Brief regering : Informele nota betreffende restbetaling Koninkrijk Saoedi-Arabië (KSA) aan drie imams
35 228 Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen
Nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2022
Conform de toezegging aan Uw Kamer om informatie die mij bereikt over financiering
van een islamitische instelling door Golfstaten met uw Kamer te delen1, en de motie van de leden Karabulut en Segers over het delen van informatie over
buitenlandse financiering2, deel ik met u het onderstaande.
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de aankondiging van Saoedi-Arabië in 2020 om
de salarisbetaling aan drie imams in Nederland te zullen stopzetten3, na diplomatieke inzet van Nederland vanwege het onwenselijke effect dat dergelijke
betalingen kunnen hebben.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft onlangs van de Saoedische ambassade in
Nederland een informele nota ontvangen met de informatie dat, omwille van het beëindigen
van de arbeidsovereenkomsten van deze drie imams, er van rechtswege een restbetaling
verschuldigd is.
Er is met de Saoedische autoriteiten op hoog-ambtelijk niveau gesproken over deze
casus, waarbij nogmaals is toegelicht dat dergelijke betalingen onwenselijk worden
geacht door Nederland. Saoedi-Arabië heeft in dit gesprek aangegeven dat met deze
restbetaling aan de drie imams een definitief einde komt aan de door Nederland ongewenst
geachte betalingen aan deze personen en daarmee aan imams in Nederland door KSA in
het algemeen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken