Brief regering : Uitvoering begrotingen 2022, Staten-Generaal, Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad, BZK, Gemeentefonds en Provinciefonds
36 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023
36 200
IIA
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2023
36 200
IIB
Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten
van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2023
36 200
B
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2023
36 200
C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023
Nr. 141
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2022
De comptabiliteitswet schrijft voor dat alle majeure wijzigingen die na de tweede
suppletoire begroting zijn opgetreden, uiterlijk drie dagen voor aanvang van het Kerstreces
gemeld moeten worden aan beide Kamers der Staten-Generaal. Hierbij informeer ik uw
Kamer over zaken die bij de realisatie van de begroting 2022 raken aan het artikelniveau
in de begrotingen Staten-Generaal (IIA), Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten
van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(VII), Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) voor zowel de verplichtingen, de uitgaven
als de ontvangsten. Ook vinden er op een aantal artikelen van begrotingshoofdstuk
VII beleidsmatige mutaties plaats, welke eveneens worden toegelicht in deze brief.
De hieronder genoemde onderwerpen hebben zich voorgedaan na de besluitvorming over
de Najaarsnota 2022 en maken geen onderdeel uit van de tweede suppletoire begrotingen
2022. De begrotingswijzigingen die met de genoemde onderwerpen samenhangen, zullen
als onderdeel van de realisatie van de begroting 2022, in de Slotwet 2022 worden verwerkt.
Staten-Generaal (IIA)
Artikel 3 – Wetgeving en controle Tweede Kamer
Op artikel 3 wordt naar verwachting het uitgavenbudget met circa € 0,3 mln. overschreden
ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2022. De overschrijding wordt
hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere apparaatsuitgaven. Het verplichtingenbudget
wordt naar verwachting met € 3,5 mln. overschreden. In december worden er verschillende
verplichtingen vastgelegd voor externe inhuur en een contract voor beheer en onderhoud.
Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB)
Artikel 1 – Raad van State
Op artikel 1 wordt naar verwachting het verplichtingenbudget met circa € 2,3 mln.
overschreden. In december 2022 worden diverse verplichtingen voor 2023 vastgelegd.
Het betreft jaarlijkse verplichtingen met betrekking tot bedrijfsvoeringaspecten zoals
inhuurcontracten.
Artikel 2 – Algemene Rekenkamer
Op artikel 2 wordt naar verwachting het verplichtingenbudget met circa € 3,5 mln.
overschreden. Eind 2022 worden er verschillende meerjarige contracten, zoals leasecontracten,
vastgelegd.
Artikel 3 – Nationale ombudsman
Door indexatie van de tarieven die gesteld worden voor de medeoverheden worden er
door de Nationale ombudsman € 54.000 meer ontvangsten gerealiseerd dan begroot. Deze
meerontvangsten betreffen de vergoeding vanuit medeoverheden voor de taakuitoefening
van de Nationale ombudsman voor de medeoverheden. Hiervoor zal een desaldering plaatsvinden
bij Slotwet 2022. De uitgaven, verplichtingen en ontvangsten nemen hierdoor toe.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)
Artikel 3 – Woningmarkt
Exclusief de huurtoeslag is er op artikelniveau naar verwachting geen sprake van overschrijdingen.
Voor de Woningbouwimpuls (WBI) wordt onderuitputting verwacht. Het beeld is op dit
moment is nog niet definitief maar zal volgen bij Slotwet 2022. Voor de WBI is 100%
Eindejaarsmarge (EJM) afgesproken. Bij Slotwet 2022 vinden nog wel enkele overboekingen
naar het Btw-compensatiefonds plaats.
Artikelonderdeel 3.1 Woningmarkt
Uitvoering huurtoeslag (inkomensoverdrachten en ontvangsten)
Tot en met oktober blijft de huurtoeslag in 2022 per saldo circa € 86 mln. achter
op de raming. Bij de uitgaven komen de voorschotten en de nabetalingen circa € 128
mln. lager uit. Dit komt met name door minder instroom van nieuwe huurtoeslagaanvragers
en een lagere gemiddelde huurprijs dan verwacht. Bij de ontvangsten komen de invorderingen
circa € 42 mln. lager uit. Dit komt onder andere doordat de invorderingen als een
van de coronamaatregelen tijdelijk waren gepauzeerd. Hoe de huurtoeslag voor heel
2022 uitkomt, is nog niet bekend. Het beeld kan de laatste maanden nog wijzigen.
Artikelonderdeel 3.3 Woningbouw
Flexpools (bijdrage aan medeoverheden)
Ten behoeve van de financiering van capaciteitsondersteuning voor het voorkomen van
vertragingen in de voorfase van de woningbouw, zijn specifieke uitkeringen uitgekeerd.
Hiervoor wordt bij Slotwet 2022 € 5,6 mln. overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds.
Woningbouwimpuls (bijdrage aan medeoverheden)
Voor de vierde tranche van de woningbouwimpuls zijn in december de specifieke uitkeringen
uitgekeerd aan de gemeenten. In het kader van de vierde tranche van de woningbouwimpuls
vindt een afdracht van btw plaats voor de projecten die in 2022 zijn uitgekeerd. Deze
aanvragen zijn momenteel nog niet geheel beoordeeld. Naar verwachting zal hiervoor
bij Slotwet 2022 minimaal € 15,3 mln. worden overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds.
Aandachtsgroepen (bijdrage medeoverheden)
Voor de regeling voor de huisvesting van aandachtsgroepen zijn specifieke uitkeringen
uitgekeerd. De aanvragen zijn hiervan nog niet geheel beoordeeld. Naar verwachting
wordt hiervoor bij Slotwet 2022 minimaal € 3,4 mln. overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds.
Stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen (bijdrage medeoverheden)
Voor de regeling voor de huisvesting van aandachtsgroepen zijn specifieke uitkeringen
uitgekeerd. De aanvragen zijn hiervan nog niet allemaal beoordeeld. Naar verwachting
wordt hiervoor bij Slotwet 2022 minimaal € 1,2 mln. overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds.
Woondeals
Ten behoeve van de specifieke uitkering aan de medeoverheden in het kader van de woondeals
zal er een afdracht voor de btw voor circa € 521.000 worden gedaan middels een overheveling
aan het btw-compensatiefonds bij Slotwet.
Provincie Zuid-Holland (bijdrage medeoverheden)
Ten behoeve van de ontsluiting van de wijk Valkenhorst in de gemeente Katwijk ontvangt
de Provincie Zuid-Holland een bijdrage van € 500.000 via een specifieke uitkering.
De bijbehorende btw ter waarde van € 105.000 zal worden overgeheveld aan het btw-compensatiefonds.
Waddeneilanden
Ten behoeve van een specifieke uitkering aan de Waddeneiland voor de stimulering van
de woningbouw zal er een afdracht voor de btw voor circa € 158.000 worden gedaan middels
een overheveling aan het btw-compensatiefonds bij Slotwet.
Artikel 4 – Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen. Bij Slotwet
2022 vindt nog wel een correctieboeking binnen artikel 4 plaats.
Artikelonderdeel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Energiebesparing Huursector (subsidies regelingen)
Na de tweede suppletoire begroting 2022 is per abuis een negatieve verplichtingenstand
ontstaan op de regeling STEP (circa € 8,5 mln.). Deze negatieve verplichtingenstand
wordt bij Slotwet 2022 gecorrigeerd.
Artikel 5 – Ruimtelijke ordening en omgevingswet
Op artikel 5 wordt het verplichtingenbudget naar verwachting met € 10 mln. overschreden
ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2022. De oorzaak is het vastleggen
van verplichtingen die voortkomen uit de jaaropdrachten 2023 aan uitvoeringsorganisaties
zoals het Kadaster, Geonovum en Rijkswaterstaat. Daarnaast vallen de ontvangsten naar
verwachting € 4,4 mln. lager uit dan geraamd. De afrekeningen met de uitvoeringsorganisatie
over de jaaropdrachten zullen naar verwachting dit jaar niet meer plaatsvinden. Bij
Slotwet 2022 vindt een overboeking van € 47.000 plaats naar het btw-compensatiefonds
voor een aantal incidentele specifieke uitkeringen. Tevens vindt er bij Slotwet een
overboeking naar het Mobiliteitsfonds via de begroting van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat (IenW) plaats. Dit betreft de bijdrage van BZK van € 100.000 voor het
programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid van het Ministerie van IenW.
Artikel 6 – Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen.
Ontvangsten RVIG
De ontvangsten vallen naar verwachting € 24,6 mln. hoger uit dan geraamd. Er zal vanuit
RvIG voor het reisdocumentenstelsel 24,7 mln. terugvloeien gezien de huidige omvang
van de egalisatiereserve op het gewenste niveau is om de toekomstige verschillen tussen
kosten en opbrengsten op te vangen. Hierdoor is dotatie vanuit het positieve resultaat
aan deze reserve niet opportuun. Deze reserve is gecreëerd om prijsfluctuaties ten
gevolge van de langere geldigheidsduur voor reisdocumenten op te vangen.
Artikel 7 – Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Op artikel 7 wordt het verplichtingenbudget met circa € 26 mln. overschreden. Dit
komt onder andere door de vastlegging van meerjarige verplichtingen. Waaronder de
compensatie die de waterschappen ontvangen voor de incidentele kosten in het kader
van de implementatie van de Wet Open Overheid, de verlenging van de extra personele
inzet ten behoeve van de crisisnoodopvang en de meerjarige bijdragen voor Platform
Open Overheidsinformatie, E-mailarchivering, Doc-Direkt en I-vakmanschap. Bij Slotwet
2022 vinden nog wel enkele verschuivingen binnen artikel 7 plaats.
Artikelonderdeel 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening (bijdrage aan agentschappen)
Bij Slotwet 2022 vindt er binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaats om uitgaven
voor de doorontwikkeling van de Rijksbrede ICT-voorzieningen op het juiste instrument
binnen de begroting te kunnen verantwoorden (circa € 6,6 mln.).
Diverse bijdragen (bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)
Bij Slotwet 2022 vindt er binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaats om bijdragen
aan het UBR, Nationaal Archief, Dienst Publiek en Communicatie, Stichting ICTU en
De Nederlandse Bank in het kader van informatiehuishouding op het juiste instrument
binnen de begroting te kunnen verantwoorden (circa € 10,1 mln.).
I-functie Rijk (bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)
Bij Slotwet 2022 vindt er binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaats om uitgaven
voor I-functie Rijk op het juiste instrument binnen de begroting te kunnen verantwoorden
(circa € 2,3 mln.).
Gemeentefonds (B)
Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen.
Provinciefonds (C)
Bij het budget aan onderzoeken naar de omvang en verdeling van het provinciefonds
en voor het onderhoud van het verdeelsysteem wordt het uitgavenbudget in 2022 overschreden
met ca. € 83.000 op het instrument Opdrachten.
Belangrijkste oorzaak voor deze overschrijding is dat de aanvullende opdracht aan
Cebeon voor de herijking van het provinciefonds reeds in 2022 voor een deel tot facturering
is gekomen. Dit was voorzien voor 2023.
Mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties