Brief regering : Voortgang aanpak voor personen met verward en/of onbegrepen gedrag
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 644
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2022
Mensen kunnen soms de grip op het leven al dan niet tijdelijk kwijtraken. Zij kunnen
dan verward en/of onbegrepen gedrag vertonen. De achtergrond van dit gedrag is divers.
Het kan gaan om mensen met een (soms door omstandigheden versterkte) psychische aandoening,
verslaving, licht verstandelijke beperking en/of andere problematiek. Het verwarde
en/of onbegrepen gedrag is een last voor betrokkenen zelf en kan daarnaast leiden
tot overlast of gevoelens van onveiligheid bij omstanders of omwonenden. Vaak wordt
in dat geval de politie ingeschakeld, terwijl politie-ingrijpen lang niet altijd nuttig
of helpend is en ook geen recht doet aan de onderliggende problemen van deze mensen.
Het verwarde en/of onbegrepen gedrag kent vaak een lange voorgeschiedenis. De problemen
van deze mensen vereisen niet alleen zorg, maar dikwijls ook inzet vanuit het sociaal
domein in de vorm van begeleiding, schuldhulpverlening, huisvesting, werk en/of dagbesteding.
Wij zetten ons ervoor in om zorgwekkend gedrag vroegtijdig te signaleren en escalatie
van problematiek te voorkomen door het bieden van de juiste zorg en/of ondersteuning.
Daarbij zetten wij ons er ook voor in om het handelingsperspectief te vergroten wanneer
deze personen naar aanleiding van een melding toch met de politie in aanraking komen.
In de voortgangsbrief van 15 juli jl. hebben wij uw Kamer geïnformeerd over onze inzet
om de samenwerking tussen het zorg-, sociaal en veiligheidsdomein verder te versterken
om te voorkomen dat personen uit de genoemde doelgroep de grip op hun leven verliezen
en mede hierdoor dreigen met politie en justitie in aanraking te komen.1 Met deze brief informeren wij uw Kamer over de voortgang van deze intensivering en
de brede aanpak voor personen met verward en/of onbegrepen gedrag die VWS en JenV
gezamenlijk uitvoeren. Kernpunten hierin zijn aansluiten bij de lokale praktijk, gezamenlijk
optrekken en inzet op een structurele in plaats van een projectmatige aanpak. Tevens
reageren wij middels deze brief op de notitie «Het politiewerk en personen met verward
gedrag» van het lid Van Nispen (SP).2 Hiermee geven wij uitvoering aan de motie van de Leden Van Nispen (SP), Van der Staaij
(SGP), Michon-Derkzen (VVD), Knops (CDA) en Mutluer (PvdA).3 Tijdens de Begrotingsbehandeling JenV stelde het Lid Knops (CDA) de MJenV vragen
over de aanpak.4 Wij beantwoorden de vragen van het Lid Knops middels deze brief.
Intensiveren samenwerking tussen het zorg-, sociaal en veiligheidsdomein
Om de samenwerking tussen het zorg-, sociaal- en veiligheidsdomein te intensiveren
en structureel te maken wordt er vanuit de coalitieakkoordmiddelen tussen 2023 tot
en met 2026 in totaal 59 miljoen euro extra (ca. 14,75 miljoen euro op jaarbasis)
beschikbaar gesteld voor lokale en regionale initiatieven. Dit doen we via een uitbreiding
van het Actieprogramma Grip op Onbegrip (AGO) van ZonMw, waarbij tevens aandacht is
voor het monitoren van de resultaten en kennisdeling tussen regio’s.5
De geïntensiveerde samenwerking moet dienend zijn aan de lokale situatie en kan per
locatie verschillen. Immers: wat werkt in een grote stad hoeft niet te werken in een
plattelandsgebied. Wij beraden ons de komende tijd op de wijze waarop wij de lokale
en regionale samenwerkingsvormen na afloop van AGO structureel gaan financieren.
Duurzame implementatie van succesvolle samenwerkingsvormen komt niet altijd van de
grond in verband met het gebrek aan perspectief aan structurele financiering en/of
het ontbreken van het bestuurlijke draagvlak dat nodig is voor domeinoverstijgend
samenwerken. Daarom is onze aanpak als volgt opgebouwd:
1. Versterking van de afspraken over samenwerking op het moment van een melding van
verward gedrag (acuut).
Er is tot en met 2026 in totaal 25 miljoen euro beschikbaar voor het verstevigen van
afspraken over de samenwerking op het moment van en rondom een melding van verward
gedrag (acuut) in meldkamer en op straat op regionaal niveau. Hierbij kan bijvoorbeeld
worden gedacht aan het uitwerken van afspraken over het beter gezamenlijk optrekken
van zorg en politie bij meldingen (straattriage) of inzet van een ggz-triagist in
de meldkamer.
2. Verbeteren van de samenwerking en opvolging ná een melding (niet-acuut). Tevens
organiseren van (vroeg)signalering en opvolging in de wijk.
Er is tot en met 2026 in totaal 20 miljoen euro beschikbaar voor de verbetering van
de samenwerking ná een melding of na (vroeg-)signalering van verward gedrag. Dit thema
ziet op het aanstellen van een gemeentelijke of regionale functie vroegsignalering
en opvolging in de wijk, zoals de wijk-ggd’er.
Hotspots
De recentelijk met uw Kamer gedeelde analyse van de meldingen verward gedrag bij de
politie door het Informatie Analyse Team (IAT) van het Ministerie van Justitie en
Veiligheid en de politie maakt inzichtelijk dat de meeste meldingen zich voordoen
in zeven (grote) steden.6 Voor de aanpak van grootstedelijke problematiek in deze hotspots is aanvullend op
bovenstaande thema’s tot en met 2026 in totaal 14 miljoen euro beschikbaar. Zo maken
wij daar waar de problematiek het grootst is (en waar daarom de meeste winst te behalen
valt) een snelle start.
Regionale werkconferenties
Ter ondersteuning aan de middelen die via het AGO regionaal beschikbaar worden gesteld,
gaan wij, zoals eerder aan uw Kamer gemeld, met de grootste gemeenten (G4) in gesprek
over de grootstedelijke problematiek en mogelijkheden rondom het verstevigen van de
samenwerking tussen het zorg-, sociaal- en veiligheidsdomein in de aanpak voor personen
met verward en/of onbegrepen gedrag. Uit de IAT-analyse blijkt namelijk in de G4 de
meeste meldingen over personen met verward en/of onbegrepen gedrag zijn gedaan. De
gesprekken zullen plaatsvinden in het eerste tertaal van 2023 en worden door onszelf
gevoerd. Tevens organiseren wij als VWS en JenV in alle veiligheidsregio’s werkconferenties.
Deze starten in maart 2023. Hiermee willen wij de lokale en regionale partijen faciliteren
en stimuleren om met deze maatschappelijke opgave aan de slag te gaan.
Levensloopaanpak «intensief en beveiligd»
In verschillende brieven hebben we u geïnformeerd over de ontwikkeling van de levensloopaanpak.7
8
9 Het doel van de levensloopaanpak is om een geïntegreerd en domeinoverstijgend zorg-
en ondersteuningsaanbod te organiseren voor personen van 18 jaar en ouder die agressief
en/of gevaarlijk gedrag vertonen als gevolg van een psychische aandoening en/of een
verstandelijke beperking en/of een niet-aangeboren hersenletsel. De focus ligt op
de continue samenwerking en samenhang tussen ondersteuning, zorg en veiligheid.
