Brief regering : Fiche: Mededeling meststoffen
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3583
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2022
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 5 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Verordening dataverzameling en -deling kortetermijnverhuur accommodatie (Kamerstuk
22 112, nr. 3581)
Fiche: Verordening aanscherping typegoedkeuring voor personenauto’s, bestelwagens,
vrachtwagens en bussen (Euro 7) (Kamerstuk 22 112, nr. 3582)
Fiche: Mededeling meststoffen
Fiche: Mededeling EU-Beleid Cyber Defensie (Kamerstuk 22 112, nr. 3584)
Fiche: Mededeling Actieplan Militaire Mobiliteit 2.0 (Kamerstuk 22 112, nr. 3585)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling meststoffen
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH
EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S. Waarborgen van de beschikbaarheid
en betaalbaarheid van meststoffen.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
9 november 2022
c) Nr. Commissiedocument
COM(2022) 590
d) Eur-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52022DC0590(01)
e) Nr. Impact assessment Commissie en Opinie
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Landbouw- en Visserijraad
g) Eerstverantwoordelijke ministerie
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
2. Essentie voorstel
De Europese Commissie (Commissie) presenteert in de mededeling plannen om de beschikbaarheid
en betaalbaarheid van meststoffen te waarborgen. De beschikbaarheid en betaalbaarheid
van meststoffen staat sinds de inval van Rusland in Oekraïne sterk onder druk, omdat
kunstmestproductie afhankelijk is van schaarser aardgas en duurdere grondstoffen.
De hogere kosten voor grondstoffen en de beperkte productie van kunstmest leidt samen
tot een fors hogere prijs van kunstmest voor landbouwers, waardoor oogstopbrengsten
en inkomsten van boeren onder druk staan, en tegelijkertijd tot hogere voedselprijzen
leidt.
De door de Commissie opgestelde plannen bieden lidstaten de mogelijkheid om boeren
en de meststoffenindustrie in de Europese Unie tijdens deze crisis direct te ondersteunen.
De steun verloopt via het tijdelijke crisiskader voor staatssteun en de inzet van
de landbouwcrisisreserve van 450 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2023. Daarnaast
adviseert de Commissie de lidstaten om de meststoffenindustrie prioriteit te geven,
te ondersteunen door hun nationale noodplannen voor gaslevering en nationale steunregelingen
in te vullen met middelen die gegeneerd worden uit de solidariteitsbijdrage van energiebedrijven.
Daarnaast wordt een aantal maatregelen voorgesteld dat op de middellange termijn effect
zal hebben en tot doel heeft om minder, efficiënter en duurzamer gebruik van meststoffen
te stimuleren via precisielandbouw, gebruik van organische meststoffen en vlinderbloemigen,
waardoor er ook in de toekomst minder milieuschade optreedt. De Commissie staat open
voor aanpassingen aan de Nationale Strategische Plannen (NSP) om deze maatregelen
te stimuleren. Verder wil de Commissie meer zicht op de EU-markt voor meststoffen
verkrijgen door het opzetten van een deskundigengroep.
Voorts kondigt de Commissie een actieplan voor geïntegreerd nutriëntenbeheer aan in
het eerste kwartaal van 2023 dat gericht is op het bevorderen van het efficiënter
gebruik van nutriënten. Hierin wordt ook gekeken naar efficiënte recycling en gebruik
van nutriënten uit organische reststromen, zoals dierlijke mest, digestaat, slib en
andere organische reststromen. Het gebruik van deze organische meststoffen kan, in
overeenstemming met de nitraatrichtlijn, een rol spelen om landbouwers te helpen hun
blootstelling aan volatiele prijzen van minerale meststoffen te verminderen en nutriëntenkringlopen
te sluiten. Er wordt aangegeven dat de Commissie in het actieplan voor geïntegreerd
nutriëntenbeheer ook verdere regelgevende en niet-regelgevende stappen zal beoordelen
om een breder gebruik van teruggewonnen nutriënten uit dierlijke mest (RENURE) mogelijk
te maken.
De mededeling streeft naar een open strategische autonomie van de EU op het terrein
van meststoffen. Deze autonomie wordt ten eerste bevorderd door het stimuleren van
recycling vanuit reststromen en betere toegang tot organische meststoffen. Verder
door steun aan de transitie naar fossiel-vrije kunstmestproductie en tenslotte door
diversificatie van de invoer van kunstmest uit andere derde landen om minder afhankelijk
te worden van Rusland. De Commissie wil de alternatieve bevoorrading met kunstmestproducten
stimuleren door het schrappen van importtarieven voor twee stikstofproducten (ureum
en ammoniak) voor een periode van 24 maanden. Voor de opschaling van de hernieuwbare
waterstofeconomie van de EU zal een nieuwe Europese waterstofbank worden opgericht,
die 3 miljard euro zal investeren in het opstarten van een waterstofmarkt in de EU.
De Commissie kondigt aan binnenkort in het kader van Richtlijn (EU) 2018/20011 twee gedelegeerde handelingen met een regelgevingskader voor hernieuwbare brandstoffen
van niet-biologische oorsprong bekend te maken.
De Commissie besteedt in de mededeling veel aandacht aan de vraag hoe de Europese
Unie ervoor kan zorgen dat meststoffen in de wereld beschikbaar blijven. Hiervoor
zijn de volgende stappen uitgerold. Ten eerste, door de samenwerking tussen lidstaten
en Europese financiële instellingen op de vier onderdelen van de reactie op wereldwijde
voedselonzekerheid: solidariteit, productie, handel en multilateralisme. Ten tweede,
door de capaciteit van de Solidarity Lanes2
tussen EU-lidstaten en Oekraïne te vergroten met lidstaten, Oekraïne, Moldavië en
relevante belanghebbenden. Ten derde, door het stimuleren van duurzame landbouwpraktijken
en alternatieve meststoffen, op basis van organische reststoffen en het duurzaam beheer
van bodemvruchtbaarheid onder meer via de Global Fertilizer Challenge, samen met onder meer geselecteerde EU-partnerlanden om hun afhankelijkheid en consumptie
van geïmporteerde meststoffen te verminderen. Ten vierde, de wereldwijde markttransparantie
in meststoffen te verbeteren door bij te dragen aan internationale initiatieven op
het gebied van meststoffen, in het bijzonder Agrarisch Markt Informatie Systeem3 (AMIS) van de G20. Ten vijfde, door middel van ondersteuning, onder meer via het
Internationaal Monetair Fonds (IMF) Armoedebestrijding en Groeitrustfonds4, de samenwerking te versterken met onafhankelijke financiële instellingen. En onder
Global Gateway5
innovatieve en duurzame investeringen om de betalingsbalansbehoeften aan te pakken.
Verder blijven samenwerken met de EU-lidstaten om ervoor te zorgen dat de wereldhandel
in agrovoedingsproducten, inclusief meststoffen, soepel kan verlopen. Ten slotte zal
de Commissie haar werk op het gebied van gezamenlijke communicatie en diplomatieke
hulpverlening opvoeren om de reactie van Team Europe op voedselonzekerheid te benadrukken en te consolideren en om Russische desinformatie
tegen te gaan. De Commissie zal blijven toezichthouden en informatiemanipulatie door
Rusland tegengaan, onder meer via de publieke zenders in de Unie, zoals EUvsDisinfo6, terwijl ze blijft samenwerken met gelijkgestemde partners, met name binnen de G7
en de NAVO.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet streeft enerzijds naar een transitie naar kringlooplandbouw door minder
en efficiënter gebruik van meststoffen en door de vervanging van kunstmest door meststoffen
op basis van organische reststromen, zoals beschreven in zevende Nitraatactieprogramma7. Nederland streeft daarbij naar het verminderen van de afhankelijkheid van strategische
goederen en grondstoffen. Anderzijds helpen we ontwikkelingslanden met het bereiken
van met name sustainable development goal no. 2, die zich onder meer richt op het
verhogen van de productiviteit en inkomens van kleinschalige boerenbedrijven.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet onderschrijft dat meststoffen momenteel fors duurder zijn en kunstmest
voor de Europese landbouw beperkt beschikbaar is. Voldoende meststoffen zijn noodzakelijk
om de voedselzekerheid in Europa te garanderen. Om een duurzame toekomst voor de landbouw
te garanderen, is het nodig om in te zetten op effectief en efficiënt gebruik van
meststoffen. Daarnaast kan het hergebruiken en herwinnen van nutriënten, die reeds in de Unie aanwezig zijn, helpen de emissies naar water, lucht en bodem
te beperken en om minder afhankelijk te worden van de import van kunstmest uit derde
landen. Het kabinet ziet op dit vlak voornemens van de Commissie, maar nog geen concrete
voorstellen en is daarom voorstander om kunstmestvervanging met producten uit dierlijke
mest, die voldoen aan de RENURE-criteria, mogelijk te maken. Dit kan de EU meer onafhankelijk
maken van externe input van grondstoffen en daarnaast bijdragen aan het beperken van
emissies naar het milieu. Hiermee geeft het kabinet invulling aan de motie van de
leden Tjeerd de Groot en Sjoerdsma8. Daarnaast is het goed om de Europese meststoffenindustrie te ondersteunen in de
transitie naar de productie van groene alternatieven voor kunstmest. Het kabinet is
positief over het onderzoeken van gezamenlijk inkoop van waterstof en het opzetten
van een waterstofbank.
Het kabinet is kritisch op de mogelijke inzet van de landbouwcrisisreserve van 450 miljoen
euro voor dit doel en het inrichten van een doorsluis van middelen van elektriciteitsproducenten
naar intensieve energieverbruikers als landbouwers en meststoffenproducenten. Aangezien
deze maatregelen op lidstaatniveau worden ingeregeld kunnen ze het gelijke speelveld
in Europa in gevaar brengen. Het kabinet is kritisch op het schrappen van importtarieven
van 6,5% van twee grondstoffen (ammoniak en ureum) van stikstofhoudende meststoffen
voor 24 maanden. Deze maatregel in niet onderbouwd met een impactassessment. Deze
maatregel kan op korte termijn de prijs van meststoffen doen verminderen, maar geeft
geen stimulans aan de Europese meststoffenindustrie om te verduurzamen door gebruik
te maken van lokaal beschikbare grondstoffen, recycling van reststromen en productie
van fossiel-vrije kunstmest.
Het kabinet is blij met de aandacht die de Commissie heeft voor de effecten van deze
crisis op ontwikkelingslanden. In dat kader is het kabinet voornemens om als bijdrage
aan de genoemde Global Fertilizer Challenge 30 miljoen dollar beschikbaar te maken voor het vergroten van de toegang van boeren
in Ethiopië en Mozambique tot kunstmest en zaaizaad via de Africa Emergency Food Production Facility (AEFPF) van de African Development Bank.
Nederland heeft belang bij een op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem. De
inzet van het kabinet is om op basis van goede samenwerking beschikbaarheid en betaalbaarheid
van meststoffen binnen de EU te waarborgen, met maatregelen die zo min mogelijk de
handel in deze meststoffen hinderen, mede om problemen wat betreft beschikbaarheid
en prijzen van meststoffen en voedselmiddelen voor ontwikkelingslanden te voorkomen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
In de Landbouwraad van 21 november 2022 heeft een eerste bespreking van het voorstel
plaatsgevonden. Lidstaten geven aan de mededeling van de Commissie te verwelkomen,
maar nog concrete maatregelen te missen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1473). Verder geven verschillende lidstaten aan kritisch te zijn over het gebruik van
de landbouwcrisisreserve en andere staatssteunmaatregelen.
Veel landen zien mogelijkheden om meer gebruik maken van alternatieve nutriënten zoals
dierlijke bijproducten, mest en bioafval wat ook bijdraagt aan een circulaire economie
en roepen de Commissie op om snel met het integrale Actieplan Nutriëntenbeheer te
komen.
Het Europees Parlement heeft nog geen positie over deze mededeling.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor deze mededeling is positief. De
mededeling heeft betrekking op verschillende beleidsterreinen, als landbouw, industrie,
milieu en gemeenschappelijke handelspolitiek. Op het terrein van landbouw en milieu
is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (zie resp. artikel 4,
lid 2, onder d, en artikel 4, lid 2, onder e, van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie (hierna: VWEU)). Op het terrein van industrie is de EU bevoegd
om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen
(artikel 6, onder b, VWEU). Op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek
heeft de EU een exclusieve bevoegdheid (artikel 3, lid 1, onder e, VWEU. De Commissie
is zodoende bevoegd deze mededeling uit te vaardigen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van deze mededeling is positief.
De mededeling heeft tot doel voldoende meststoffen in Europa beschikbaar te houden
tegen een betaalbare prijs voor de Europese landbouw. Ter realisatie van deze doelstelling
is optreden op EU-niveau gerechtvaardigd. Gelet op het grensoverschrijdende karakter
van de markt inzake meststoffen, is een Europese aanpak noodzakelijk om de betaalbaarheid
en beschikbaarheid hiervan te waarborgen. De doelstellingen van het overwogen optreden
kunnen daarom onvoldoende door de lidstaten (op centraal, regionaal of lokaal niveau)
worden verwezenlijkt en beter door de Unie worden bereikt. Voor zover de mededeling
betrekking heeft op de gemeenschappelijke handelspolitiek is de subsidiariteit niet
van toepassing, gelet op de exclusieve bevoegdheid van de Unie op dit terrein.
c) Proportionaliteit
De grondhouding t.a.v. de proportionaliteit van de mededeling is positief. De mededeling
heeft tot doel voldoende meststoffen in Europa beschikbaar te houden tegen een betaalbare
prijs voor de Europese landbouw. Veel voorstellen die worden gedaan om de beschikbaarheid
van meststoffen in Europa te vergroten, zoals recycling van reststromen voor organische
meststoffen, alternatieve bevoorradingsbronnen voor invoer van kunstmest, bevordering
van de productie van groene ammoniak en biomethaan, dragen bij aan het doel. De in
de mededeling genoemde concrete maatregelen met betrekking tot inzet van de financiële
middelen om landbouwers en meststoffenindustrie te compenseren voor hoge kosten kunnen
een potentieel prijsopdrijvend effect hebben, en het kabinet zal deze maatregelen
kritisch bezien of ze bijdragen aan het doel van de mededeling. De maatregelen die
worden benoemd om meer efficiënt om te gaan met nutriënten of nutriënten terug te
winnen passen binnen het doel van de mededeling, maar zijn nog niet concreet gemaakt.
Tenslotte is er een positieve grondhouding ten opzichte van het opzetten van een EU-waterstofbank,
die de meststoffenindustrie kan helpen in de transitie naar fossiel-vrije meststofproductie.
d) Financiële gevolgen
De landbouwcrisisreserve betreft budget van de Europese Commissie, grotendeels bijeengebracht
door het inhouden van een deel van de uitbetaling van de directe betalingen van de
grondgebonden landbouw, en heeft geen gevolgen voor de nationale begroting. Nederland
is van mening dat de benodigde middelen gevonden dienen te worden binnen de in de
Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten
passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Nederland is een exporterend
land voor kunstmestproducten. Verwacht wordt dat het schrappen van de importtarieven
voor kunstmest producten uit derde landen weinig gevolgen zal hebben voor de nationale
begroting, maar wel voor de concurrentiepositie van de Nederlandse meststoffensector.
De Europese Waterstofbank moet nog uitgewerkt worden, zodoende weten we nog niet hoe
de financiële inkleding eruit zal zien en wat de financiële gevolgen voor Nederland
zullen zijn.
Het voorstel om 30 miljoen dollar beschikbaar te maken voor de Global Fertilizer Challenge,
komt ten laste van de begroting van BH&OS. Overige maatregelen dienen, door de Commissie,
nog verder te worden uitgewerkt om de financiële gevolgen te kunnen beoordelen. De
budgettaire gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting van
het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling heeft geen effect op regeldruk. De concrete maatregelen moeten nog worden
vormgegeven. Invulling van de maatregelen uit de mededeling wordt overgelaten aan
de lidstaten, waarbij de Commissie flexibiliteit in staatssteunkaders wil geven, dit
geeft risico’s voor een gelijk speelveld en oneerlijke concurrentie tussen lidstaten.
De maatregelen ondersteunen de Europese landbouw en meststoffensector om over voldoende
meststoffen te kunnen beschikken. Globaal is er echter krapte, dit kan er toe leiden
dat ontwikkelingslanden geen meststoffen meer kunnen betalen met gevolgen voor opbrengst
van gewassen in deze landen en daarmee de voedselzekerheid. De mededeling stelt maatregelen
voor om deze effecten te beperken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken