oktober 2022 (Kamerstuk 31 521, nr. 133) met de Minister voor Primair en Voorgezet Onderwijs en mij over knelpunten in het
leerlingenvervoer waarin is toegezegd een overleg van OCW met VWS, SZW en IenW te
organiseren over oplossingen op meer lange termijn voor het gehele doelgroepenvervoer.
Voor het kerstreces stuurt de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs een monitor
leerlingenvervoer aan uw Kamer en wordt vermeld hoe wordt doorgewerkt aan de oplossingen
voor de (middel)lange termijn.
4. Governance en borging afspraken
In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over monitoring, evaluatie, regulier
overleg en de verdere uitwerking van de afspraken. Zo wordt de samenwerking tussen
alle partijen verder versterkt en geborgd. De monitoring is onderdeel van de op te
zetten governance ter uitvoering van het bestuursakkoord. Die bestuurlijke constructie
zal ik samen met de meest betrokken stakeholders vormgeven. In de komende maanden
zal ik over de inrichting van de governance in gesprek gaan met de stakeholders. Een
belangrijk onderdeel daarvan is dat de belangenbehartigers van mensen met een beperking
bij de gehele uitvoering van het akkoord actief betrokken worden. Zoals op 8 november
toegezegd, zal ik de voortgang op het bestuursakkoord nauwlettend volgen en zal ik
uw Kamer daarover periodiek informeren.
Zoals toegezegd aan uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling op 1 december 2022 wordt
u voor de zomer van 2023 de eerstvolgende keer geïnformeerd over de stand van zaken
en wordt daarbij ook nader ingaan op de gemaakte afspraken over de governance en borging
van de maatregelen gedurende de looptijd van het bestuursakkoord (2022–2032).
Tot slot
Er zijn de afgelopen jaren in Nederland flinke stappen gezet om de toegankelijkheid
van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking te verbeteren. Het bestuursakkoord
toegankelijkheid ov (2022–2032) is een belangrijke mijlpaal waarmee de laatste belemmeringen
de komende jaren worden door alle partijen gezamenlijk worden aangepakt. Daarbij zal
een deel van de maatregelen al op korte termijn tot verbeteringen leiden voor alle
reizigers en voor mensen met een beperking in het bijzonder.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat