Brief regering : Verkenning racisme
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 324 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2022
Mede naar aanleiding van de Black Lives Matter beweging besloot de Bestuursraad van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om te
laten onderzoeken welke vormen van racisme binnen de organisatie voorkomen.
In de overtuiging dat transparantie kan bijdragen aan de dialoog over racisme en het
bestrijden ervan, bieden wij u bijgaand rapport aan. Gezien het belang van het onderwerp
en het maatschappelijke debat erover menen wij dat het goed is de resultaten van de
verkenning via deze brief proactief met uw Kamer te delen. De verkenning brengt de
aard en patronen van racisme binnen het ministerie in kaart.
Het rapport schetst met citaten uit diepte-interviews een indringend beeld van de
vormen waarin racisme zich manifesteert en hoe dit door medewerkers op het departement
en op posten in het buitenland wordt ervaren. Racisme en discriminatie is onacceptabel.
De secretaris-generaal heeft, namens de Bestuursraad, excuses aangeboden en spijt
betuigd voor het feit dat het kennelijk niet is gelukt een werkomgeving te bieden
waarin voor dit soort gebeurtenissen geen plaats is. In gesprek met medewerkers zullen
wij dit ook herhalen. Dat racisme binnen Buitenlandse Zaken voorkomt is extra pijnlijk,
omdat iedere vorm van discriminatie verboden is en wij internationaal pleiten voor
rechtvaardigheid. Ook in dat licht zullen we alles op alles zetten om racisme binnen
onze eigen organisatie tegen te gaan.
De aanbevelingen uit het rapport nemen we over. Dit past ook binnen de bredere opdracht
en ambitie om een diverse en inclusieve organisatie te zijn waarin het personeelsbestand
ook een afspiegeling van de samenleving is, elke collega volstrekt gelijkwaardig is
en zich optimaal kan ontwikkelen. Wij zijn ervan overtuigd dat het overgrote deel
van de medewerkers van Buitenlandse Zaken in Nederland en wereldwijd voor een diverse
en inclusieve organisatie staat, waarin voor racisme geen plaats is. Het rapport toont
echter aan dat er werk te doen is om daadwerkelijk zo’n organisatie te worden. Een
projectgroep zal het werk coördineren, voortbouwend op stappen die in de afgelopen
periode al zijn gezet en gebruikmakend van deskundige adviezen.
De opvolging verloopt langs de volgende drie sporen, waarbij waar mogelijk uiteraard
wordt aangesloten bij de rijksbrede aanpak tegen discriminatie en racisme waaronder
de gedragscode Integriteit Rijk.
Allereerst willen wij samen met de Bestuursraad brede erkenning en bewustwording van
het probleem en een structurele cultuurverandering in gang zetten. Doel hiervan is
om racisme bespreekbaar te maken en uit te bannen, en om te voorkomen dat collega’s
bewust of onbewust racistisch handelen. Hiertoe zullen wij en de ambtelijke top veel
actiever dan tot nu toe uitdragen dat voor racisme en andere vormen van uitsluiting
en discriminatie een «zero tolerance» beleid geldt. Daarover zullen we een brede dialoog
voeren binnen de organisatie. Leidinggevenden worden toegerust om zich actief in te
spannen voor een veilige en inclusieve werkcultuur waarin collega’s elkaar aanspreken
en ondersteunen. Via training en andere werkvormen worden collega’s getraind op het
gebied van unconscious bias, active bystander en diversiteit en inclusie.
Ten tweede verbeteren en vereenvoudigen we de mogelijkheden om incidenten te melden
en op te volgen. Doel hiervan is om racisme wanneer het zich voordoet goed te kunnen
tegengaan en om collega’s die het helaas toch moeten ondervinden optimaal te kunnen
bijstaan. We verbeteren de meldstructuur, zodat het melden van een incident zo laagdrempelig,
veilig en eenvoudig mogelijk kan gebeuren en meldingen snel en professioneel worden
afgehandeld. Ook professionaliseren we ons systeem van vertrouwenspersonen.
Ten slotte bouwen we, via het personeelsbeleid, verder aan een organisatie waarin
voor racisme geen ruimte is. Daarbij bezien we het wervings- en selectieproces van
nieuwe medewerkers om mogelijke bias en belemmeringen weg te nemen, bijvoorbeeld door
anoniem solliciteren mogelijk te maken. Ook bezien we beleid en regelgeving inzake
de doorstroom van medewerkers naar hogere functies om de diversiteit in de doorstroom,
in het bijzonder ook van biculturele collega’s, te bevorderen. Door barrières weg
te nemen of bijvoorbeeld door biculturele collega’s die daar prijs op stellen extra
ondersteuning te bieden in hun loopbaan. Wanneer een collega met een biculturele achtergrond
ontslag neemt, zullen wij expliciet bespreken of racisme een rol speelt bij deze beslissing
om hieruit waar mogelijk lessen te trekken.
Bij alle acties hebben we oog voor zowel lokaal aangenomen collega’s op onze posten
in het buitenland, als uitgezonden collega’s en collega’s in Den Haag.
Wij staan voor een ministerie waarin elke collega wordt gerespecteerd en gewaardeerd.
In onze organisatie dienen kernwaarden en -normen als gelijke behandeling, non-discriminatie
en respect te worden doorleefd en gehandhaafd en hoort schending ervan niet te worden
getolereerd. Samen met de Bestuursraad en alle medewerkers in Den Haag en op de posten
zullen we alles op alles zetten om dit te bereiken.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.