Door het uitblijven van een oplossing voor financiering van de levensloopaanpak heeft
de inclusie van patiënten door levensloopaanbieders in een aantal levensloopregio’s
stilgelegen. Inmiddels is de inclusie van patiënten in de levensloopaanpak weer van
start gegaan en wordt deze aanpak in alle levensloopregio’s georganiseerd. Dit naar
aanleiding van de afspraken over een tijdelijke oplossing die we eerder hebben gemaakt
met zorgkantoren, zorgverzekeraars en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) over
de financiering van de patiëntgebonden coördinatiekosten die momenteel niet via de
reguliere zorgprestaties gefinancierd kunnen worden. Dat is belangrijk, zowel voor
de geïncludeerde en de nog te includeren personen als voor de veiligheid van de samenleving
als geheel. Om regio’s de komende periode te ondersteunen bij het starten en uitbreiden
met includeren van patiënten in de levensloopaanpak en het monitoren van de voortgang
van de inclusie is er een taakgroep regionale implementatie ingericht. Deze bestaat
uit vertegenwoordigers van alle betrokken zorg- en veiligheidspartners.10
Tegelijkertijd wordt – in nauwe samenwerking tussen VWS, JenV en veldpartijen – gewerkt
aan een structurele oplossing te komen voor de financiering van de patiëntgebonden
en niet-patiëntgebonden coördinatiekosten van de levensloopaanpak. Deze oplossing
beoogt om de domeinoverstijgende coördinatiekosten op rechtmatige en uitvoerbare wijze
te financieren. Hiermee hebben we tot doel om deze vorm van zorg passend te financieren
en breed beschikbaar te maken voor de doelgroep. De komende periode wordt hier nader
uitwerking aan gegeven.
Doorontwikkeling Meldpunt Zorgwekkend Gedrag
Het landelijke Meldpunt Zorgwekkend Gedrag (0800-1205) verbindt mensen die zich zorgen
maken over iemand in hun omgeving door met het juiste gemeentelijke of regionale meldpunt.
Dat meldpunt kan de beller advies geven over wat diegene zelf kan doen of zorgen dat
de juiste zorg of ondersteuning tot stand komt. We beraden ons de komende periode
op de doorontwikkeling en/of structurele inbedding van het landelijke meldpunt en
de lokale en regionale meldpunten die hierop aangesloten zijn. De werkzaamheden rondom
het beheer van het landelijke meldpunt, de aansluiting hierop door lokale en regionale
meldpunten en het stimuleren van kennisdeling tussen deze meldpunten worden hiertoe
vanaf begin 2023 belegd bij een hiervoor geschikte partij. Hierbij blijft er – zoals
tijdens het commissiedebat ggz van 9 november 2021 toegezegd door de Staatssecretaris
van VWS – aandacht voor verschillende onderwerpen die relevant zijn voor de meldpunten,
waaronder kennisdeling op het gebied van dementie.
Notitie «Het politiewerk en personen met verward gedrag»
Hieronder gaan wij in op de oplossingsrichtingen zoals door de SP geschetst in de
notitie «Het politiewerk en personen met verward gedrag».
1. Voor de politie moet altijd een medewerker van de GGZ beschikbaar zijn, binnen
45 minuten, als zij op meldingen af moeten gaan waar verward gedrag een rol speelt
Allereerst vinden wij het van belang te benadrukken dat bij mensen met verward en/of
onbegrepen gedrag lang niet altijd sprake is van (acute) ggz-problematiek, zoals eerder
in deze brief beschreven. Hierdoor is inzet vanuit de ggz ook niet altijd op zijn
plaats. We zetten in op een goede samenwerking van de politie met zowel de ggz-zorg
als met ondersteuning vanuit het sociaal domein, zodat bij meldingen waar inzet vanuit
zorg of ondersteuning nodig is deze ook tijdig geboden kan worden.
Wat betreft de tijdige aanwezigheid van zorg zijn specifiek voor de ggz in het kader
van de Generieke Module Acute Psychiatrie (GMAP) afspraken gemaakt over de inzet en
aanrijtijden in het geval van acute psychiatrie.11 Deze kwaliteitsnorm bevindt zich nog in de implementatiefase. Deze fase loopt tot
en met 2024). Daarnaast zijn in het Kwaliteitskader ambulancezorg rondom psychische
beoordeling afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van (ambulance) zorg (zie ook
punt 4).12 Tevens stimuleren wij in het kader van het coalitieakkoord het verbeteren van de
samenwerking tussen politie, zorg en het sociaal domein. Doel daarbij is dat goede
praktijkvoorbeelden van deze samenwerking duurzaam worden geïmplementeerd en personen
met verward en/of onbegrepen gedrag niet onnodig in aanraking komen met politie, zoals
eerder in deze brief omschreven.
2. Er moeten voldoende ambulante behandelplekken komen om mensen de passende hulp
en zorg te bieden die ze op dat moment nodig hebben
Net als de SP vinden wij dat voldoende behandelaanbod van groot belang is. In het
Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn met het veld afspraken gemaakt die ertoe moeten leiden
dat in iedere regio voldoende (cruciaal) behandelaanbod beschikbaar is. Deze doelgroep
kan, zoals eerder benoemd, echter ook behoefte hebben aan zorg of ondersteuning vanuit
het sociaal domein. Hierbij kan gedacht worden aan dagbesteding of hulp bij schulden.
Waar het gaat om personen met verward en/of onbegrepen gedrag wordt, zoals hierboven
beschreven, ingezet op vroegsignalering, het voorkomen van escalatie van problematiek
en goede samenwerking tussen verschillende betrokken ketenpartners. Dit met als doel
mensen al eerder toe te leiden naar passende zorg of ondersteuning.
3. Er zijn kleinschalige 24-uursvoorzieningen in de wijken nodig, waar mensen op een
laagdrempelige manier zorg kunnen ontvangen.
Laagdrempelige zorg en ondersteuning vinden we inderdaad van groot belang. In het
IZA is afgesproken om in de komende vijf jaar te komen tot een landelijk dekkend netwerk
van laagdrempelige steunpunten zoals herstel- en zelfregiecentra waar iedere inwoner,
met name met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) toegang tot heeft. Hierbij
worden er geen eisen gesteld aan 24-uurs beschikbaarheid. Dit lijkt ons niet noodzakelijk
gezien de aard van de problematiek waarvoor deze voorzieningen bedoeld zijn en de
bestaande 24-uurs beschikbaarheid van de ggz-crisisdienst in het geval van (onvoorziene)
crisis (zie punt 1). Voor het ontwikkelen van de inloopvoorzieningen kan een beroep
gedaan worden op IZA-transformatiemiddelen. Hiernaast wordt het landelijke stimuleringsprogramma
Regie in de Regio voortgezet.
4. Agenten hebben de mogelijkheid om mensen met verward gedrag niet meer naar het
politiebureau maar naar een beschikbare en passende zorgvoorziening te brengen.
Dat personen met verward en/of onbegrepen gedrag tijdig passende zorg en ondersteuning
krijgen, vinden wij net als de SP belangrijk. In overleg met alle betrokken partijen
is de verantwoordelijkheid voor het vervoer van mensen met verward of onbegrepen gedrag
belegd bij de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s).13 Ambulancezorg Nederland (AZN) heeft daarnaast het kwaliteitskader «Ambulancezorg
rondom psychiatrische beoordeling» vastgesteld, waarin wordt beschreven hoe het vervoer
van deze personen eruit dient te zien en welke ketenafspraken er regionaal dienen
te worden gemaakt. Het is aan de partijen in de veiligheidsregio’s om hier uitvoering
aan te geven. In de GMAP zijn bovendien afspraken gemaakt over de voorkeursbeoordelingslocatie
voor acute psychiatrie. Het is aan de betrokken professionals om per geval de afweging
te maken waar de beoordeling het beste plaats kan vinden.
5. De politie krijgt training aangeboden, om verward gedrag te herkennen en te beoordelen
hoe vervolgens het beste kan worden gehandeld.
Het aspect vroegsignalering en preventie heeft al de volle aandacht bij de politie
en bij de politieopleidingen. In het kader van een sluitende aanpak is dit van belang.
Vroegsignalering behoort tot de werkzaamheden van alle wijkagenten. Zij kunnen er
dan ook voor zorgen dat signalen rond personen met verward gedrag bij gemeenten en
zorg terechtkomen zodat opvolging kan plaatsvinden. De politieopleiding kent nu een
module op het vlak van meervoudige problematiek. Daarbij is in het bijzonder aandacht
voor het globaal kunnen herkennen van ziektebeelden, de-escalerend optreden, het betrekken
van ervaringsdeskundigheid en het handelingsrepertoire ten gevolge van nieuwe wet-
of regelgeving. De politie stelt zelf geen diagnose. De politie beziet continu of
opleidingen naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen of actualisatie of bijstelling
en gewenste behoeven. In de uitwerking van de acties voortvloeiend uit het coalitieakkoord
is dit meegenomen en zijn hier middelen voor toegekend.
Tot slot
De problematiek rondom personen met verward en/of onbegrepen gedrag is een taai en
complex maatschappelijk vraagstuk. Desondanks blijven we vanuit zorg- en veiligheidsperspectief
inzetten op de beste zorg en ondersteuning voor deze mensen, omdat zij hier recht
op hebben en hiermee ook de samenleving gediend is. Tot slot hechten wij eraan om
onze waardering te onderstrepen voor de professionals die zich dagelijks inzetten
voor personen met verward en/of onbegrepen gedrag en hierbij vaak met creativiteit,
lef en doorzettingsvermogen te werk gaan.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Beleidskeuzes uitgelegd
Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1)
1. Doel(en)
Zorgen dat personen met verward of onbegrepen gedrag tijdig passende zorg of ondersteuning
krijgen, zodat zij niet onnodig in aanraking komen met politie of justitie. Hiertoe
is het van belang dat partijen uit het zorg- veiligheids- en sociaal domein beter
gaan samenwerken.
2. Beleidsinstrument(en)
We vragen politie, ggz en gemeenten goedwerkende voorbeelden van samenwerkingsvormen
duurzaam te implementeren. Hiervoor worden extra middelen beschikbaar gesteld via
het Actieprogramma Grip op Onbegrip van ZonMw.
3. A. Financiële gevolgen voor het Rijk
Er is 64,46 miljoen euro aan coalitiemiddelen gereserveerd voor de uitbreiding van
het Actieprogramma Grip op Onbegrip van ZonMw, waarvan 59 miljoen euro als subsidie
kan worden aangevraagd voor lokale en regionale initiatieven. De resterende coalitiemiddelen
worden ingezet voor maatregelen binnen de bredere aanpak, zoals de levensloopaanpak.
Afhankelijk van de verdere uitwerking van deze maatregelen wordt de budgetverdeling
nader vastgesteld.
B. Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren
Voor het merendeel van deze maatregelen geldt dat deze worden uitgevoerd door derden.
Derde partijen worden daartoe met subsidie via ZonMw in staat gesteld.
4. Nagestreefde doeltreffendheid
Het intensiveren van deze samenwerking moet ertoe leiden dat mensen tijdig de juiste
zorg en ondersteuning krijgen en niet onnodig in aanraking komen met politie en justitie.
5. Nagestreefde doelmatigheid
Met de duurzame inzet van goede samenwerkingsvormen wordt voortgebouwd op lessen en
ervaringen die reeds zijn opgedaan. De wijze waarop lokaal zorg- en maatschappelijke
ondersteuning vanuit gemeenten is georganiseerd kan daarnaast ook van betekenis zijn
voor de wijze waarop de samenwerkingsvormen worden ingericht. Daarom kunnen gemeenten,
ggz en politie samen eigen, lokale varianten van de goede samenwerkingsvormen implementeren.
6. Evaluatieparagraaf
We monitoren of de geïntensiveerde samenwerking daadwerkelijk is gestart in de regio’s
en welke knelpunten gesignaleerd worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport